De wijziging van salmonellabestrijding bij pluimvee

Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de wijziging van salmonellabestrijding bij pluimvee (ingezonden 30 januari 2020).

Vraag 1

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat dieren van pluimveehouders onnodig vervroegd worden geslacht nadat deze in eerste instantie positief zijn getest, maar waar bij second opinion blijkt dat er geen sprake is van salmonellabesmetting?

Vraag 2

In hoeverre is het vervroegd slachten van dieren, al voordat met zekerheid is te zeggen dat er sprake is van salmonellabesmetting, proportioneel te noemen?

Vraag 3

Op welke wijze heeft u zich ingezet om binnen de Europese regelgeving op dit vlak ruimte te behouden voor de Nederlandse werkwijze en te voorkomen dat dit besluit genomen moest worden?

Vraag 4

Kunt u van de afgelopen jaren per jaar aangeven bij hoeveel bedrijven en stallen in de eerste controlemonsters besmet bleken te zijn met salmonella? In hoeveel van deze gevallen is bij second-opinion door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gebleken dat er toch geen sprake was salmonella?

Vraag 5

Hoe groot is de kans dat de eerste testuitslag onjuist is?

Vraag 6

Kan er gezien deze kans op een onjuiste eerste uitslag gesproken worden van gerede twijfel bij de uitslag van de eerste tests? Hoe kan deze foutmarge worden verklaard?

Vraag 7

Welke mogelijkheden zijn er om de foutmarge van de eerste testuitslag substantieel te verkleinen en daarmee het onnodig vervroegd slachten te voorkomen?

Vraag 8

Worden er later in de pluimveevleesketen ook nog testen gedaan op salmonellabesmetting en als daar dan sprake van blijkt, welke stappen worden dan genomen?

Vraag 9

Is er voor pluimveehouders sprake van gederfde inkomsten als zij hun dieren vervroegd moeten slachten? Zo ja, hoe hoog zijn de gederfde inkomsten en hoe verhouden deze zich tot de bestrijdingskosten en de Europese cofinanciering aan het Nederlandse salmonellaprogramma?

Vraag 10

Wat bent u voornemens te gaan doen om de Nederlandse werkwijze, met second opinion door de NVWA alvorens dieren worden geslacht, alsnog weer mogelijk te maken?

Vraag 11

Indien dit niet mogelijk is, welke andere aanpakken zijn er mogelijk die vergelijkbare waarborgen biedt voor de voedselveiligheid en tegelijkertijd de kans dat dieren onnodig voortijdig afgevoerd moeten worden zo klein mogelijk maakt?

Vraag 12

Kunt u aangeven hoe andere lidstaten omgaan met de EU-voorschriften voor salmonellabestrijding?

Vraag 13

Geldt in andere lidstaten een doormeldplicht in het geval van positieve monsters?

Indiener(s)