Antwoord op van de leden Omtzigt, Van der Molen, Leijten, Verhoeven en Kuiken over het onderzoek naar de nevenfuncties van professor Kochenov van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en zijn rol in de promotie van de verkoop van paspoorten

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Vergaderjaar 2019–2020

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3063

Vragen van de leden Omtzigt en Van der Molen (beiden CDA), Leijten (SP), Verhoeven (D66) en Kuiken (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het onderzoek naar de nevenfuncties van professor Kochenov van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en zijn rol in de promotie van de verkoop van paspoorten (ingezonden 8 mei 2020).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 8 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2910.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzendingen van Nieuwsuur van 26 en
27 september 2019 over de verkoop van paspoorten op Malta en de rol van professor Kochenov (RUG) hierin en de vele Kamervragen die daarover tot nu toe gesteld zijn?1

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2
Herinnert u zich dat er onafhankelijk onderzoek zou plaatsvinden in opdracht van de RUG, dat in het eerste kwartaal van 2020 zou zijn afgerond, dat het openbaar gemaakt zou worden, naar de inspectie en u gestuurd zou worden en dat de inspectie er een oordeel over zou geven en dat u het onderzoek aan de Kamer zou doen toekomen?

Antwoord 2
Ja. In antwoord op eerdere vragen van de leden Omtzigt en Van der Molen heb ik aangegeven dat de oplevering van het onderzoeksrapport werd voorzien in het eerste kwartaal van 2020 en dat het rapport van het onderzoek openbaar gemaakt wordt.2 Daarbij heb ik ook aangegeven dat de versprei- ding en openbaarmaking een verantwoordelijkheid is van de Rijksuniversiteit

Groningen (hierna: RUG) en heb ik toegezegd een afschrift van een door de RUG openbaar gemaakt rapport aan uw Kamer toe te zenden.
Heden is uw kamer bij brief met kenmerk 24674941 geïnformeerd over het onderzoeksrapport. In deze brief heb ik aangegeven dat van de RUG is begrepen dat de oplevering van het onderzoeksrapport door onvoorziene omstandigheden werd vertraagd. Per brief gedateerd 27 mei 2020 ben ik door het College van Bestuur van de RUG geïnformeerd over de besluiten die het bestuur heeft genomen naar aanleiding van het onderzoeksrapport. Het onderzoeksrapport is heden openbaar gemaakt door de RUG, een afschrift van dit rapport heb ik u – conform mijn toezegging – doen toekomen.

Vraag 3
Heeft de heer Kochenov tussen september 2019 en nu nog nevenactiviteiten op het gebied van de advisering over de verkoop van paspoorten verricht? Zo ja welke zijn dat dan en hoe beoordelen de RUG en u die activiteiten gedurende het onderzoek?

Antwoord 3
In de bijlage bij het onderzoekrapport van de commissie Van Keulen/ Berenschot is een overzicht opgenomen van activiteiten van de heer Kochenov. Uit dit overzicht komt naar voren dat door de heer Kochenov tussen september 2019 en nu geen nevenactiviteiten op het gebied van advisering over de verkoop van paspoorten zijn verricht. Van de RUG heb ik begrepen dat er ook geen nevenactiviteiten van deze strekking door de heer Kochenov zijn gemeld of anderszins bekend zijn.
Zoals ook in het onderzoeksrapport van de commissie van Keulen/Berenschot is opgenomen is de heer Kochenov wel aanwezig geweest bij een congres in Londen van Henley & Partners op 13 november 2019, ondanks een dringend advies van de decaan om niet te gaan. In het onderzoeksrapport is opgeno- men dat de heer Kochenov er voor heeft gekozen dit congres wel te bezoeken omdat het hem niet verboden was, hij de resultaten van de voorpublicatie van de nieuwe – mede door hem ontwikkelde – Quality of Nationality Index (QNI) wilde presenteren en de wetenschappelijke context en ontmoetingen met collega-hoogleraren voor hem relevant waren. Van de RUG heb ik begrepen dat de heer Kochenov de niet-wetenschappelijke onderdelen van het congres niet heeft bezocht. In antwoorden op eerdere Kamervragen is aangegeven dat het kabinet weinig begrip heeft voor de keuze die de heer Kochenov in onderhavig geval heeft gemaakt.3 Dit standpunt is niet gewijzigd na kennisname van het onderzoeksrapport.

Vraag 4
Kunt u het rapport, inclusief de reactie van de onderwijsinspectie, aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 4
Ja. Met de brief met kenmerk 24674941 heeft uw Kamer een afschrift van het door de RUG openbaar gemaakt rapport ontvangen. In de brief ben ik ook ingegaan op de reactie van de onderwijsinspectie.

Vraag 5
Wat vindt u zelf van de conclusies van het rapport en de acties van de Rijksuniversiteit Groningen?

Antwoord 5
In mijn brief met kenmerk 24674941 ben ik ingegaan op het rapport, het oordeel van de inspectie en heb ik aangegeven hoe ik aankijk tegen de belangrijkste conclusies en maatregelen.

Vraag 6
Hoe kan herhaling van een soortgelijke affaire voorkomen worden?

Antwoord 6
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de heer Kochenov, zijn leidinggevende en de universiteit (i.c. het faculteitsbestuur) bij de naleving en uitwerking van bestaande sectorale regelgeving (cao Nederlandse universiteiten en de sectorale regeling nevenwerkzaamheden 2017) tekort zijn geschoten. Ik kan geen garanties geven op het voorkòmen van soortgelijke affaires. Zoals ook aangegeven in mijn brief met kenmerk 24674941 juich ik toe dat de RUG de naleving, toepassing en handhaving van sectorale regelgeving inzake nevenwerkzaamheden in landelijk overleg agendeert en bespreekt. Ik verwacht over de resultaten hiervan door de VSNU geïnformeerd te worden. De inspectie volgt ook op stelselniveau ontwikkelingen op het terrein van nevenwerkzaamheden en zal hier bij de VSNU, de VH en de KNAW aandacht voor vragen.

Vraag 7
Kunt u deze vragen één voor één en binnen twee weken beantwoorden?

Antwoord 7
Op 26 mei 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd waarom beantwoording binnen de gestelde termijn voor beantwoording van Kamervragen niet mogelijk was.4 Daarbij heb ik ook aangegeven uw Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over het rapport en oordeel van de inspectie. Deze toezegging ben ik heden nagekomen.

  1. 1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 527. Aanhangsel Handelingen, verga- derjaar 2019–2020, nr. 526. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1222. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1446. Aanhangsel Handelingen, verga- derjaar 2019–2020, nr. 1512.

  2. 2 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1446.

3 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1512.

4 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2910.

 

Indiener(s)