Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Nijboer over de verder verslechterde financiƫle positie van jeugdzorginstelling Elker

Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Kuiken (PvdA) en Nijboer (PvdA) over de verder verslechterde financiële positie van jeugdzorginstelling Elker.

(2020Z20958)

Vraag 1.

Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Mogelijk ontslagen bij jeugdzorgorganisatie Elker: miljoenentekort verder opgelopen’? [1]

Antwoord op vraag 1.

Ja.

Vraag 2.

Is het acceptabel dat een jeugdzorginstelling waar het ziekteverzuim kennelijk hoog ligt, waarvan te hoge werkdruk wellicht een belangrijke factor is, gedwongen ontslagen dreigen door de penibele financiële situatie van de instelling?

Antwoord op vraag 2.

Jeugdzorgaanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor hun bedrijfsvoering en de borging van de kwaliteit van zorg. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van jeugdhulp. De Raad van Bestuur van Elker Jeugdhulp & Onderwijs (hierna: Elker) werkt samen met de betrokken gemeenten en de Ondernemingsraad, aan een gedragen inzet voor de richting en benodigde maatregelen tot herstel.

Vraag 3.

Bent u van mening dat het van belang is dat Elker niet failliet gaat, niet vanwege de instelling zelf maar vanwege de zorg continuïteit en de jeugdzorgmedewerkers die hun best doen goede zorg te leveren?

Antwoord op vraag 3.

De continuïteit van zorg voor jongeren moet altijd voorop staan. De financiële situatie bij Elker is op dit moment precair. Een mogelijk faillissement zie ik als een risico voor jongeren en medewerkers. Elker en de gemeenten Groningen en Drenthe geven aan dat zij samen staan voor een kwalitatief goede complexe gesloten jeugdzorg, maar dat de middelen hiervoor onder druk staan. Het is daarom goed om te constateren dat Elker, betreffende gemeenten en de Jeugdautoriteit in gesprek zijn over de borging van zorgcontinuïteit.

Verder hebben Elker en de betrokken gemeenten overeenstemming bereikt over de transformatie van de gesloten jeugdhulp: ontwikkeling van zoveel mogelijk thuisalternatieven en de ontwikkeling naar meer kleinschalige, gezinsgerichte en minder gesloten woonvormen. Hierbij zet gemeente Groningen – voor wat betreft het vastgoed – de middelen in van de specifieke uitkering vastgoedtransitie gesloten jeugdhulp. Elker en de betrokken gemeenten zijn in gesprek over de financiële implicaties op de lange termijn.

Vraag 4.

Bent u tevens van mening dat het recente omvallen van andere instellingen het belang van doorzettingsmacht heeft bewezen?

Vraag 5.

Heeft u doorzettingsmacht? Zo ja, hoe ziet die eruit in een casus zoals deze?

Vraag 6.

Welke mogelijkheden heeft u om deze instelling financieel te helpen een faillissement te voorkomen? Bent u bereid die in het uiterste geval te gebruiken om te voorkomen dat de meest kwetsbare kinderen in de regio zonder zorg komen te zitten?

Antwoord op vragen 4, 5 en 6.

Signalen rond de financiële ontwikkelingen van jeugdhulpaanbieders neem ik, vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke, zeer serieus. Zorgcontinuïteit staat hierbij altijd voorop. Er zijn duidelijke afspraken tussen gemeenten, OZJ, Jeugdautoriteit en de ministeries van VWS en JenV over wie wanneer welke verantwoordelijkheid heeft, zoals toegelicht in mijn brief van 15 januari 2020[1]. Ik heb recent verdere stappen gezet om continuïteitsproblemen eerder te signaleren, sneller aan te kunnen pakken en daarmee de zorgcontinuïteit te kunnen borgen. Zo zijn de taken van de Jeugdautoriteit vastgelegd in het Instellingsbesluit, en werk ik aan het wetsvoorstel ‘verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen’, waarbij toezicht een belangrijk onderdeel is.

Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3 zijn Elker, gemeenten en de Jeugdautoriteit in gesprek over de borging van zorgcontinuïteit. De komende tijd zal Elker, met haar stakeholders, ook verder werken aan maatregelen om de organisatie op lange termijn gezond en toekomstbestendig te maken.

In uiterste gevallen kunnen jeugdzorgaanbieders een aanvraag indienen voor tijdelijke liquiditeitssteun op basis van de subsidieregeling ‘Continuïteit cruciale jeugdzorg’[2]. Met deze regeling kan worden gewaarborgd dat cruciale jeugdzorg gecontinueerd kan worden in gevallen waarin acute liquiditeitsproblemen zijn ontstaan. Aan een dergelijke subsidie zijn strenge voorwaarden verbonden, waaronder het hebben van een degelijk en gedragen verbeterplan.

Vraag 7.

Bent u bereid in contact te treden met deze jeugdzorginstelling om te verkennen welke rol uw ministerie kan spelen in het voorkomen van een faillissement van deze instelling?

Antwoord op vraag 7.

Vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke zie ik toe op de continuïteit van zorg voor de jongeren die bij Elker in behandeling zijn. De jeugdzorginstelling, betrokken gemeenten en de Jeugdautoriteit zijn in gesprek. De Jeugdautoriteit is betrokken. In het uiterste geval kan de Jeugdautoriteit escaleren naar mij.

[1] Dagblad van het Noorden, 5 november 2020, https://www.dvhn.nl/groningen/Mogelijk-ontslagen-bij-jeugdzorgorganisatie-Elker-miljoenentekort-verder-opgelopen-26173929.html?harvest_referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

[1] Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 31 839, nr. 703; Hoofdstuk 4.

[2] https://www.dus-i.nl/subsidies/continuiteit-cruciale-jeugdzorg

Indiener(s)