Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over inzage in de dossiers door de ouders die getroffen zijn door de kinderopvangtoeslagaffaire (en daar al negen maanden op wachten terwijl de wettelijke deadline toch echt een of drie maanden is)

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Vergaderjaar 2019–2020

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3065

Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over inzage in de dossiers door de ouders die getroffen zijn door de kinderopvangtoeslagaffaire (en daar al negen maanden op wachten terwijl de wettelijke deadline toch echt een of drie maanden is) (ingezonden 29 mei 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën, Toeslagen en Douane) (ontvangen 8 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2989.

Vraag 1
Herinnert u zich dat u op 26 mei antwoordde op Kamervragen over de dossiers1 dat u ze niet conform artikel 15 Algemene Verordening Gegevens- bescherming (AVG) behandeld had en dat u de dossierverzoeken dus maar behandeld had als verzoeken tot het verstrekken van stukken ter ondersteu- ning van het oorspronkelijke besluit (die dus al jaren en jaren geleden verstrekt hadden moeten worden) en dat u via een gigantische juridische u-bochtconstructie dus maar concludeerde dat «het verstrekken van (stukken ter ondersteuning van) de motivering maakt onderdeel uit van het oorspron- kelijke besluit en vormt geen op zichzelf staand besluit dat binnen een vastgestelde termijn moet worden genomen. Derhalve is artikel 6:12 van de Awb niet van toepassing en kan ook artikel 4:17 van de Awb geen toepassing vinden» zodat u daarmee onder een maandstermijn van de AVG kon uitkomen (die tot drie maanden verlengd kan worden) en onder de plicht van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om een formeel besluit te nemen om die stukken te verschaffen of niet, binnen drie maanden?

Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met de antwoorden van 26 mei jl. op de vragen van de leden Leijten (SP) en Omtzigt (CDA) over het verstrekken van volledige dossiers aan gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2911).

Vraag 2
Herinnert u zich dat ik u er in het debat van 27 mei over het stopzetten van de kinderopvangtoeslag op wees dat de mensen expliciet aangegeven hadden dat zij op grond van artikel 15 AVG hun dossier hebben aangevraagd en dat u toen erkende dat u wel wettelijk verplicht was om in ieder geval voor de AVG-stukken binnen drie maanden een formeel besluit te nemen? En dat er dan dus wel een recht bestaat op dwangsom vanwege niet tijdig besluiten of afwijzen van het besluiten?

Antwoord 2
Ja, ik herinner me mijn antwoord. Ouders die, al dan niet met een beroep op artikel 15 van de AVG, persoonsgegevens hebben opgevraagd, moeten dit met een besluit van de Belastingdienst binnen drie maanden ontvangen. Indien er binnen drie maanden geen besluit wordt genomen, kunnen de betrokken ouders de Belastingdienst in gebreke te stellen. Als niet binnen 14 dagen na de ingebrekestelling alsnog een besluit op het AVG-inzageverzoek wordt genomen, verbeurt de Belastingdienst in beginsel een dwangsom. De betrokken ouders hebben recht op een dwangsom voor elke dag dat de Belastingdienst in gebreke is, doch voor ten hoogste 42 dagen (art. 4:17 Awb). Vanaf het moment dat de dwangsom gaat lopen kan er direct beroep worden ingesteld bij de rechtbank teneinde een beslissing op het AVG- inzageverzoek af te dwingen (art. 6:12 jo. 8:88 Awb).

Vraag 3
Hoeveel mensen hebben hun dossier aangevraagd op grond van de AVG (met of zonder formele verwijzing naar de AVG, want dit is vormvrij)?

Antwoord 3
Er zijn 661 mensen die hun dossier hebben opgevraagd, al dan niet met een verwijzing naar de AVG,. Zoals ik echter bij de beantwoording van de vragen van de leden Leijten en Omzigt over het verstrekken van volledige dossiers aan gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2911) richting uw Kamer heb aangegeven, is het op grond van de AVG niet mogelijk om een kopie van het volledige dossier op te vragen. Een AVG-inzageverzoek geeft alleen recht op inzage in de persoonsgegevens die de Belastingdienst over de betrokkene verwerkt. Ik heb wel begrip voor de wens van ouders om hun dossier te willen inzien en om die reden is er ook een procedure binnen Toeslagen opgezet om die te verstrekken.
Onder persoonsgegevens worden verstaan alle informatie over een geïdentifi- ceerde of identificeerbare natuurlijke persoon, zoals naam, adres, woonplaats, geboortedatum en/of het burgerservicenummer. Naast persoonsgegevens wordt bij een inzageverzoek onder meer de volgende bijkomende informatie verstrekt:

