Antwoord op vragen van het lid Palland over het bericht 'Arbeidsmigrant reist steeds verder' en het bericht 'Goedkope arbeidsmigrant komt van steeds verder'

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Palland [CDA] over "Arbeidsmigrant reist steeds verder".

de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

  1. Koolmees

2020Z15719

(ingezonden 7 september 2020)

Vragen van het lid Palland (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht ‘Arbeidsmigrant reist steeds verder’ en het bericht ‘Goedkope arbeidsmigrant komt van steeds verder’.

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Arbeidsmigrant reist steeds verder’ en het bericht ‘Goedkope arbeidsmigrant komt van steeds verder’?[1][2]

Antwoord 1

Ja, deze berichten zijn mij bekend. Het Financiële Dagblad kwam op 27 augustus 2020 jl. met een vergelijkbaar bericht 'Arbeidsmigrant nog goedkoper gemaakt door detachering'. Het lid Jasper van Dijk (SP)[3] heeft daarover op 3 september jl. schriftelijke vragen gesteld. De beantwoording van onderstaande vragen kan in samenhang worden gezien met de beantwoording van de vragen van het lid Jasper van Dijk

Vraag 2

Klopt het dat, doordat de Poolse economie zich steeds verder ontwikkelt, het voor Europese arbeidsmigranten uit bijvoorbeeld Polen steeds minder aantrekkelijk is om in Nederland te werken of te blijven werken?

Antwoord 2

De groei van de Poolse economie en de lage werkloosheid in Polen in de periode voorafgaand aan de COVID-19 pandemie kan enige invloed hebben bij de keuze van Poolse werknemers om in andere EU-lidstaten te gaan werken. Dat neemt niet weg dat veel Poolse werknemers nog steeds buiten Polen willen werken. Ook in Nederland vormen Polen nog steeds de grootste groep onder de mobiele werknemers. Wel mag verondersteld worden dat een sterkere positie van Poolse werknemers op de arbeidsmarkt met zich meebrengt dat zij selectiever kunnen zijn bij hun keuze voor een bepaalde lidstaat, bijvoorbeeld op het punt van de woon- en werkomstandigheden.

Vraag 3

Deelt u het beeld dat in landen als Polen, Tsjechië, Slovenië en Hongarije een groeiend aantal werkvergunningen wordt afgegeven aan personen buiten de Europese Economische Ruimte (EER), bijvoorbeeld uit Oekraïne, Turkije en Oezbekistan, welke personen daarmee ook aan de slag kunnen via bedrijven in de eerst genoemde landen in bijvoorbeeld Nederland waarbij ook de premies in genoemde landen en niet in Nederland worden afgedragen (A1-payrolling of A1-verloning)?

Antwoord 3

Een aantal lidstaten heeft vanwege tekorten op hun arbeidsmarkt de toelating van derdelanders versoepeld[4]. Derdelanders die legaal werken en verblijven binnen een EU-lidstaat kunnen op basis van het vrij verkeer van diensten[5] tijdelijk in andere EU-lidstaten te werk worden gesteld. Deze derdelanders zijn – onder bepaalde voorwaarden, zoals voorafgaande verzekering in de zendende lidstaat – sociaal verzekerd in de zendende lidstaat. Op basis van Verordening (EG) 883/2004 kunnen uitgezonden werknemers maximaal 24 maanden sociaal verzekerd blijven in de zendende lidstaat. Dat betekent dat in de ontvangende lidstaat geen sociale premies behoeven te worden afgedragen. Ook ontstaat in de ontvangende lidstaat dan geen recht op uitkering, bijvoorbeeld bij werkloosheid.

Vraag 4

Deelt u het beeld dat de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) op 1 januari van dit jaar ervoor zorgt dat Nederlandse bedrijven waar veel tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten werken overstappen op deze A1-verloning?

Antwoord 4

Zoals ook aangegeven bij de beantwoording van de vragen van het lid Jasper van Dijk heb ik op dit moment geen helder beeld van dit effect van de WAB. In mijn brief van 5 juni 2020[6] inzake de quickscan naar de effecten van de WAB Monitoring en evaluatie WAB, heb ik al opgemerkt dat het lastig is de effecten van de WAB los te bezien van de ingrijpende arbeidsmarkteffecten van de coronacrisis, het overheidsbeleid ter zake en de economische gevolgen. Niettemin worden aan de hand van diverse onderzoeken op dit moment verschillende aspecten van de impact van de WAB in beeld gebracht. Wanneer de resultaten daarvan bekend zijn zal uw Kamer hierover nader worden geïnformeerd.

Vraag 5

Deelt u de mening van de Algemene Bond Uitzendorganisaties (ABU) dat deze route van inhuren van niet-EER-arbeidsmigranten via A1-verloning oneerlijke concurrentie veroorzaakt? Waarom wel/waarom niet? Vindt u dit een wenselijke ontwikkeling?

Vraag 6

Deelt u het standpunt van de ABU dat de kans op malafide constructies via A1-verloning groot is en de controle en handhaving anders en beter moet? Bent u van plan om hierin aanvullende stappen te zetten?

