Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het bericht: 'Minister die niet reageert op omstreden vertrekpremie directeur woningcorporatie Woonbron'

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen gesteld door het lid Beckerman (SP) over het bericht ‘Minister die niet reageert op omstreden vertrekpremie directeur woningcorporatie Woonbron'. De vragen zijn ingezonden 1 september 2020 met als kenmerk 2020Z15302.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,




drs. K.H. Ollongren

Vraag 1

Kent u het bericht 'minister reageert niet op provocatie Woonbron'? 1) Wat is hierop uw reactie?

Antwoord op vraag 1

Ja. Het toezicht op de naleving van de Wet normering topinkomens is voor zover het de woningcorporaties betreft gemandateerd aan de Autoriteit woningcorporaties (Aw). De Aw heeft op 20 augustus jl. gereageerd naar het bestuur van Woonbron op de betreffende tekst in het jaarverslag.

Vraag 2

Wat is uw mening over het feit dat de Rotterdamse woningcorporatie Woonbron in haar jaarrekening 2019 vasthoudt aan de opvatting dat zij niet onrechtmatig zou hebben gehandeld bij het verstrekken van een ontslagvergoeding aan de in juli 2018 vertrokken directeur? Kunt u dit toelichten?

Antwoord op vraag 2

De gang van zaken is voor de Aw aanleiding geweest om in overleg te treden met Woonbron. De Aw geeft aan dat tekst zoals opgenomen in het jaarverslag geen recht doet aan het indringende en constructieve gesprek dat de Aw en de Raad van Commissarissen van Woonbron met elkaar hadden. De tekst doet ook geen recht aan de afspraak dat Woonbron zich committeert aan de beleidslijn van BZK en de Aw inzake de VPL premie.

Vraag 3

Waarom wacht u met het geven van een reactie op deze kwestie totdat een eerstvolgende, pas in 2021 te verwachten, beoordelingsbrief over Woonbron verschijnt?

Antwoord op vraag 3

Dat is niet het geval, zie het antwoord op vraag 1

Vraag 4

Overweegt u, net als in januari 2020 gebeurde in de affaire Laurens Wonen, de Autoriteit woningcorporaties een aparte brief te laten sturen waarin u uw ongenoegen over Woonbrons opstelling in de kwestie kunt uiteenzetten? 2)

Antwoord op vraag 4

Nee, voor een aparte brief is geen noodzaak. Woonbron heeft namelijk na de in het antwoord op vraag 1 aangehaalde reactie van de Aw op 3 september het volgende bericht op haar website geplaatst:

Statement Woonbron rond terugbetaling

In ons jaarverslag 2019 wordt verwezen naar een uitkering aan de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur. Daarbij is de volgende zinsnede gebruikt: 'Ondanks dat er geen sprake was van een onverschuldigde betaling door Woonbron heeft hij vrijwillig besloten om het deel van de zogeheten VPL premie terug te betalen aan Woonbron.'


De bewuste zinsnede hadden we achteraf niet moeten opnemen. Woonbron committeert zich aan de beleidslijn van BZK en de Aw. De mogelijke suggestie die de zinsnede oproept doet ook geen recht aan het indringende en constructieve gesprek dat de Autoriteit woningcorporaties en de Raad van Commissarissen van Woonbron met elkaar hadden over deze kwestie. Dit betreuren wij.’

Vraag 5

Wat was de uitkomst van het eerder gevoerde verantwoordingsgesprek tussen de Autoriteit woningcorporaties en de commissarissen van Woonbron?

Antwoord op vraag 5

De uitkomst van het gesprek was voor de Aw op dat moment zodanig dat de kwestie wat haar betreft afgehandeld was.

1) Dagblad010, 30 augustus 2020, 'Minister reageert niet op provocatie Woonbron'

https://dagblad010.nl/Bouw%20&%20Wonen/minister-reageert-niet-op-provocatie-woonbron-

2) Brief van Autoriteit woningcorporaties aan Laurens Wonen over terugvordering bezoldiging voormalig voorzitter RvC, d.d. 21 januari 2020 https://www.ilent.nl/binaries/ilt/documenten/brieven/2020/01/24/l2066-laurenswonen-01-2020/L2066+Laurens+Wonen+01-2020.pdf

Indiener(s)