Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de financiƫle problemen bij de Geschillencommissie

AH 908

2020Z21542

Antwoord van minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 24 november 2020)

Vraag 1

Sinds wanneer bent u op de hoogte van de financiële problemen bij de Geschillencommissie? Waarom is er nog steeds niet gereageerd op het ingediende subsidieverzoek per brief van 7 juli 2020? 1)

Antwoord 1

Eind maart 2020 heb ik de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC), onderdeel van de Geschillencommissie, gevraagd welke gevolgen zij ondervinden van de Covid 19-crisis. De SGC heeft mij daarna op de hoogte gehouden van verdere ontwikkelingen. Bij brief van 7 juli 2020 heeft de SGC mij verzocht om een subsidie van €268.000 teneinde de financiële gevolgen van de Covid-19 crisis binnen de organisatie op te kunnen vangen. Het gaat hier om een verzoek om subsidie in aanvulling op de jaarlijkse subsidie aan de SGC. Begin september heeft de SGC op mijn verzoek aanvullende informatie verstrekt. Medio oktober heeft een van mijn medewerkers de SGC telefonisch laten weten dat ik voornemens ben het verzoek af te wijzen. Bij brief van 9 november 2020 heb ik dit voorgenomen besluit schriftelijk kenbaar gemaakt. Op 18 november jl. heeft de SGC schriftelijk gereageerd op dit voorgenomen besluit. De SGC heeft aangegeven dat zij nog een mondelinge toelichting wil geven. Daartoe is de SGC op 20 november jl. in de gelegenheid gesteld. Op korte termijn zal een besluit op het subsidieverzoek van de SGC worden genomen. Daarbij zal de door SGC gegeven toelichting worden betrokken.

Vraag 2

Erkent u de maatschappelijke rol en betekenis van de Geschillencommissie voor het goedkoop, snel en buitengerechtelijk oplossen van klachten en geschillen van bijvoorbeeld consumenten?

Antwoord 2

Ja zeker, zie ook het antwoord op vragen 4 en 5.

Vraag 3

Ziet u ook dat de gevolgen van de coronacrisis ook voor deze organisatie groot zijn, bijvoorbeeld alleen al vanwege de enorme toename van zaken in bijvoorbeeld de reissector, wat tot grote onzekerheid leidt?

Antwoord 3

Ik ben mij ervan bewust dat ook de SGC de gevolgen van de Covid-19 crisis ondervindt en dat dit voor de organisatie de nodige impact heeft.

Vraag 4

Wat zouden de gevolgen zijn als de Geschillencommissie haar deuren zou sluiten, zowel voor de rechtszoekenden die dit laagdrempelige alternatief dan kwijt zijn, maar ook voor de toename van zaken bij de Rechtspraak? Welke meerkosten zou dat tot gevolg hebben?

Vraag 5

Erkent u ook dat het behoud van diverse geschillencommissies voor een aantal sectoren ook verplicht is en voortvloeit uit wetten en internationale afspraken?

Antwoord vraag 4 en 5

Bij de SGC zijn 50 sectorale geschillencommissies vanuit het bedrijfsleven, 16 geschillencommissies voor de zorg en de geschillencommissie Kinderopvang ondergebracht. Bij zorg en kinderopvang gaat het om commissies met een wettelijke grondslag. Daarnaast is de geschillencommissie Algemeen, die een wettelijke grondslag heeft en voortvloeit uit de Europese richtlijn inzake ADR voor consumenten, ondergebracht bij de SGC. In 2019 behandelde de SGC 5599 geschillen van consumenten. Bij de behandeling van de begroting van het ministerie voor het jaar 2018 heb ik al aangegeven dat het voortbestaan van de SGC niet in gevaar mag komen. Dat standpunt is niet gewijzigd. De SGC, als één van de vier buitengerechtelijke geschilbeslechtingsinstanties in Nederland, vergroot de toegang tot het recht door conflicten in een vroeg stadium, snel en laagdrempelig op te lossen. Dat wil ik graag behouden.

Vraag 6

Wat is uw reactie op de brief waaruit blijkt dat het voortbestaan van de Geschillencommissie in het geding is, nadat de overheidssubsidie de laatste jaren al gehalveerd is, waardoor nieuwe tegenvallers nu niet meer op te vangen zijn?

Vraag 7

Hoe gaat u er voor zorgen dat de Geschillencommissie haar deuren niet hoeft te sluiten?

Antwoord vraag 6 en 7

Onder verwijzing naar mijn antwoord op vraag 1 merk ik daarover aanvullend graag op dat ik in het recente verleden, bij de behandeling van de begroting van het ministerie van JenV voor het jaar 2018 heb aangegeven dat het voortbestaan van de SGC niet in gevaar mag komen. Dat standpunt onderschrijf ik nog steeds nadrukkelijk. Deze situatie doet zich nu niet voor. Om de vinger aan de pols te houden blijf ik -ook buiten het kader van het subsidieverzoek- met de SGC in contact over de gevolgen van de Covid 19-crisis zoals ik dat de afgelopen tijd ook heb gedaan.

Vraag 8

Kunt u deze vragen voorafgaand aan de behandeling van de begroting Justitie en Veiligheid beantwoorden?

Antwoord 8

Ja

1) Brieven van de Geschillencommissie van 7 juli 2020 en 9 november 2020

Indiener(s)