  • het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verstrekt;

  • onder welke categorie de persoonsgegevens vallen (gewone persoonsge-

    gevens, bijzondere persoonsgegevens, strafrechtelijke gegevens);

  • de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgege-

    vens zijn of zullen worden verstrekt;

  • de bewaartermijn van de gegevens;

  • de rechten van betrokkene, zoals het recht op rectificatie;

  • het recht om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit;

  • alle beschikbare informatie over de bron van die gegevens, wanneer de

    persoonsgegevens niet bij de betrokkene worden verzameld;

  • het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van

    profilering, en, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.

    Vraag 4 t/m 7
    Hoeveel mensen hebben ten minste de AVG-stukken binnen de driemaands- termijn ontvangen en hoeveel mensen hebben die niet binnen drie maanden ontvangen?
    Hoeveel mensen die om de dossiers gevraagd hebben, hebben binnen de driemaandstermijn geen stukken ontvangen?

 

Begrijpt u, dat sinds de Belastingdienst de Awb structureel aan zijn laars gelapt heeft bij deze mensen (zie het ADR-rapport en vele Kamervragen), het heel wrang is dat dat hier nu weer gebeurt?
Wilt u al deze mensen per ommegaande een brief sturen dat u de stukken niet binnen drie maanden verschaft (heeft), zodat zij de dwangsom kunnen vragen? Zo nee, waarom lapt de Belastingdienst de Awb dan opnieuw totaal aan zijn laars en heeft de Belastingdienst dan wel wat geleerd van de toeslagenaffaire?

Antwoord 4 t/m 7
Onder «AVG-stukken» versta ik de stukken en informatie die op grond van een AVG-inzageverzoek verstrekt moeten worden. Dit betreft informatie over de persoonsgegevens die door Belastingdienst/Toeslagen zijn verwerkt en de daarbij behorende informatie. In mijn antwoord op vraag 3 heb ik uiteengezet wat op grond van de AVG onder persoonsgegevens wordt verstaan en welke bijkomende informatie bij een AVG-inzageverzoek wordt verstrekt. Wanneer alleen gevraagd wordt om inzage in persoonsgegevenshandelt Toeslagen de AVG-inzageverzoeken af conform het regulier daartoe ingerichte proces binnen de Belastingdienst.
Zoals ik hierboven heb aangegeven is het op grond van de AVG echter niet mogelijk om een kopie van het volledige dossier op te vragen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft een verzoek om inzage in het volledige dossier daarom aangemerkt als een verzoek om een nadere motivering. Dit is ook gebeurd bij de inzageverzoeken van ouders die zowel vroegen om inzage in hun dossier als om inzage in de persoonsgegevens die Belastingdienst/ Toeslagen verwerkt. Verondersteld in dezen is dat ouders met name behoefte hebben aan inzicht in de bevindingen uit onderzoeken en oordeelsvorming die tot het oorspronkelijke besluit hebben geleid. Het vergt geruime tijd om deze informatie bij elkaar te krijgen en zo een kopie van het volledige dossier, inclusief de persoonsgegevens, te verstrekken. Op dergelijke verzoeken wordt door Belastingdienst/Toeslagen geen formeel besluit genomen en wordt in de Awb geen beantwoordingstermijn voorgeschreven. In de Awb wordt alleen aangegeven dat beantwoording binnen een redelijke termijn dient te gebeuren. Deze termijn is echter niet gelijk aan de driemaandstermijn op grond van de AVG. Wat een redelijke termijn is, hangt af van de omstandig- heden van het geval, zoals de complexiteit van de zaak en de grootte van het dossier. In mijn beantwoording op de vragen van de leden Leijten en Omzigt over het verstrekken van volledige dossiers aan gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire (Kenmerk 2020Z08226) heb ik uitgelegd dat dit geruime tijd vergt. Omdat de Awb geen formele termijn voorschrijft, zijn ook de bepalin- gen uit de Awb betreffende de dwangsom hierop niet van toepassing. Uw mening dat in dezen de Awb niet wordt nageleefd, deel ik dan ook niet.
Op peildatum van 2 juni jl. zijn er van de 661 dossierverzoeken nog 620 in behandeling. 41 verzoeken zijn afgerond, 19 in december 2019 en 22 in januari tot en met maart 2020. Zoals hierboven al vermeld, vergt het samenstellen van de dossiers geruime tijd. Daarnaast is op basis van de ervaringen met de eerste 41 dossiers gebleken dat de documenten die verzameld worden uit verschillende systemen in veel gevallen niet of niet eenvoudig het inzicht bieden dat de ouders wensen te krijgen. Om die reden is er een nieuwe werkwijze ontwikkeld. De nieuwe werkwijze houdt in dat de ouder die het dossier heeft opgevraagd, wordt gebeld. In dat gesprek wordt de informatiebehoefte vastgesteld. Vervolgens wordt een afspraak gepland om de vragen te beantwoorden. Wanneer de ouder na de gesprekken alsnog een volledig dossier wenst te ontvangen, zal het dossier uiteraard worden samengesteld. Met deze werkwijze wordt geprobeerd sneller antwoord te geven op vragen die de ouder heeft over zijn dossier. Over deze nieuwe werkwijze heeft overleg plaatsgevonden met de Nationale ombudsman waarbij suggesties van zijn kant in het procesontwerp zijn meegenomen. De ervaringen met deze nieuwe werkwijze zullen ook met hem worden gedeeld. Voor de planning van de behandeling verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 9.

