Bent u bekend met het bericht «5.000 huizen maar geen scholen of sporthal: vrees voor spookwijk Binckhorst»?1
Gelet op het feit dat Den Haag de derde gemeente van het land qua inwoneraantal is, hoe interpreteert u de gang van zaken als u kijkt naar de professionaliteit die van zo’n grote gemeente verwacht kan worden?
In hoeverre heeft de omissie van voorzieningen zoals scholen in het gebied te maken met Omgevingswet, aangezien voor de ontwikkeling van de Binckhorst wordt geëxperimenteerd met deze wet?
Ziet u de complexiteit van de integrale benadering en de veelomvattendheid van het plan als oorzaak van in de verdrukking raken van voorzieningen?
Hoe bindend is een voorzieningenprogramma zoals dat voor de Binckhorst is vastgesteld, onder de huidige wetgeving en na het ingaan van de Omgevingswet?
Op welke andere wijze kan de ontwikkeling van voorzieningen, zoals voldoende scholen, worden afgedwongen of voldoende ruimte daarvoor worden gereserveerd?
In hoeverre voorziet u eenzelfde risico voor andere gemeenten en hun plannen of omgevingsplannen?
Is er voor de ontwikkeling van de Binkhorst ondersteuning van het expertteam woningbouw of andere ondersteuning vanuit het rijk gevraagd of geboden?
Acht u het denkbaar en verantwoord dat een wijk van deze omvang geen scholen en andere wezenlijke voorzieningen krijgt? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid met het gemeentebestuur van Den Haag te overleggen over de wijze waarop alsnog voor de wijk essentiële voorzieningen gerealiseerd kunnen worden?
Heeft u inzicht in of kennis van hoe andere partijen dan bouwers of ontwikkelaars, zoals het onderwijs, betrokken worden bij planvorming voor nieuwe woongebieden?