Het rapport van WOinActie «Inventarisatie omvang en gevolgen van structureel overwerk aan de Nederlandse universiteiten»

Vragen van de leden Westerveld, Renkema (beiden GroenLinks) en Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het rapport van WOinActie «Inventarisatie omvang en gevolgen van structureel overwerk aan de Nederlandse universiteiten» (ingezonden 23 januari 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het feit dat ruim 700 universiteitsmedewerkers collectief melding hebben gemaakt van de werkomstandigheden bij de Inspectie SZW?

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het feit dat de desbetreffende medewerkers structureel ruim één derde boven hun reguliere contractomvang onbetaald overwerken?

Vraag 3

Wat is de huidige wet- en regelgeving omtrent onbetaald overwerk? Is het wettelijk toegestaan om structureel gemiddeld 12 tot 15 uur per week extra onbetaald over te werken en dit tevens niet te kunnen compenseren met verlofdagen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft rondom het naleven van arbeidsvoorwaarden en acceptabele werkdruk? Zo ja, wat vindt u ervan dat universiteitsmedewerkers dusdanig op hun tandvlees lopen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Wat is volgens u de oorzaak van de hoge werkdruk onder universiteitsmedewerkers en een navenante cultuur van structureel overwerk?

Vraag 6

Bent u het met de indieners eens dat de hoge werkdruk onder universiteitsmedewerkers een structureel probleem betreft? Zo ja, welke nieuwe acties gaat u als stelselverantwoordelijke concreet ondernemen om de werkdruk in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te verlagen? Zo nee, waarom blijven nieuwere concrete acties uit?

Vraag 7

Wat vindt u van de oplossingsrichting van WOinActie om meer personeel aan te stellen en meer uren toe te kennen aan onderwijsactiviteiten?

Vraag 8

Bent u ervan op de hoogte dat ruim 40% van het wetenschappelijke personeel in Nederland werkt op basis van tijdelijke contracten? Vindt u dat wenselijk en zo ja, waarom? Zo nee, wat is uw streefcijfer en binnen welk tijdspad moet dit aandeel omlaag worden gebracht? Wat is uw rol als bewindspersoon in het omlaag brengen van het aantal tijdelijke contracten?

Vraag 9

Kunt u een overzicht met de Kamer delen over het aandeel vaste- en flex-contracten binnen universiteiten van de afgelopen twintig jaar?

Vraag 10

Bent u bereid om de Inspectie SZW opdracht te geven een onderzoek in te stellen naar de werkomstandigheden waarin onder meer de normurensystematiek en «grijs verzuim» onderzocht wordt?

Vraag 11

Kunt u bovenstaande vragen één voor één uitgebreid beantwoorden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van den Hul (PvdA), ingezonden 22 januari 2020 (vraagnummer 2020Z00923).

Indiener(s)

Lisa  Westerveld