Antwoord op vragen van de leden De Graaf en Wilders over het bericht ‘Hoe een Haagse moskee een verzamelplaats voor jihadisten werd,’

In antwoord op uw brief van 6 juli 2020 deel ik u mee, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat de schriftelijke vragen van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) over het bericht ‘Hoe een Haagse moskee een verzamelplaats voor jihadisten werd,’ worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage van deze brief.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

 
 
 
 

Ferd Grapperhaus

   

Antwoorden van de ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op schriftelijke vragen van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) over het bericht ‘Hoe een Haagse moskee een ‘verzamelplaats voor jihadisten’ werd'

(ingezonden 6 juli 2020, nr. 2020Z13594)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘Hoe een Haagse moskee een ‘verzamelplaats voor jihadisten’ werd'?

Antwoord op vraag 1

 Ja, ik ben bekend met het bericht.

Vraag 2

In hoeveel gevallen zijn potentiële uitreizigers/jihadisten gederadicaliseerd door de aanpak van de gemeente Den Haag en op basis van welk wetenschappelijk bewijs was dat?

Antwoord op vraag 2

Zoals eerder aan de Kamer gecommuniceerd, is en blijft het lastig om vast te stellen hoeveel personen daadwerkelijk zijn gederadicaliseerd. Betrokkenheid van de verschillende partners en monitoring is daarom van belang. Binnen detentie worden gemeenten reeds betrokken bij het opstellen van een re-integratieplan waarin wordt ingezet op deradicalisering. Dit wordt vormgegeven binnen een Multidisciplinair Afstemmingsoverleg Resocialisatie (MAR) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waar de betrokken gemeente en Reclassering vaste partners zijn. Na detentie wordt de betrokkene vanuit het lokale casusoverleg onder regie van de gemeente met diverse zorg- en veiligheidspartners gemonitord en het re-integratieplan verder vormgegeven.

Verder is de inzet van zowel het gespecialiseerde team Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (TER-team) van de reclassering als van het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) in 2018 positief geëvalueerd. Met verschillende partners wordt geïnvesteerd in het doorontwikkelen en inzicht krijgen in de effectiviteit van interventies gericht op deradicalisering. Zo ontstaat steeds meer zicht op welke interventies en begeleiding bijdragen aan disengagement, deradicalisering en re-integratie. Ook gemeenten worden gestimuleerd meer zicht te krijgen op de effectiviteit en werkzame elementen van interventies. Zo kunnen gemeenten Versterkingsgelden aanvragen voor het (laten) uitvoeren van evaluatie van lokale interventies en is de Toolkit Evidence Based Werken ontwikkeld om gemeenten concreet te ondersteunen in de verschillende manieren waarop dergelijke evaluaties zijn uit te voeren.

Vraag 3

Hoe kan het dat u een nooit geëvalueerde aanpak als een succes beschouwt?

Antwoord op vraag 3

De Persoonsgerichte  Aanpak (PGA) is en wordt op verschillende manieren geëvalueerd. In 2019 is er een evaluatie in Arnhem afgerond en een aantal gemeenten onderzoekt momenteel vanuit het ondersteuningsaanbod van het Rijk, wat de werkzame elementen binnen hun PGA zijn. Tot slot loopt er thans een landelijke evaluatie van de CT-strategie waar de PGA onderdeel van uitmaakt.

Vraag 4

Waarom is dit broeinest van jihadisten nog steeds open en bent u bereid deze moskee per direct te sluiten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 4

Het artikel gaat niet over de huidige werkwijze, noch over recente gebeurtenissen. Er is daarom geen aanleiding noch noodzaak om deze moskee te sluiten.

Vraag 5

Hoeveel radicalen en terroristen konden op deze manier met behulp van gemeente en de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) doorgaan met hun werving van andere radicalen en (potentiële) terroristen en het verkondigen van hun boodschap in en rond de moskee?

Vraag 6

Wie waren dat allemaal?

Antwoord op vragen 5 en 6

Vraag 7

Hebben betrokkenen spijt van de aanpak en zijn zij bereid de verantwoordelijkheid daarvoor te dragen?

Antwoord op vraag 7

Het beeld dat wordt geschetst in het artikel geeft inzicht in met name de eerste fase van de persoonsgerichte aanpak waar gezocht werd naar een effectieve werkwijze om jongeren te kunnen weerhouden van radicalisering en uitreizen naar Jihadistisch strijdgebied. De overheid doet er, binnen de grenzen van onze rechtstaat, alles aan om de jihadistische dreiging tegen te gaan. Op 18 april 2019 is een rapportage naar uw Kamer verstuurd, waarin de inzet in het kader van de integrale aanpak van terrorisme en extremisme sinds eind 2017 tot april 2019 werd gepresenteerd.[2] De mix van zowel preventieve als meer repressieve maatregelen die de aanpak biedt, geeft het kabinet de mogelijkheid om indien nodig de inzet bij te stellen op basis van actuele ontwikkelingen.

Vraag 8

In hoeverre heeft deze casus, inclusief het misbruik dat betrokkenen hebben gemaakt van alle knullige fouten aan de kant van de overheid, u tot het inzicht gebracht dat de islam een parallelle samenleving heeft gecreëerd waarin de islamitische belangen voorop staan?

Antwoord op vraag 8

Ik deel dit beeld met betrekking tot deze casus niet.

Vraag 9

Bent u bereid administratieve detentie in te voeren en te stellen boven deze knullige aanpak waarbij Nederland in de maling wordt genomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 9

Nee, ik ben niet bereid om administratieve detentie in te voeren.

Administratieve detentie, als een vorm van preventieve detentie, is niet één van de in artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) genoemde gevallen waarin vrijheidsontneming mogelijk is. Het preventief opsluiten van personen past dan ook niet in onze rechtsstaat.

1) NRC, 4 juli 2020, "Hoe een Haagse moskee een 'verzamelplaats voor jihadisten' werd"

[1] Kamerstukken II, 2018-2019, 29614, nr. 108

[2] Kamerstuk 29 754, 2017-2018, nr. 436