Vraag 8
Hoe beoordeelt u de eerdere suggestie om de ouders de dwangsom automatisch toe te kennen, die ik in het debat deed?

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel 3

Antwoord 8
De dwangsomregeling uit de Awb is alleen van toepassing op AVG- inzageverzoeken waarop niet binnen drie maanden is beslist. Zoals ik in de voorgaande antwoorden heb vermeld, betreft dit slechts een kleine groep ouders. Op ouders die een dossierinzageverzoek hebben gedaan, waarbij om meer informatie wordt gevraagd dan louter persoonsgegevens, is de dwangsomregeling niet van toepassing. Het automatisch toekennen van een dwangsom is derhalve wat mij betreft niet aan de orde en zou afwijken van de systematiek van de Awb en bijbehorende jurisprudentie.

Vraag 9
Wat is de uiterste datum dat alle mensen, die hun volledige dossier gevraagd hebben, dat dossier zullen ontvangen? Wilt u hier een heel precies en duidelijk antwoord op geven, omdat dit antwoord cruciaal is voor de wet, die we moeten behandelen?

Antwoord 9
De datum waarop alle mensen hun dossier zullen ontvangen is op dit moment niet precies aan te geven. Dit is mede afhankelijk van de informatie- behoefte van de verzoekers. In voorbereiding op het leveren van dossiers worden al deze mensen gebeld om inzicht te krijgen in de exacte informatie- behoefte. Die belronde is medio juni afgerond waarna een planning opgesteld kan worden.

Vraag 10
Begrijpt u dat het zeker voor gezinnen, voor wie de Belastingdienst de compensatie voor de toeslagenaffaire afwijst, cruciaal is om over het hele dossier te kunnen beschikken zodat zij het aan de onafhankelijke commissie (of de rechter) kunnen voorleggen?

Antwoord 10
Ja, dit begrijp ik. Ik wil wel benadrukken dat het voor de beoordeling niet noodzakelijk is over hun volledige dossier te beschikken om in aanmerking te komen voor de compensatieregeling of hardheidstegemoetkoming. Gegevens over bijvoorbeeld de huurtoeslag of toeslagjaren waarin geen correcties hebben plaatsgevonden zijn daarvoor in de meeste gevallen niet noodzakelijk. Tevens merk ik op dat een AVG- inzageverzoek in slechts zeer beperkte mate beantwoordt aan de behoefte van de betrokken ouders. Ouders hebben mijns inziens in beginsel niet zoveel aan feitelijke persoonsgegevens die op basis van een AVG-inzageverzoek kunnen worden verstrekt, maar hebben behoefte aan de bevindingen uit onderzoeken en de oordeelsvorming die tot het oorspronkelijke besluit hebben geleid. Om deze reden zijn verzoeken om een kopie van het volledige dossier niet behandeld als een AVG-inzageverzoek, maar als een verzoek om een nadere motivering. Ik vind het hierbij van belang dat de informatie die aan de betrokken ouders wordt verstrekt, beantwoordt aan hun vragen en daarom volledig is. Het kost echter geruime tijd om uit de verschillende systemen alle relevante informatie te halen, waarmee in de behoefte van de ouders kan worden voorzien.

