2020Z07156
(ingezonden 21 april 2020)
Vragen van de leden Kwint (SP) en Van Meenen (D66) aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het artikel ‘De prijs van een kleine klas’.
Bent u bekend met het artikel ‘De prijs van een kleine klas’? 1)
In hoeverre wijkt het systeem Scholen voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO) van de strikte scheiding tussen onderwijstijd en lestijd af van andere scholen? Klopt het dat op veel scholen het systeem voorkomt dat er een deel instructie is en een deel zelfstandig werken, maar dat dit zelfstandig werken wel onder lestijd valt en er niet minder wordt betaald?
Heeft de Inspectie van het Onderwijs deze lestijd- en onderwijstijdberekening goed in beeld? Hoe kijken zij hier tegenaan?
Hebben de medezeggenschapsraden van de SvPO-scholen ingestemd met de definitie van onderwijstijd die het bestuur hanteert?
Wordt de digitale leeromgeving ‘Workbook’ voldoende beveiligd, aangezien leerlingen dit systeem kunnen hacken? Wat betekent dit voor de privacygevoelige informatie die via datzelfde systeem wordt opgeslagen?
Acht u het wenselijk dat SvPO methodeboeken gebruikt die tien jaar of langer geleden zijn uitgegeven en dit rechtvaardigt door te stellen dat SvPO met de scores van leerlingen door de jaren heen een historische data-analyse kan maken om het lesmateriaal ‘evidence based’ te verbeteren? Wat is de status van de nieuwe lesbundels, die volgens SvPO-oprichter Van Denderen in voorbereiding zijn?
Hoeveel geld is er in de lumpsum door alle SvPO-scholen ontvangen voor lesmateriaal?
Hoe beoordeelt u het betalingsverzoek aan ouders door SvPO om 450 euro over te maken aan de school (waarvan 200 euro voor schoolspullen), zodat de schoolmaterialen voor hun kind op tijd aangeschaft kunnen worden, terwijl er gewerkt wordt met zeer verouderde lesmethoden die het klaslokaal niet verlaten?
In hoeverre is de vrijwillige ouderbijdrage van 250 euro echt vrijwillig als erbij vermeld wordt dat het totale bedrag van 450 euro voor een bepaalde datum ontvangen moet zijn om de schoolspullen te bekostigen? 2)
Wat vindt u ervan dat het voor leerlingen lastig blijkt te zijn om over te stappen naar een andere school aangezien SvPO een afwijkende vakindeling hanteert?
Hoe is de medezeggenschap op de verschillende SvPO-scholen georganiseerd? Voldoen zij hiermee aan de Wet medezeggenschap op scholen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Is de vergoeding van directrice van SvPO correct volgens de Wet normering topinkomens (WNT) ingevuld?
Wat vindt u ervan dat SvPO pronkt met zestien leerlingen per klas, maar dit ten koste gaat van onder andere personeelsbeleid en zorg voor leerlingen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Acht u het wenselijk dat deze scholen worden gerund als bedrijven waarbij onder andere overhead wordt geminimaliseerd ten koste van personeel en leerlingen en de ‘bespaarde’ middelen worden geïnvesteerd in gebouwen? Is dat hoe onderwijs er volgens u uit zou moeten zien? Is dat waar onderwijsgeld, opgebracht door ons allemaal aan uitgegeven zou moeten worden? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Neemt de Inspectie van het Onderwijs ook de verschillende financiële geldstromen mee in haar onderzoek naar het netwerk van SvPO-scholen? Zo nee, kan dit alsnog opgenomen worden in het onderzoek? 3)
Neemt de Inspectie van het Onderwijs ook de wijze waarop de opstroom wordt gerealiseerd mee in haar onderzoek naar het netwerk van SvPO-scholen? Zo nee, kan dit alsnog opgenomen worden in het onderzoek?
Wilt u deze vragen apart beantwoorden en niet clusteren?
- AOb, 25 februari 2020, 'De prijs van de kleine klas', https://www.aob.nl/nieuws/de-prijs-van-de-kleine-klas/
- AOb, 25 augustus 2019, 'Een ‘giftenkas’ voor persoonlijk onderwijs', https://www.aob.nl/nieuws/een-giftenkas-voor-persoonlijk-onderwijs/
- AOb, 25 februari 2020, 'Svpo: ‘Bestuurders eruit, toezichthouders erbij’', https://www.aob.nl/nieuws/svpo-bestuurders-eruit-toezichthouders-erbij/
