Antwoord op vragen van het lid Öztürk over handhavingsacties op het NS-station Arnhem centraal

Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op de schriftelijke vragen van het lid Öztürk (DENK) over handhavingsacties op het NS-station Arnhem Centraal.

(ingezonden 8 oktober 2020, 2020Z18275)



Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘gefilmde discussie boa's met jongeman op Arnhem Centraal zorgt voor commotie op social media’?[1]

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het feit dat op het NS-station Arnhem Centraal regelmatig controles plaatsvinden door handhavers?

Antwoord op vraag 2

Ja.

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de aanleiding vormt voor deze handhavingsacties op het NS-station Arnhem Centraal?

Antwoord op vraag 3

Samen met gemeenten, andere vervoerbedrijven en politie houdt NS regelmatig toezicht- en handhavingsacties in treinen en in stations. Deze handhavingsacties worden informatie-gestuurd ingepland. De betekent dat NS de sociale veiligheid samen met lokale ketenpartners analyseert op basis van historische data en feitelijke data van meldingen. Deze aanpak geldt voor alle stations in Nederland.

 

Vraag 4

Worden deze acties uitgevoerd in het kader van de handhaving van de openbare orde onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester? Zo ja, welke mogelijke verstoringen van de openbare orde vormen de grondslag voor deze handhavingsacties, in het licht van het feit dat zij een beperking inhouden van de bewegingsvrijheid?

Antwoord vraag op 4

De handhavingsacties worden uitgevoerd door buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) domein IV in het openbaar vervoer, vanuit het wettelijke kader dat vastgesteld is door de Minister van Justitie en Veiligheid. De boa’s openbaar vervoer van NS vallen onder de afdeling Veiligheid & Service en zijn belast met het toezicht op orde, rust, veiligheid en een goede bedrijfsgang binnen het openbaar vervoer van de (strafbare) feiten in een uitputtende lijst wettelijke voorschriften. Tot het openbaar vervoer wordt gerekend de voertuigen, in de stations of in de onmiddellijke nabijheid van het station of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij horende perrons, trappen, tunnels en liften. De boa’s openbaar vervoer vallen niet onder de verantwoordelijkheid (gezag) van de burgemeester.

Vraag 5

Worden deze handhavingsacties uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie in het kader van het opsporingsbeleid? Zo ja, welke concrete verdenkingen van welke strafbare feiten vormen de grondslag voor deze handhavingsactiviteiten, mede gelet op het feit dat zij beperkingen inhouden van de bewegingsvrijheid?

Antwoord op vraag 5

De handhavingsacties worden niet uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van justitie in het kader van het opsporingsbeleid. De boa’s houden toezicht en treden op als de orde, rust, veiligheid en/of een goede bedrijfsgang wordt verstoord of als het risico bestaat dat dit dreigt verstoord te worden.

Vraag 6

Wordt bij deze handhavingsactiviteiten soms etnisch geprofileerd, gelet op het feit dat op sociale mediabeelden circuleren van staande houdingen van Nederlanders van kleur?

Antwoord op vraag 6

Bij handhavingsactiviteiten wordt niet etnisch geprofileerd. De boa’s openbaar vervoer reageren op een geconstateerd feit vanuit eigen waarneming. Wanneer een reiziger er bijvoorbeeld van wordt verdacht zwart te rijden, omdat de reiziger zonder in of uit te checken de poortjes op het station ontwijkt, kan deze reiziger staande worden gehouden ter controle op een vervoersbewijs.

Vraag 7

Welke geweldsinstructie ligt aan het optreden van de handhavers ten grondslag?

Antwoord op vraag 7

In deze casus gaat het om het gebruik van de geweldsbevoegdheid door een boa. De regels omtrent het gebruik deze bevoegdheid staan omschreven in artikel 7 van de Politiewet 2012.

Deze boa’s hebben zogenoemde aanvullende beperkte politiebevoegdheden. Vanuit die bevoegdheid mogen zij proportioneel en subsidiair geweld gebruiken. Daaronder valt het gebruik van handboeien, fouilleren en het gebruik van gepast geweld om de aanhouding wettelijk te doen plaatsvinden indien een verdachte zich daar tegen verzet. Het gebruik van geweldsmiddelen wordt in de Ambtsinstructie nader genormeerd.

Voordat de geweldsbevoegdheid kan worden toegekend, wordt de boa opgeleid en getoetst terzake het gebruik van de geweldsbevoegdheid. In de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Boa (RTGB) worden regels gesteld hoe deze toetsing plaatsvindt.

Vraag 8

Deelt u de mening dat moet worden voorkomen dat het beeld ontstaat dat het NS-station Arnhem Centraal een locatie wordt waar Nederlanders van kleur worden blootgesteld aan handhavingsacties die gepaard gaan met stevige krachtuitoefening?

Antwoord op vraag 8

Voor NS staat veiligheid voor reizigers en personeel bovenaan. NS neemt maatregelen om het gevoel van veiligheid op het station, in de trein en tijdens de treinreis te vergroten en om incidenten voor medewerkers en reizigers zoveel als mogelijk te voorkomen. Zoals toegelicht onder vraag 3, worden handhavingsacties informatie-gestuurd ingezet op basis van historische, feitelijke data van meldingen. Gedurende een handhavingsactie wordt gehandeld op basis van geconstateerde feiten. Wanneer tijdens een handhavingsactie gebruik wordt gemaakt van de geweldsbevoegdheid, wordt door o.a. de direct toezichthouder getoetst of het optreden van de boa heeft plaatsgevonden binnen het geldend wettelijk kader.

[1]https://www.gelderlander.nl/arnhem/gefilmde-discussie-boa-s-met-jongeman-op-arnhem-centraal-zorgt-voor-commotie-op-social-media~a8b5c578/?referrer=https%3A%2F%2Ft.co%2F

Indiener(s)