Antwoord op vragen van het lid Pia Dijkstra over de oprichting van de Inclusieve Vaccin Alliantie

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Dijkstra (D66) over de

oprichting van de Inclusieve Vaccin Alliantie (2020Z10316)

1.

In hoeverre kan de oprichting van de zogeheten ‘Inclusieve Vaccin Alliantie’ samen met Duitsland, Frankrijk en Italië worden gezien als een opmaat naar één gezamenlijke Europese inkoop van een vaccin/vaccins tegen het coronavirus? [1]

Antwoord 1:

Nederland heeft met Duitsland, Frankrijk en Italië een stevige stap naar voren gezet, omdat snelheid nodig is en de situatie erom vraagt nu te handelen om te komen tot een vaccin tegen het coronavirus. Daarbij is het uitgangspunt vooropgezet dat elke afspraak voor alle EU-lidstaten onder dezelfde condities als voor de initiatiefnemers toegankelijk zou moeten zijn. Het initiatief van de Alliantie is niet onopgemerkt gebleven en het is goed dat nu ook de Europese Commissie een stap naar voren heeft gezet met de presentatie van de EU Vaccin Strategie op 17 juni jl. Daarbij zijn de vier landen van de Alliantie inmiddels gevraagd om samen met de Commissie in een Joint Negotiation Team de al lopende maar ook aankomende onderhandelingen te gaan voeren. De Commissie heeft daarbij een budget van 2,7 miljard euro beschikbaar gesteld. We stellen onze kennis en kunde graag ter beschikking aan deze brede Europese samenwerking.

2.

Verwacht u dat op korte termijn meer landen aanhaken bij deze alliantie? Zo ja, met welke landen worden op dit moment gesprekken gevoerd over toetreding?

Antwoord 2:

Er wordt op dit moment met een aantal EU-lidstaten gesprekken gevoerd over toetreding tot de overeenkomst die de Inclusieve Vaccin Alliantie met AstraZeneca heeft gesloten. Ik verwacht dat een flink aantal EU-lidstaten zich bij deze overeenkomst zal aansluiten.

3.

Overweegt u samen met uw collega’s ook om de alliantie uit te breiden met landen die zich buiten Europa bevinden en die eveneens streven naar een wereldwijd toegankelijk en betaalbaar vaccin?

Antwoord 3:

Een van de uitgangspunten van de Alliantie is om te investeren in bredere toegankelijkheid van vaccins voor ook kwetsbare landen. De onderhandelingen en afspraken concentreren zich momenteel op het maken van afspraken voor EU-lidstaten, maar hierbij wordt wel bezien hoe aan deze bredere toegankelijkheid kan worden voldaan. Daarnaast is er vanuit landen die geen lid van de EU zijn interesse getoond in de afspraak die de Alliantie met AstraZeneca heeft gemaakt. Momenteel wordt nog bezien hoe daarmee kan worden omgegaan.

4.

Hoe verhoudt het streven van de alliantie enerzijds om te verzekeren dat voldoende vaccins beschikbaar komen voor inwoners van Europese landen zich tot het streven van de alliantie anderzijds om ook bij te dragen aan het verzekeren van vaccins voor kwetsbare landen, zoals op het Afrikaanse continent? Gaat het eerste voor op het tweede en is hierbij sprake van een bepaalde verdeelsleutel?

Antwoord 4:

We volgen meerdere paden om de beschikbaarheid en betaalbaarheid van vaccins te vergroten. De Alliantie is primair bedoeld om de Europese bevolking van vaccins te voorzien, maar in het MoU is nadrukkelijk opgenomen dat de Alliantie zich zal inzetten voor het vergroten van de beschikbaarheid buiten de EU – en met name voor kwetsbare landen. De landen van de Alliantie hebben bijvoorbeeld forse financiële bijdragen toegezegd aan CEPI, die inmiddels met AstraZeneca een vergelijkbaar contract heeft afgesloten voor de levering van het “Oxford vaccin”.

5.

Hoe verhoudt de oprichting van de Inclusieve Vaccin Alliantie zich tot andere internationale initiatieven die streven naar een wereldwijd toegankelijk en betaalbaar vaccin en waar Nederland zich aan heeft gecommitteerd, zoals de Covid-19 pool? [2] Bestaat er een risico dat deze initiatieven elkaar in de weg kunnen gaan zitten?

Antwoord 5:

Om zo snel mogelijk een veilig en effectief vaccin tegen het coronavirus beschikbaar te krijgen zijn verschillende initiatieven nodig. Een spoor is het daarbij inzetten op kennisdeling, een ander spoor is het om te investeren in concrete beschikbaarheid van grotere hoeveelheden (kandidaat-)vaccins. Inderdaad moet worden voorkomen dat initiatieven elkaar in de weg gaan zitten. Daarom is het goed dat de inspanningen van de Inclusieve Vaccin Alliantie en de EU Vaccin Strategie elkaar versterken.

6.

Op welke manieren gaan u en uw ambtsgenoten concreet proberen om via de alliantie de productie van een vaccin in Europese faciliteiten te stimuleren?

Antwoord 6:

Met AstraZeneca is afgesproken dat de vaccins zoveel mogelijk in de EU geproduceerd zullen worden. De EU Vaccin Strategie bevat eveneens de mogelijkheid om te investeren in het uitbreiden van de productiecapaciteit in Europa.

Voorts wordt de productie in de EU gestimuleerd door procedures waar mogelijk te versnellen. Voor de helderheid, de toelating van een uiteindelijk vaccin zal inhoudelijk echter hetzelfde blijven, op dit gebied gaat het dan eerder om het vergroten van de capaciteit bij de beoordeling van resultaten.

[1] https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport/documenten/kamerstukken/2020/06/03/brief-aankondiging-samenwerking-duitsland-frankrijk-italie-en-nederland-voor-snelle-toegang-tot-coronavaccin; https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/arie-slob/documenten/publicaties/2020/06/04/memorandum-of-understanding-between-germany-france-italy-and-the-netherlands

[2] https://www.who.int/emergencies/diseases/novel-coronavirus-2019/global-research-on-novel-coronavirus-2019-ncov/covid-19-technology-access-pool/solidarity-call-to-action

Indiener(s)