Het bericht dat voormalige IS-strijders mogelijk zullen worden overgebracht naar een (te bouwen) instelling in de Ninevé vlakte

Vragen van de leden Ploumen (PvdA), Karabulut (SP) en Van Ojik (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat voormalige IS-strijders mogelijk zullen worden overgebracht naar een (te bouwen) instelling in de Ninevé vlakte (ingezonden 11 maart 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat voormalig IS-strijders mogelijk zullen worden overgebracht naar een (te bouwen) instelling in de vlakte van Ninevé?1

Vraag 2

Heeft u contact gehad met uw Iraakse ambtsgenoot en/of de Koerdische autoriteiten over deze overplaatsing? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u zich voorstellen dat voor de inwoners van deze regio, die vooral bestaan uit Assyriërs en andere minderheden, de overplaatsing van IS-strijders naar de (te bouwen) instelling een onderwerp van zorg is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, en indien u hier nog geen contact over heeft gehad met uw Iraakse ambtsgenoot en/of de Koerdische autoriteiten, is dit aanleiding voor u deze zorgen over te brengen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Heeft u deze ontwikkeling besproken met uw Europese collega’s? Zo nee, waarom niet? Zo ja, zijn de Europese collega’s zich bewust van het effect van de overplaatsing van de voormalige IS-strijders naar dit gebied?

Vraag 5

Voelt u met uw Europese collega’s een bepaalde verantwoordelijkheid richting de inwoners in de vlakte van Ninevé, nu een deel van de voormalige IS-strijders (ongeveer 12.000 van de 30.000) in het Al-Hol-kamp dat overgeplaatst zal worden uit het buitenland afkomstig is, waaronder Europa? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier geeft u invulling aan deze verantwoordelijkheid?

Vraag 6

Welke rol speelt het voor u dat veel Iraakse christenen door de islamitische terreurorganisatie IS uit onder meer de vlakte van Ninevé zijn verdreven, daardoor in ballingschap leefden, en degenen die hebben gekozen voor terugkeer naar hun dorpen en steden in de vlakte van Ninevé nu (mogeljk) geconfronteerd worden met de voormalige IS-strijders, hun vrouwen en kinderen?