Antwoord op vragen van lid Futselaar over het krantenartikel ‘LTO wil af van onzinnige beregeningsverboden’ van 19 augustus vragen gesteld over de onderzoekersnotitie ‘Efficiëntie van beregening’

Geachte Voorzitter,

Uw lid Futselaar (SP) heeft naar aanleiding van het krantenartikel ‘LTO wil af van onzinnige beregeningsverboden’ van 19 augustus vragen gesteld over de onderzoekersnotitie ‘Efficiëntie van beregening’ die op mijn verzoek is opgesteld.

Hierbij beantwoord ik deze vragen. Tevens stuur ik u de betreffende onderzoekersnotitie als bijlage mee. Landbouwsector en waterschappen kunnen deze gebruiken bij gesprekken in de regio over beregening in watertekortsituaties.

Carola Schouten

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2020Z14866

1

Bent u bekend met het bericht ‘LTO Noord wil af van ‘onzinnige beregeningsverboden’?

Antwoord
Ja.

2

Hoe beoordeelt u als opdrachtgever het feit dat een concept van de publicatie over bestaande wetenschappelijke kennis met betrekking tot beregening is gedeeld met belangenorganisatie LTO Noord? 

3

Wat is de reden dat de conceptstudie is gedeeld met belangenorganisaties alvorens tot definitieve publicatie wordt overgegaan? 

4

Wie heeft ervoor gekozen om de conceptstudie te delen met belangenorganisaties en welke partijen zijn hierbij buiten LTO Noord nog meer geïnformeerd over de conceptresultaten van de studie?

Antwoord 2, 3 en 4

De opdracht is voortgekomen uit een vraag die gesteld was in het sectoroverleg Droogte Landbouw en Natuur, waarin informatie over de actuele stand van zaken en kwesties die spelen tijdens een droogtesituatie worden uitgewisseld. Dit sectoroverleg is ingesteld naar aanleiding van de droogte-ervaringen in 2018 en de aanbevelingen van de Beleidstafel Droogte.
De opdracht betrof deskresearch om de bestaande wetenschappelijke kennis over de efficiëntie van beregening bijeen te brengen voor de beregeningsmethode waarmee in Nederland de grootste arealen worden beregend (i.e. de spuithaspel, gebruikt in akker- en weidebouw). Onderdeel van het voorziene proces was een bespreking met vertegenwoordigers van de landbouwsector en van de waterschappen, als beoogde gebruikers van de kennis. Doel was om te toetsen of de laatste stand van de wetenschappelijke kennis over efficiëntie beregening in de notitie helder is weergegeven. De bevindingen zelf stonden tijdens deze bijeenkomst niet ter discussie.

In het sectoroverleg Droogte Landbouw en Natuur nemen naast LNV en Rijkswaterstaat vertegenwoordigers deel vanuit LTO, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), alsook deelnemers vanuit Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Landschappen en de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE). Met de waterschappen is een overleg georganiseerd in Unie van Waterschappen-verband.

5

Kunt u de Kamer informeren over de samenstelling van de betreffende onderzoeksgroep? 

Antwoord
De onderzoekersgroep bestaat uit onderzoekers van WUR, KNMI en enkele zelfstandige specialisten op dit gebied. Hun namen staan vermeld in de bijgaande definitieve notitie.

6

Bent u bereid om het onderzoek meteen naar de Kamer te sturen in de vorm zoals het is gedeeld met belangenorganisaties? Zo nee, waarom niet? 

Antwoord
De notitie is recent afgerond door de onderzoekersgroep en de definitieve versie is bijgevoegd. Ten opzichte van de conceptnotitie zijn de tekstpassages over de verdampingsverliezen overdag verduidelijkt en is er enige kennis over de relatie tussen windsnelheid en dag-nacht alsook windsnelheid en regio in relatie tot beregeningsverliezen toegevoegd.

7

Deelt u de mening dat het in het kader van wetenschappelijke onafhankelijkheid zorgvuldiger zou zijn geweest om de publicatie niet voor te leggen aan belangenorganisaties alvorens er sprake is van een definitief resultaat? 

Antwoord
Die mening deel ik niet. De bevindingen van de notitie stonden tijdens dit overleg immers niet ter discussie. Zie de antwoorden op vragen 2, 3 en 4.

Indiener(s)