De borging van veilig en gezond werken bij het verwijderen van asbesthoudende vensterbanken

Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de borging van veilig en gezond werken bij het verwijderen van asbesthoudende vensterbanken (ingezonden 12 juni 2020).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat de Commissie Sci 547 (de onafhankelijke commissie die beoordeelt of nieuwe werkmethoden en/of technieken voldoen aan de criteria van goede risicobeheersing voor mens en omgeving) het verzoek om asbesthoudende vensterbanken in risicoklasse 1 in te schalen heeft afgewezen?1

Vraag 2

Hoe verhoudt de afwijzing van dit validatieonderzoek zich tot het feit dat u in 2019 een pilot van Aedes heeft toegestaan voor het verwijderen van asbesthoudende vensterbanken in risicoklasse 1 en tot uw schrijven aan de asbestverwijderingsbranche van 1 november 2009 waarin staat dat als wordt gewerkt volgens het Aedes-protocol het in principe een ieder vrij staat om deze werkwijze te volgen?2

Vraag 3

Kunt u garanderen dat werknemers niet zijn blootgesteld aan een concentratie van asbestvezels boven de grenswaarde doordat is toegestaan dat asbesthoudende vensterbanken zijn gesaneerd door niet gecertificeerde bedrijven en door niet gecertificeerde werknemers en zonder dat deze werknemers adembeschermingsmiddelen droegen?

Vraag 4

Deelt u onze zorgen over de borging van veilig en gezond werken bij het verwijderen van asbesthoudende vensterbanken nu er na 2 jaar nog steeds geen duidelijkheid is over de risicoklasse-indeling van asbesthoudende vensterbanken?3

Vraag 5

Is door de opening van het Validatie- en Innovatiepunt (VIP) nu ook de Commissie Sci 547 opgeheven, aangezien u in uw brief van 2 juni 2020 schrijft over de «Opening van het VIP ter beoordeling van nieuwe methoden in de asbestverwijdering» en in uw brief van 16 december 2019 dat de Commissie Sci 547 zal worden opgeheven en dat in plaats daarvan een VIP wordt ingericht?4 5

Vraag 6

Hoe ziet u het verzoek om de risicoklasse-indeling van asbesthoudende vensterbanken voor te leggen aan het VIP (en niet aan de Commissie Sci 547) omdat in het VIP algehele consensus is over de te doorlopen procedure en allerlei borgingsmechanismes wel goed zijn ingeregeld?

Vraag 7

Kunt u aangeven waarom het besluit van het Centraal College van Deskundigen Asbest (CCvD Asbest) waarin besloten is dat de specifieke werkmethode voor het verwijderen van vensterbanken in het Certificatieschema Asbest opgenomen moet worden, door u niet is overgenomen?

Vraag 8

Hoe verhoudt zich bovenstaande praktijk met uw geregeld in het openbaar gedane uitspraken dat gezond en veilig werken voor werknemers met gevaarlijke stoffen volgens u boven alles gaat?


X Noot
1

Paul Frissen e.a., Het Asbeststelsel: Gevangen door belangen?, NSOB, april 2020; https://www.nsob.nl/denktank/overzicht-van-publicaties/het-asbeststelsel-gevangen-door-belangen, pagina 46–47.

X Noot
2

Brief Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan Vereniging voor Aannemers in de Sloop (VERAS) en Vereniging voor Verwijdering van Toxische en gevaarlijke Bouwmaterialen (VVTB), 01 januari 2019, (referentie 2019-0000161460).

X Noot
3

Brieven van VERAS en VVTB aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 23 april 2020 (kenmerk 0VERAS-ASB.13644.B) en 19 mei 2020 (kenmerk 0VERAS-ASB.13644a.B).

X Noot
4

Kamerstuk 25 834, nr. 170.

X Noot
5

Kamerstuk 25 834, nr. 166.

Indiener(s)