Antwoord op vragen van de leden Lodders en Van Wijngaarden over het bericht 'Nederlandse sekteleider (58) verdacht van gijzeling en misbruik kinderen'

AH 1167

2020Z19852

Antwoord van staatssecretaris Vijlbrief (Financiën), mede namens de mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 17 december 2020)

  1. Bent u bekend met het bericht ‘Nederlandse sekteleider (58) verdacht van gijzeling en misbruik kinderen'? 1)

Ja.

  1. Herinnert u zich het Vragenuur van 13 oktober 2020, waarin het lid Lodders (VVD) de staatssecretaris van Financiën vroeg om de status als algemeen nut beogende instelling (de ANBI-status) af te pakken van organisaties die walgelijke homogenezingstherapieën aanbieden? 2)

Ja.

  1. Herinnert u zich dat de staatssecretaris van Financiën in zijn reactie aangaf zich ‘niet te kunnen voorstellen op welke manier deze praktijken het algemeen nut dienen’ en daarbij aankondigde ‘voor het einde van het jaar’ een extra controle te zullen laten uitvoeren met betrekking tot de ANBI-status van deze organisaties, alsmede aankondigde dat hij, als die onderzoeken aanleiding geven tot actie, nader zal bezien wat de Belastingdienst kan doen met het intrekken van de ANBI-status en of daarvoor zelfs wetswijziging nodig zou zijn?

Ja.

  1. Bent u op de hoogte van de ANBI-status van de Orde der Transformanten?

Ja, daarmee ben ik bekend.

  1. Kunt u toelichten welk algemeen nut volgens u de Orde der Transformanten dient?
  1. Kunt u toezeggen dat de Belastingdienst ook deze club nader onderzoekt en de Kamer nog voor het einde van het jaar informeert over de mogelijkheden tot het intrekken van de ANBI-status? Zo nee, waarom niet?

In het antwoord op vraag 8 ga ik in op toezicht en handhaving door de Belastingdienst bij ANBI’s, waaronder ook deze instelling.

  1. Hoe kan het dat er veel organisaties lijken te zijn die, hoewel zij niet het algemeen belang behartigen, toch een ANBI-status hebben?

Als een instelling qua doelstellingen en activiteiten onder een van de categorieën van algemeen nut opgesomd in artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) valt, zoals religie, en deze instelling aan de overige voorwaarden voldoet, heeft deze instelling recht op de ANBI-status. De Belastingdienst toetst het criterium algemeen nut op basis van de door de Hoge Raad in 2012 geïntroduceerde tweetrapstoets die ook verweven zit in de wettelijke criteria. Die toets is meerdere malen bevestigd door de Hoge Raad en bestaat uit een kwalitatieve en een kwantitatieve toets. De kwalitatieve toets houdt in dat uit de regelgeving en feitelijke werkzaamheden van een instelling blijkt dat primair en rechtstreeks een (voldoende concreet bepaald) algemeen nuttig doel wordt beoogd. De kwantitatieve toets houdt in dat de werkzaamheden feitelijk ook uitsluitend of nagenoeg uitsluitend dit algemeen belang moeten dienen. De nadruk hierbij ligt op de uitgaven en op de bestedingen van een instelling. Als een instelling voor meer dan 10% activiteiten kent die een privaat belang nastreven of anderszins niet het algemeen belang dienen, kan op deze grond ook de ANBI-status worden ingetrokken.

  1. Hoe is de handhaving op het begrip ‘algemeen nut’? Heeft de Belastingdienst genoeg capaciteit en informatie om hier überhaupt zinvol op te controleren? Kan geborgd worden dat bij een veroordeling de ANBI-status automatisch kan worden afgenomen? Zo nee, waarom niet?

Het toezicht op de ANBI-instellingen volgt de lijn van de uitvoerings- en toezichtstrategie van de Belastingdienst.[1] In de uitoefening van het toezicht wordt risicogericht gewerkt. Bij constatering van niet-naleving aan formele vereisten, geldt dat de ANBI-status niet meteen wordt ingetrokken maar de Belastingdienst de ANBI de gelegenheid geeft alsnog aan deze formele verplichtingen te voldoen. Bij constatering van niet-naleving aan materiële vereisten, geldt dat de ANBI-status in de meeste gevallen wordt ingetrokken, in voorkomende gevallen zelfs met terugwerkende kracht. In het antwoord op vraag 10 ga ik uitgebreider in op de integriteitstoets.

  1. Is het begrip ‘algemeen nut’ nu te ruim geïnterpreteerd, bijvoorbeeld in artikel 5b van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (AWR)? Welke precieze betekenis geeft de wetsgeschiedenis aan ‘algemeen nut’?

