Het rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel

Vragen van de leden Kuik, Rog en Van Toorenburg (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (ingezonden 26 mei 2020).

Vraag 1

Kunt u zich de antwoorden herinneren op vragen gesteld door de leden Kuik, Rog en Van Toorenburg over het rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel over criminele uitbuiting onder Nederlandse scholieren?12

Vraag 2

Kunt u, aangezien u in uw antwoorden aangeeft de zorgen te delen van middelbare scholen in mbo-instellingen over de toenemende drugsgerelateerde criminele uitbuiting onder Nederlandse scholieren en daarover in gesprek bent, aangeven wanneer de concrete acties kunnen worden verwacht als resultaat van deze gesprekken? Bent u bereid de Kamer daarover proactief te informeren?

Vraag 3

Kunt u cijfermatig inzichtelijk maken hoe vaak bewustwordingsprogramma’s zoals #leerlingalert en #studentalert op middelbare scholen, ROC’s en in MBO’s uitgevoerd worden?

Vraag 4

Waar baseert u de conclusie op dat terughoudendheid van scholen in openhartigheid over het algemeen minder te maken heeft met angst voor imagoschade als wel met de zorgplicht, de privacywetgeving én de pedagogische rol die de school heeft jegens haar leerlingen? Acht u het aannemelijk dat imagoschade een rol kan spelen en soms zelfs de belangrijkste reden is dat er geen sprake is van openhartigheid?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het van belang is dader en slachtoffergroep in beeld te krijgen, en dat dit nu niet het geval is? Op welke manier zou hier beter inzicht in te verkrijgen zijn? Bent u bereid om in gesprek te treden met het openbaar ministerie (OM) en de Raad voor de Rechtpraak (RvdR) om dit mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u tevens bereid om met het OM en de RvdR in gesprek te treden op welke manier er inzicht kan komen hoeveel slachtoffers jaarlijks aanspraak maken op het non-punishment beginsel? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Welke mogelijkheden ziet u om, in lijn met het advies van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, de Kamer meer handvatten te geven rondom het monitoren van de progressie die geboekt wordt en nog geboekt zal worden? Bent u bereid de rapportages op het gebied van mensenhandel uit te breiden?

Vraag 8

Bent u bereid de Kamer te informeren over de resultaten van de gesprekken met uw Britse collega’s over de Britse aanpak van criminele uitbuiting in het drugscircuit?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2751