Vraag 11
Wilt u de Kamervragen van 26 mei2 opnieuw beantwoorden en nu helemaal juridisch correct, omdat er evident wel sprake is van artikel 15 AVG?

Antwoord 11
Bij de beantwoording van de Kamervragen op 26 mei ben ik ervan uitgegaan dat geen enkel inzageverzoek betrekking had op louter persoonsgegevens. Inmiddels is gebleken dat een klein aantal inzageverzoeken wel enkel betrekking heeft op persoonsgegevens als bedoeld in de AVG, waarop een beslissing door de Belastingdienst/Toeslagen (had) moet(en) worden genomen.Voor dossierverzoeken die ruimer zijn dan louter persoonsgegevens, blijft hetgeen ik in mijn beantwoording van 26 mei jl. uiteen heb gezet onvermin- derd van kracht.

Vraag 12
Herinnert u zich dat u alle ouders, die zich met de kwalificatie opzet/grove schuld zouden melden voor 1 juni een betalingsregeling zou bieden?3

Antwoord 12
Er is inderdaad toegezegd dat de ouders uit met een kwalificatie opzet/grove schuld (O/GS-kwalificatie) in juni benaderd zouden worden voor een persoonlijke betalingsregeling. Dit is helaas niet gelukt. Ik wil de ouders een oplossing aanbieden voor hun belasting- en toeslagenschuld, waarbij ook de samenwerking met gemeenten een rol kan spelen. Dit heeft meer tijd en afstemming nodig gehad dan eerder gedacht. Daarnaast worden formulieren en brieven waarmee een regeling aangevraagd kan worden versimpeld, om dit voor ouders met een O/GS-kwalificatie zo eenvoudig mogelijk te maken. Tot slot wil ik de ouders van het ouderpanel betrekken om gezamenlijk te bepalen hoe we het best de ouders kunnen benaderen, welke aanpak volgens hen het best kan worden gehanteerd en verdere communicatie richting de ouders wenselijk is. Het ouderpanel is sinds 27 mei 2020 gestart en de afstemming heeft daarom pas na die datum kunnen plaatsvinden. Dit laat onverlet dat ik het aanbieden van een persoonlijke betalingsregeling op korte termijn wil starten.

Vraag 13
Hoeveel ouders met opzet/grove schuld hebben zich gemeld en hoeveel mensen hebben voor 1 juni een persoonlijke betalingsregeling aangeboden gekregen?

Antwoord 13
Het aantal personen met O/GS-kwalificatie dat een nog openstaande vordering heeft bestaat uit 8.500 burgers. Zij hoeven zich niet te melden voor een persoonlijke betalingsregeling. De regeling wordt proactief aangeboden. Momenteel zijn er nog geen regelingen afgegeven. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 12. Ouders met een O/GS-kwalificatie die een verzoek tot herziening hebben ingediend, krijgen pas een persoonlijke regeling aangebo- den als de beoordeling van het herzieningsverzoek plaats heeft gevonden en er sprake is van eventueel nog een (rest) schuld. Gedurende het proces blijft invorderingspauze van kracht.

Vraag 14
Wilt u deze vragen een voor een en voor woensdag 3 juni 12 uur beantwoor- den, zodat de uitkomst van deze vragen meegenomen kan worden voor de schriftelijke inbreng voor het wetsvoorstel over de compensatie?

Antwoord 14
Ik heb ernaar gestreefd de antwoorden voor de behandeling van de Wet hardheidsaanpassing Awir naar uw Kamer te sturen.

 1 Vragen van de leden Leijten (SP) en Omtzigt (CDA) over het verstrekken van volledige dossiers aan gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire (Kenmerk 2020Z08226)

2 Vragen van de leden Leijten (SP) en Omtzigt (CDA) over het verstrekken van volledige dossiers aan gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire (Kenmerk 2020Z08226)

3 Belastingdienst)(https://download.belastingdienst.nl/toeslagen/docs/wat-gaan-we-voor-u-doen- tg5501z1ed.pdf)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel 5

Indiener(s)