Antwoord op vragen van het lid De Groot over het bericht 'Pimpelmezen gaan massaal dood, net nu ze ons van de jeukrups moeten verlossen'

Geachte Voorzitter,

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid De Groot (D66) over het bericht ‘Pimpelmezen gaan massaal dood, net nu ze ons van de jeukrups moeten verlossen’ (ingediend onder op 27 mei jl. onder kenmerk 2020Z09534).

Carola Schouten

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

 

2020Z09534

1

Bent u bekend met het artikel ‘Pimpelmezen gaan massaal dood, net nu ze ons van de jeukrups moeten verlossen’?

Antwoord

Ja.

2

Hoe beoordeelt u de uitspraak in het artikel die grote vraagtekens zet bij het feit dat verschillende gemeenten het middel Xentari inzetten om preventief de

eikenprocessierups te bestrijden?

Antwoord

In het artikel spreekt boswachter Frans Kapteijns zijn zorg uit over het negatieve effect van het gebruik van het middel Xentari op jonge vogels. Dit betreft een persoonlijke mening. Het middel Xentari wordt geacht veilig te zijn voor andere diersoorten zoals vogels. Er is nog geen negatief effect vastgesteld.

3

Deelt u de mening dat het belangrijk is dat wordt onderzocht welk effect Xentari heeft op jonge vogels en andere dieren?

Antwoord

Nee. Voor middelen die zijn toegelaten door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) geldt dat die bij gebruik volgens het wettelijk gebruiksvoorschrift veilig zijn voor mens, dier en milieu. Dat geldt ook voor Xentari in relatie tot de gezondheid van kool- en pimpelmezen. Het Ctgb heeft bij de toelating vastgesteld dat Xentari géén gevaar vormt voor vogels.

4

Heeft u kennisgenomen van het feit dat in het stedelijk gebied de sterfte onder kool- en pimpelmezen is opgelopen tot 33%? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken welk verband dit houdt met de bestrijding van de eikenprocessierups?

Antwoord

De bewering dat in het stedelijk gebied de sterfte van kool- en pimpelmezen is opgelopen tot 33% wordt niet onderbouwd door beschikbare data over de populaties pimpel- en koolmezen.

5

Indien er een verband blijkt te zijn tussen de massale sterfte van kool-en pimpelmezen en de bestrijding van de eikenprocessierups, bent u dan bereid om stappen te nemen tegen het gebruik van deze giftige middelen?

Antwoord

Vooralsnog is er geen sprake van massale sterfte van kool- en pimpelmezen in Nederland. Ook is er bij geconstateerde sterfte geen verband met de bestrijding van de eikenprocessierups vastgesteld.

6

Bent u bereid om te onderzoeken of in Nederland ook sprake is van een bacterie die massale sterfte onder vooral pimpelmezen veroorzaakt, die nu in Duitsland is ontdekt?

Antwoord

In Nederland heeft het Dutch Wildlife Health Centre al een aantal dode pimpelmezen onderzocht. Vastgesteld is dat het aannemelijk is dat deze als gevolg van de eerder in Duitsland ontdekte bacterie gestorven zijn. In Nederland is geen sprake geweest van een massale sterfte. Ook lijkt deze bacterieziekte zich niet verder te hebben verspreid.

7

Welke stappen gaat u nemen om de sterfte onder kool- en pimpelmezen te voorkomen?

Antwoord

Kool- en pimpelmezen hebben een hoog reproductieniveau en kunnen tot 13 jongen per nest grootbrengen. Het grootste deel daarvan zal al in het eerste jaar sterven. Het voorkomen van sterfte moet vooral gevonden worden in het voorkomen van predatie door andere dieren, zoals huiskatten, maar op dit moment is er geen aanleiding om zorgen te hebben over de Nederlands populaties kool- en pimpelmezen. Er zijn derhalve geen maatregelen nodig.

8

Bent u bereid om het gebruik van plakstrips op bomen te verbieden die gebruikt worden ter bestrijding van de eikenprocessierups, maar waar ook veel nuttige insecten, vleermuizen en vogels bij omkomen?

Antwoord

Het gebruik van lijmbanden, lijmstrips en andere vangmiddelen met lijm zijn op grond van de Wet natuurbescherming buitenhuis verboden en mogen derhalve niet gebruikt worden ter bestrijding van de eikenprocessierups. Van dit verbod kunnen provincies ontheffing verlenen.

9

Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord

Ja.

Indiener(s)