Antwoord op vragen van het lid Van Raak over Screening politie

Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op schriftelijke vragen van het lid Van Raak, (SP) over Screening politie

(ingezonden 20 oktober, nr. 2020Z19321)

Vraag 1

Klopt het dat de omgeving van politieagenten, niet gescreend mag worden, zoals uit de reactie van de nationale politie blijkt? (1)

Antwoord op vraag 1


De aangenomen wet Screening ambtenaren van politie en politie-externen voorziet wel in omgevingsonderzoek. Deze wet treedt naar verwachting op 1 juli 2021 in werking. Vanaf dat moment kunnen politieambtenaren die werkzaamheden met een verhoogd integriteitsrisico verrichten, worden onderworpen aan een omgevingsonderzoek bij aanvang van de werkzaamheden en gedurende de werkzaamheden. Er wordt op dit moment gewerkt aan een lijst met functies die voor zo’n onderzoek in aanmerking komen. Daarbij is er altijd een afweging rondom inbreuk van de privacy versus risico’s. Ik ben van mening dat de agent op straat geen omgevingsonderzoek behoeft, dit is een te grote inbreuk op de privacy.

Vraag 2

Klopt het dat aanhoudingen van politieagenten in privétijd niet automatisch gemeld mogen worden bij de werkgever? Zo ja, waarom is dat?

Vraag 3

Bent u bereid, indien het niet mogelijk is dat deze meldingen automatisch bij de werkgever belanden, dit wel mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 2 en 3
Op dit moment worden veroordeling van politieambtenaren en –externen niet automatisch doorgegeven aan de werkgever. Politieambtenaren en –externen moeten veroordelingen in het huidige systeem zelf melden bij het bevoegd gezag, omdat er nog geen technische koppeling is voor continue screening. Met de inwerkingtreding van de wet screening ambtenaren van de politie en –externen, voorzien op 1 juli 2021, wordt in het kader van continue screening het personeelsbestand van de politie doorlopend gecontroleerd aan de hand van de gegevens in het Justitieel Documentatie Systeem. De bedoeling is dat er een technische koppeling wordt gecreëerd tussen de Justitiële Informatiedienst en het personeelsbestand van de politie.

Een justitieel gegeven levert in de regel een indicatie op dat er een risico is voor de betrouwbaarheid. Een nieuw justitieel gegeven kan het bevoegd gezag aanleiding geven tot het treffen van maatregelen, waaronder het starten van een hernieuwd incidenteel betrouwbaarheidsonderzoek.

Vraag 4

Kunt u garanderen dat, nu er veel nieuwe agenten moeten worden opgeleid, de lat voor screening niet lager wordt gelegd maar alle aspiranten voldoende gescreend worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoorden op vraag 4
In het kader van screening wordt gebruik gemaakt van een ‘meetlat’ waarin de beoordelingscriteria zijn opgenomen die worden gehanteerd. Vastgelegd is welke gegevens en bronnen gebruikt mogen worden bij de screening. Deze standaarden blijven voor eenieder gelijk. Er worden vanuit capaciteitsoverwegingen geen concessies gedaan voor het vaststellen van de betrouwbaarheid. Integriteit is namelijk een van de kernwaarden van de politie.

Indiener(s)