Berichten in het Noord-Hollands Dagblad over intimidatie en misbruik van jonge turnsters

Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Diertens (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over berichten in het Noord-Hollands Dagblad over intimidatie en misbruik van jonge turnsters (ingezonden 27 juli 2020).

Vraag 1

Klopt het dat «psychische en fysieke geseling» nog steeds plaatsvindt en een van de personen nog steeds bij het olympisch traject is betrokken? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?1

Vraag 2

Op welke manier ondersteunt u (oud-)turnsters die slachtoffer zijn van misbruik? Is er een onafhankelijke laagdrempelige plek waar zij hun verhaal kunnen doen? Is er gespecialiseerde psychische hulp?

Vraag 3

Zijn er gegevens bekend over psychische problemen zoals trauma's en eetstoornissen bij (voormalig) topsporters? Hebben specialistische behandelcentra, zoals het Landelijk expertise- en behandelcentrum FIER, hier zicht op?

Vraag 4

Hoeveel meldingen zijn er sinds de oprichting van het Centrum voor Veilige Sport Nederland binnengekomen over intimidatie, mishandeling en misbruik? Hoeveel meldingen richten zich op het turnen?

Vraag 5

Wat is er met deze meldingen gebeurd? Krijgen slachtoffers direct hulp aangeboden? Worden zij aangemoedigd en geholpen om aangifte te doen? Zo ja, wie doet dit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat is er gebeurd met de 40 signalen die het Centrum Veilige Sport Nederland tot november 2019 heeft ontvangen en heeft doorgezet naar het Instituut voor Sportrechtspraak (ISR)? Hoe kan het dat bij het ISR momenteel maar één onderzoek loopt naar seksuele intimidatie rondom een trainer in de breedtesport-tak? Wat is er met de andere signalen gebeurd?2

Vraag 7

Wat vindt u ervan dat een sportpsycholoog sporters ontraadt om naar het ISR te stappen, omdat er veelal niets met klachten wordt gedaan of het leidt tot seponering?

Vraag 8

Bent u bereid om terug te komen op een eerdere reactie op Kamervragen over dit onderwerp, waarin uw ambtsvoorganger zegt «Ik ben niet voor het verplicht stellen van vertrouwenspersonen bij elke vereniging, wel ben ik voor het stimuleren hiervan.» Zo nee, waarom niet?3

Vraag 9

Vindt u dat de acties die De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) en het NOC*NSF in de afgelopen jaren hebben ondernomen voldoende resultaat hebben opgeleverd? Is er zicht op de (sociale) veiligheid van verenigingen die niet bij de KNGU zijn aangesloten?

Vraag 10

Op welke wijze wordt in de opleiding tot (top)trainer/coach aandacht besteed aan afhankelijkheidsrelaties die samenhangen met de positie van trainer/coach en mogelijke uitwassen ervan? Ziet u redenen om de eisen voor trainers en coaches verder aan te scherpen?

Vraag 11

Is er voldoende zicht op het pedagogische klimaat binnen álle turnverenigingen? Wie is daarvoor verantwoordelijk?

Vraag 12

Wat is de stand van zaken van de lobby voor het verhogen van de seniorenleeftijd van zestien naar achttien jaar?

Toelichting

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD), ingezonden op 27 juli 2020, vraagnummer 2020Z14344


X Noot
1

Noordhollands Dagblad, 25 juli 2020, «Ik was bezeten en ik was niet de enige».

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen II, Vergaderjaar 2019–2020, nr. 772.

X Noot
3

Aanhangsel van de Handelingen II, Vergaderjaar 2018–2019, nr. 3019.

Indiener(s)


Lisa  Westerveld