Het verbieden van samenkomsten buiten de publieke ruimte

Vragen van de leden Groothuizen en Sneller (beiden D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het verbieden van samenkomsten buiten de publieke ruimte (ingezonden 6 april 2020).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het opiniestuk «Noodverordening tegen samenkomsten bedreigt onze privésfeer»?1

Vraag 2

Leest u de noodverordeningen ook aldus dat het verbod op samenkomsten buiten de publieke ruimte (mede) zien op woningen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Kunt ingaan op de centrale stellingen van het opiniestuk, namelijk dat een verbod op samenkomsten buiten de publieke ruimte een te vergaande beperking is van de persoonlijke levenssfeer en het begrip «samenkomsten» onvoldoende is begrensd?

Vraag 4

Hoe verhoudt een verbod op samenkomsten buiten de publiek ruimte zich tot de artikelen 10 en 12 van de Grondwet?

Vraag 5

Hoe verhoudt een verbod op samenkomsten buiten de publieke ruimte zich tot artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM)?

Vraag 6

Op grond van welk samenstel van wettelijke bepalingen kan een (bijzondere) opsporingsambtenaar, een toezichthouder of een ambtenaar van de Koninklijke Marechausse (KMar) een woning betreden om vast te stellen of er een verboden samenkomst plaatsvindt?

Vraag 7

Hoe verhoudt het verbod op samenkomsten buiten de publieke ruimte zich tot u in het opiniestuk geciteerde uitspraak dat «[t]huis [.[in ons land nog altijd de ­privésfeer [is]?

Vraag 8

Bent u bereid om, in overleg met de voorzitters van de Veiligheidsregio’s, te komen tot een betere omschrijving van het begrip «samenkomsten»? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?


X Noot
1

Volkskrant 1 april 2020, «Noodverordening tegen samenkomsten bedreigt onze privésfeer», https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/noodverordening-tegen-samenkomsten-bedreigt-onze-privesfeer~be2c44df/

Indiener(s)