Beperkingen begrafenissen en kerkdiensten in het licht van de Grondwettelijke vrijheden

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken over beperkingen begrafenissen en kerkdiensten in het licht van de Grondwettelijke vrijheden (ingezonden 28 mei 2020).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op de eerdere schriftelijke vragen over begrafenissen en kerkdiensten in het licht van grote aantallen bezoekers van warenhuizen en bouwmarkten?1

Vraag 2

Bent u tevens bekend met de door de Afdeling advisering van de Raad van State gegeven voorlichting over de grondrechtelijke aspecten van de coronamaatregelen?2

Vraag 3

Zou u aan kunnen geven hoe de zeer vergaande beperking van het aantal deelnemers aan kerkdiensten en begrafenisplechtigheden zich verhoudt tot de grondrechten, in het bijzonder de vrijheid van godsdienst?

Vraag 4

Hoe oordeelt u in dit licht over de opvatting van de Afdeling advisering van de Raad van State dat de noodverordeningen in principe ongeschikt zijn om de grondrechten te beperken, met name ook met betrekking tot het recht op de vrijheid van godsdienst binnen gebouwen en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer?

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat de genomen maatregelen spanning opleveren met artikel 6, eerste lid, van de Grondwet? Welke consequentie verbindt u hieraan?

Vraag 6

Deelt u de opvatting dat noodverordeningen geen geschikt en toegestaan middel zijn om vergaande en langdurige beperkingen aan te brengen op de vrijheidsrechten?

Vraag 7

Deelt u de mening dat ook wie terecht uitgaat van het uitgangspunt van behoedzaamheid zich er steeds van moet vergewissen of de al dan niet voorgeschreven maatregelen zich wel op een logische en verklaarbare manier tot elkaar verhouden?

Vraag 8

Deelt u de mening dat het antwoord op vraag 2 in de eerder genoemde vragen weliswaar feitelijk correct is, omdat er inderdaad geen maatregelen gelden voor commerciële activiteiten, maar dat dit feit als zodanig géén argument is om het onderscheid te maken tussen commerciële activiteiten en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten?

Vraag 9

Kunt u aangeven wat de precieze dragende gedachte erachter is dat het voor bijvoorbeeld warenhuizen en bouwmarkten mogelijk is om honderden personen tegelijkertijd te ontvangen, terwijl vergelijkbare aantallen binnen grote gebouwen ongewenst zouden zijn? Wat is de precieze motivering hiervoor en op welke wijze is hierbij afgewogen of op de minst vergaande manier inbreuk is gedaan op de grondrechten en ook op de meest proportionele manier?

Vraag 10

Kunt u tevens aangeven wat de argumentatie is tussen het (voorgenomen) onderscheid tussen bioscopen waar het aantal van 30 geldt per zaal, terwijl dit bij kerkgebouwen waar meerdere grote vergaderzalen aanwezig zijn, niet het geval is?

Vraag 11

Bent u bereid om op zo kort mogelijke termijn te komen tot maatwerk (bijvoorbeeld door het stellen van een afstandsnorm en hygiënevoorschriften) in plaats van uniforme getalsmatige regels die gelden ongeacht de regio, de concrete situatie ten aanzien van de gezondheidszorg of de grootte van het gebouw? Is het uw voornemen om op zo kort mogelijke termijn te komen tot proportionele maatregelen die kunnen variëren naar de grootte van een gebouw en het aantal zitplaatsen per gebouw, eventueel in relatie tot de mate waarin een bepaalde regio getroffen is door een uitbraak van corona?

Vraag 12

Overweegt u ook, net als bij de bezoekregelingen bij zorginstellingen, met pilots te werken?

Vraag 13

Deelt u de mening dat ook in een zogenoemde anderhalvemetersamenleving het de voorkeur verdient om ruimte te bieden voor eigen verantwoordelijkheid zoals de kerken die net als veel andere sectoren in de samenleving laten zien boven allerlei voorschriften die precies voorschrijven wat wel en niet gewenst zou zijn en tevens dat overleg de voorkeur verdient boven allerlei opgelegde regels? Op welke wijze en op welke termijn biedt u perspectief op het nemen van de eigen verantwoordelijkheid binnen de geldende regels van het RIVM?

Vraag 14

Welke empirische onderzoeken kent u over situaties waarin kerkdiensten, trouwdiensten en uitvaartbijeenkomsten na het instellen van de maatregelen van respectievelijk 13 en 23 maart jl. zouden hebben bijgedragen aan de verspreiding van het virus? Waar zijn de resultaten van deze onderzoeken te vinden?


X Noot
1

Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over richtlijnen voor begrafenissen en kerkdiensten, 27 mei 2020, 2020D20500

Indiener(s)