Antwoord vragen 5 en 6


Het inhuren van niet-EER-werknemers via andere EU-lidstaten is op zich geen vorm van oneerlijke concurrentie en volgens het Europese Hof van Justitie mogelijk binnen de Europese regelgeving[7], die daaraan ook voorwaarden verbindt. Van oneerlijke concurrentie is pas sprake indien de regels worden overtreden, bijvoorbeeld als er onderbetaling of uitbuiting plaatsvindt, of indien er sprake is van schijnconstructies bedoeld om sociale premies te ontduiken. Ik keur het fingeren van situaties om premievoordelen te bereiken (premieshoppen) af. Dergelijke praktijken leiden inderdaad tot oneerlijke concurrentie en moeten daarom tegengegaan worden.

In mijn brief aan de Kamer over A1-verklaringen en premieshoppen van 7 juli 2020 heb ik mijn inzet tegen premieshoppen toegelicht. Ik heb er in deze brief onder andere op gewezen dat het tegengaan van premieshoppen complex is omdat het vaak gepaard gaat met het achterhouden of fingeren van situaties. De SVB en ketenpartners werken intensiever samen om feiten te achterhalen en signalen en kennis te delen. Ook nieuwe instrumenten zoals de Europese Arbeidsautoriteit en de meldingsplicht van de WagwEU bieden weer nieuwe mogelijkheden bij het opsporen van schijnconstructies.

Vraag 7

Klopt het dat het mededingingsrecht belemmeringen opwerpt om A1-constructies te beperken?

Antwoord 7

In hoeverre het mededingingsrecht aan de brancheorganisaties belemmeringen opwerpt om het gebruikmaken van A1-constructies te beperken kan ik op dit moment niet goed beoordelen. Ik begrijp dat men vanuit de uitzendbranche hierover in gesprek gaat met de ACM, en wil het oordeel van de ACM afwachten alvorens hierover uitspraken te doen.

Vraag 8

Hoeveel arbeiders van buiten de EER zijn er in de afgelopen jaren via een A1-verloning actief geweest? Is hierin een splitsing per land en sector te maken?

Antwoord 8

Uit de ons thans ter beschikking staande gegevens valt niet af te leiden hoeveel arbeiders van buiten de EER in de afgelopen jaren via een A1-verloning in Nederland te werk zijn gesteld. De nationaliteit van werknemers wordt in deze gegevens niet geregistreerd. Wel hebben we inzicht in de aantallen werknemers die vanuit derde landen naar Nederland zijn doorgedetacheerd. Het is dan echter niet duidelijk hoeveel van deze werknemers onder de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving (inclusief premieheffing) zijn komen te vallen. Onderaan treft u een bijlage aan, met daarin een overzicht van de aantallen gemelde werknemers die op grond van deze notificatieplicht gemeld zijn bij UWV, van de jaren 2015 tot en met 2019.

Vraag 9

Is er voldoende toezicht of werkgevers en uitzendbureaus zich aan alle wettelijke voorschriften houden waar het gaat om contracting van arbeidsmigranten?

Antwoord 9
Op alle aspecten van mobiele arbeid in Nederland, dus ook bij grensoverschrijdende contracting, wordt toezicht gehouden door de diverse bevoegde instanties. De Inspectie SZW houdt toezicht op de arbeidswetten zoals de Wet Minimumloon en vakantiebijslag en de Arbeidstijdenwet. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van hun inwoners, waaronder arbeidsmigranten en houden bouw- en woningtoezicht. De Belastingdienst richt zich op de aanpak van belasting- en premiefraude en schijnconstructies door malafide uitzendbureaus. Het is daarbij van belang dat wet- en regelgeving fraude en malafiditeit zoveel mogelijk ontmoedigt. Toezicht en handhaving is vervolgens het sluitstuk.

Het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten is gevraagd om in een tweede advies te komen met aanbevelingen die zorgen voor een verbetering van de regulering van uitzendbureaus en versterking van de aanpak van malafide uitzendbureaus.

Overzicht notificaties bij UWV

2019

2018

2017

2016

2015

[1] 1) Nieuwe Oogst, 27 augustus 2020 'Arbeidsmigrant reist steeds verder'

(https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2020/08/27/arbeidsmigrant-reist-steeds-verder)

[2] 2) ABN AMRO, 27 augustus 2020 'Goedkope arbeidsmigrant komt van steeds verder'

(https://insights.abnamro.nl/2020/08/goedkope-arbeidsmigrant-komt-van-steeds-verder/)

[3] Uw kenmerk: 2020Z15480

[4] Zie bijvoorbeeld: https://ec.europa.eu/migrant-integration/news/poland-easy-job-access-for-foreigners-in-nearly-200-new-professions

[5] Zie hiervoor ECJ in Essent C-91/13

[6] Kamerstukken II 2019/20, 5 juni 2020.

[7] O.a in de zaken Van der Elst C-43/93 en Rush Portuguesa C-113/89.

Indiener(s)