Kunt u voor de landen Duitsland, Denemarken, Zweden, Oostenrijk en Zwitserland aangeven hoe groot de rol is die publieke verhuurders, sociale verhuurders, particuliere verhuurders en wooncoöperaties spelen in de volkshuisvesting?1
Kunt u schetsen op welke wijze wooncoöperaties juridisch zijn vormgegeven in deze landen en op welke wijze zij zich onderscheiden van het Nederlandse model?
Welk beleid voeren deze landen om wooncoöperaties te stimuleren en faciliteren? Welke landen ondersteunen wooncoöperaties ook financieel en op welke wijze doen zij dat?
Welke inkomensgroepen of andere doelgroepen maken doorgaans gebruik van de wooncoöperaties in de genoemde landen? Kunt u dit inzichtelijk maken?
Hoe verhoudt de betaalbaarheid van wooncoöperaties zich tot de betaalbaarheid bij particuliere verhuurders?
Hoe groot is de rol van het eigen vermogen in wooncoöperaties in deze landen? Wordt dit fiscaal of anderszins gefaciliteerd?
Op welke wijze is de breed toegankelijke publieke volkshuisvesting in Zweden in overeenstemming met het Europees recht? Waarom kent Zweden geen maximale inkomensgrenzen zoals in Nederland?