Het VN-rapport waarin wordt geconstateerd dat diverse landen het VN-wapenembargo tegen Libië schenden

Vragen van de leden Van Ojik, Diks (beiden GroenLinks), Bouali en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het VN-rapport waarin wordt geconstateerd dat diverse landen het VN-wapenembargo tegen Libië schenden (ingezonden 22 januari 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het op 9 december 2019 uitgekomen VN-rapport «Final report of the Panel of Experts on Libya established pursuant to Security Council resolution 1973 (2011)» waarin wordt geconstateerd dat het VN-wapenembargo tegen Libië door diverse landen wordt geschonden?1

Vraag 2

Op welke manier zijn de bevindingen van dit rapport in VN-verband, op bilaterale wijze of via andere multilaterale gremia besproken? Heeft Nederland daarbij aangedrongen op repercussies voor landen als Turkije, de Verenigde Arabische Emiraten en Jordanië, die dit VN-embargo regelmatig hebben geschonden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van de mogelijk onbedoelde betrokkenheid van het Nederlandse bedrijf Van der Kamp Shipsales BV bij het schenden van het VN-wapenembargo tegen Libië door de Verenigde Arabische Emiraten?2 Zo ja, heeft u naar aanleiding van dit rapport contact opgenomen met hen om deze schending van het VN-wapenembargo tegen Libië te bespreken? Zo nee, bent u van plan dit alsnog te doen? Is er aanleiding tot het nemen van maatregelen jegens dit bedrijf gezien de bevindingen van het VN-rapport dat het marineschip niet adequaat was verbouwd tot een «jacht» voordat het was verkocht?3

Vraag 4

Heeft het bedrijf, gezien het mogelijke dual-use karakter van dit marineschip, een wapenexportvergunning aangevraagd? Zo nee, bent u ook van mening dat dit had moeten gebeuren? Zo ja, had dit gevolgen gehad voor het doorgaan van de verkoop van het marineschip? Zijn u meer gevallen bekend van door Nederlandse bedrijven geleverde producten die uiteindelijk in strijd met een geldend wapenembargo worden ingezet? Is, nadat bleek dat Van der Kamp Shipsales BV geïnformeerd werd over verkoop van het marineschip aan Libië, de Minister van Buitenlandse Zaken geïnformeerd?

Vraag 5

Ziet u aanleiding voor het instellen van nieuwe maatregelen om het schenden van wapenembargo’s in de toekomst te voorkomen, zoals het aanscherpen van de eisen die aan de verkoop van schepen die op militaire wijze kunnen worden ingezet? Bent u daarbij bereid om alle mogelijke opties om schendingen van wapenembargo’s te voorkomen te onderzoeken? Bent u meer specifiek bereid om het wapenexportbeleid dat van kracht is jegens de Verenigde Arabische Emiraten, Turkije en Jordanië aan te scherpen, gezien hun herhaaldelijk schenden van het VN-wapenembargo jegens Libië?

Vraag 6

Zijn de aanbevelingen van het VN-rapport4 meegenomen in verbeterde naleving en monitoring van het hernieuwde wapenembargo dat gisteren op de conferentie van Berlijn is afgesproken? Hoe ziet het hernieuwde wapenembargo er specifiek uit en hoe gaat dit uitgevoerd en gemonitord worden? Hoe worden Nederlandse bedrijven gewezen op naleving van dit hernieuwde VN-wapenembargo? Zie u net ook aanleiding voor intensievere monitoring van naleving van wapenembargo’s door bijvoorbeeld een hernieuwde EU-missie Sophia? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?


X Noot
1

Letter dated 29 November 2019 from the Panel of Experts on Libya established pursuant to resolution 1973 (2011) addressed to the President of the Security Council, 9 december 2019(https://www.ecoi.net/en/file/local/2021151/S_2019_914_E.pdf).

X Noot
2

Zie pagina 220 van het VN-rapport: Annex 32 OPV Al Karama – Rationale for classification as military equipment.

X Noot
3

Zie pagina 220 van het VN-rapport, Annex 32, punt 5: «Although the Dutch purchasers had drawn up tentative plans for conversion to a «yacht» no work had been done to prepare the vessel for such a conversion before it was sold».

X Noot
4

Zie pagina 61–63 van het VN-rapport.