Nee, van een te ruime interpretatie van het begrip ‘algemeen nut’ is gelet op de wetsgeschiedenis geen sprake. Artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) bevat een limitatieve opsomming van wat onder ‘algemeen nut’ in de zin van de ANBI-regelgeving wordt verstaan. Het begrip ‘algemeen nut’ is in de wet neutraal vormgegeven en wordt ook blijkens de jurisprudentie neutraal getoetst. Mensen hebben vanuit hun levensbeschouwelijke of politieke overtuiging verschillende opvattingen over wat als algemeen nut zou moeten worden beschouwd. Dit valt ook terug te zien in de verschillende doelen die ANBI’s nastreven en in het verlengde daarvan hun feitelijke activiteiten.

  1. Hoe bent u voornemens dit begrip beter te richten, zodat organisaties die claimen het algemeen belang te bevorderen maar dat evident niet doen, voortaan niet meer binnen deze definitie vallen?

Uit uw vragen blijken zorgen over gedragingen en uitlatingen door een aantal ANBI’s of direct daarbij betrokkenen, die door velen worden afgewezen. Die zorgen deel ik. Zoals bekend, is intrekking op basis van de al bestaande integriteitstoets op dit moment mogelijk na een onherroepelijke veroordeling van de instelling of een bestuurder, feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalende persoon door de rechter.[2] Deze veroordeling moet, kort gezegd, bovendien de ANBI zijn aan te rekenen. Dat betekent dat de bestuurder, feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalende persoon van de instelling het strafbare feit moet hebben gepleegd in die hoedanigheid. Als een strafbaar feit niet in die hoedanigheid is gepleegd, maar bijvoorbeeld in de privésfeer, kan dit de ANBI immers niet worden aangerekend. Naar aanleiding van een motie van de leden Omtzigt en Lodders heb ik in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 een uitbreiding van de integriteitstoets voorgesteld.[3] Deze uitbreiding houdt in dat indien de Belastingdienst gerede twijfel heeft over de integriteit van een ANBI, bestuurder, feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalend persoon van de ANBI, deze (rechts)persoon kan worden verzocht om een verklaring omtrent het gedrag (VOG) te overleggen. Dit wetsvoorstel is inmiddels ook door de Eerste Kamer aanvaard en treedt per 1 januari 2021 in werking. Dat betekent dat als blijkt dat een persoon wordt vervolgd voor ernstige misdrijven, zoals in het geval van het genoemde krantenbericht, dat reden vormt voor de inspecteur om deze persoon te verzoeken een VOG te overleggen. Als er niet tijdig een VOG wordt overgelegd, zal de inspecteur de ANBI-beschikking intrekken tenzij de betreffende persoon inmiddels niet meer behoort tot de bestuurders, feitelijk leidinggevenden of gezichtsbepalende personen van die instelling of een andere functie en een ander takenpakket binnen de instelling heeft gekregen. Het is een nieuw instrument waarmee de Belastingdienst nog ervaring moet opdoen en dat zal zorgvuldig moeten gebeuren.

Uit het krantenbericht begrijp ik dat bij de desbetreffende ANBI de sekteleider wordt verdacht van seksueel misbruik (van kinderen). Dit zijn serieuze aantijgingen ten aanzien van deze persoon waarbij het Openbaar Ministerie als eerste verantwoordelijk is om dit te onderzoeken en eventueel voor de rechter te brengen. Ik zal naar aanleiding van dergelijke specifieke casussen kijken wat we kunnen doen in de fiscale sfeer, zie ook mijn antwoord op vraag 11.

  1. Bent u voornemens de door u toegezegde wijziging (zie ook vraag 3) nog voor het einde van deze kabinetsperiode in te dienen/openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?

Naar aanleiding van de vraag van het lid Lodders (VVD) tijdens het Vragenuur van 13 oktober jl. over organisaties die homogenezingstherapieën aanbieden, heb ik verzocht om nader te bezien of en wat de Belastingdienst kan doen met de ANBI-status van dergelijke organisaties en of daarvoor wetswijziging nodig zou zijn. Ik streef ernaar de Kamer begin 2021 over de uitkomsten te informeren.

  1. Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?

Ja.

1) Telegraaf.nl, 22 oktober 2020, 'Sekteleider manipuleerde: mijn beste vriendin moest seks hebben met haar moeder en zusje' (https://www.telegraaf.nl/nieuws/2001637501/sekteleider-manipuleerde-mijn-vriendin-moest-sekshebben-met-haar-moeder-en-zusje)

2) 2020D40634

[1] Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019-2020, nr. 2050, Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht dat ANBI’s belastingregels niet naleven.

[2] Kamerstuk 35 437, nr. 3, p. 5.

[3] Kamerstuk 35 437, nr. 3.