Antwoord op vragen van de leden Van Toorenburg, Van der Graaf en Van Nispen over het blog van de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit Imago en ‘backlash’

Antwoorden van de minister voor Rechtsbescherming op schriftelijke vragen van de leden Van Toorenburg (CDA), Van der Graaf (ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de minister voor Rechtsbescherming over het blog van de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit Imago en ‘backlash’

(ingezonden 19 oktober 2020, 2020Z19242).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het blog van de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit Imago en ‘backlash’, d.d. 9 oktober 2020? 1)

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Heeft ook u zich verdiept in het patroon dat bij de opening van de gokmarkt in veel landen hetzelfde lijkt te zijn? Kunt u dat patroon beschrijven?

Antwoord op vraag 2

In zijn blog geeft de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit een samenvatting van de bijdrage van een van de sprekers tijdens de “Gaming in Holland” conferentie. Deze spreker gaf volgens de voorzitter van de Raad van Bestuur aan dat er bij de opening van de online markt in verschillende landen sprake is geweest van een patroon waarbij eerst een staatsmonopolie werd afgebouwd, vervolgens een felle concurrentiestrijd losbarstte, waarna er negatieve publiciteit ontstond, gevolgd door strengere overheidsmaatregelen.

Vraag 3

Klopt het dat er vrij vlot na het loslaten van het staatsmonopolie heel veel aanbieders op de markt komen, die met veel marketinggeweld in een felle concurrentiestrijd verwikkeld raken? Hoe denkt u dat in die strijd de spelers beschermd (kunnen) worden en afdrachten veilig kunnen worden gesteld?

Antwoord op vraag 3

In Nederland is de situatie anders dan waaraan de spreker tijdens het congres refereerde, want er is in Nederland geen sprake van het loslaten van een staatsmonopolie voor wat betreft kansspelen op afstand. Kansspelen op afstand worden gereguleerd. Het gaat er daarbij om de daadwerkelijke vraag naar kansspelen op afstand die nu bestaat of in de toekomst kan ontstaan, te kanaliseren naar legaal aanbod. Om een hoge kanalisatiegraad te behalen moeten consumenten kennis kunnen nemen van het legale aanbod van kansspelen op afstand. Legale aanbieders mogen daarom, onder strikte voorwaarden, reclame maken. Wervings- en reclameactiviteiten mogen niet aanzetten tot onmatige deelneming aan kansspelen. Om kwetsbare groepen te beschermen tegen reclame-uitingen van kansspelaanbieders mag kansspelreclame bijvoorbeeld niet gericht zijn op maatschappelijk kwetsbare groepen van personen, waaronder minderjarigen en jongvolwassenen. Met de inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand wordt een stevig pakket aan maatregelen geïntroduceerd ter voorkoming van kansspelverslaving. Onderdeel daarvan is aanscherping van het reclamebeleid.

Omdat de online markt een geheel andere kansspelmarkt is dan die van loterijen, is niet te verwachten dat de opening van de online markt invloed zal hebben op de afdrachten in de loterijsector.[1]

Vraag 4

Maakt u zich er ook zorgen over dat kwetsbare mensen de dupe kunnen worden en dat er een backlash ontstaat, zoals de voorzitter van het bestuur van de KSA het noemt? Zo niet, weet u dan niet dat uit de praktijk elders blijkt dat zich schijnende situaties kunnen voordoen, die in andere landen tot veel negatieve publiciteit leiden, waarna de overheid genoodzaakt wordt in te grijpen? Hoe bereidt u zich hierop voor?

Antwoord op vraag 4

Met het oog op een zorgvuldige en veilige opening van de markt voor online kansspelen in Nederland is in de wet- en regelgeving reeds voorzien in zeer strenge eisen op het gebied van werving en reclame en voor wat betreft de zorgplicht van de vergunninghouder. Daarnaast zullen de ontwikkelingen na de opening van de markt zorgvuldig worden gemonitord en zal de Ksa de thema’s reclame en verslavingspreventie centraal stellen in het toezicht. Drie jaar na de inwerkingtreding van de wet zal deze worden geëvalueerd, waarbij nadrukkelijk zal worden gekeken naar de effecten op consumentenbescherming en verslavingsproblematiek. De normen in lagere regelgeving kunnen, als dat onverhoopt nodig blijkt, ook al vóór de geplande wetsevaluatie worden aangepast.

Vraag 5

Gelooft u in de door de kansspelindustrie gepropageerde ‘zelfregulering’? Zo ja, hoe ziet die er dan uit? Zo niet, wat gaat u er dan aan doen om ervoor te zorgen dat er in Nederland niet ook een backlash volgt, zoals Italië, Spanje, België en het Verenigd koninkrijk?

Antwoord op vraag 5

Allereerst verwijs ik u naar het antwoord op de vorige vraag. In het blog geeft de voorzitter van de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit aan dat ook de Kansspelautoriteit een taak heeft in het voorkomen van een “backlash”. De Kansspelautoriteit vult die in door scherp toezicht te houden op het naleven van de zorgplicht door vergunninghouders en door “verantwoord spelen” te stimuleren. Dit betekent dat de Kansspelautoriteit de normen en eisen in de regelgeving duidelijk maakt, de sector aanspreekt op de naleving daarvan en waar nodig direct doorpakt in de handhaving.

De sector heeft mij laten weten de bestaande Reclame- en Gedragscode voor kansspelen te evalueren en aan te passen aan de situatie die ontstaat na de regulering van kansspelen op afstand. Zij zien het gematigd houden van reclame hierbij als een belangrijk thema.

Vraag 6

Kunt de deze vragen een week voor de begrotingsbehandeling J&V beantwoorden?

Antwoord op vraag 6

Ja.

1) https://kansspelautoriteit.nl/organisatie/organisatie/blogs-rene-jansen/imago-backlash/?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=e-mail&utm_term=20201015&utm_content=link_ID0APMAI0QMAI&utm_campaign=Nieuwsbrief%2015%20oktober%202020

[1] Zie o.a. Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 12

Indiener(s)