Antwoord op vragen van het lid Graus over het programma Undercover in Nederland inzake de training van politiehonden

Antwoorden van de ministers van Justitie en Veiligheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het programma Undercover in Nederland inzake de training van politiehonden (ingezonden 23 maart 2020, nr. 2020Z05452)

Vraag 1

Bent u bekend met de inhoud van het programma Undercover in Nederland van 19 maart 2020 over de training van politiehonden?



Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Hebt u kennisgenomen van de camerabeelden waarin (duidelijk) te zien was dat verschillende honden tijdens de ‘training’ werden mishandeld? Zo ja, wat is uw mening hierover?

Vraag 3

Deelt u de mening dat hier te zien is dat honden werden geslagen en/of geschopt en dat gebruik werd gemaakt van verboden middelen, zoals stroombalken, prikbanden en tileenslangen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat hier dus sprake is van strafbare feiten en hiertegen daadkrachtig moet worden opgetreden? Zo ja, wat gaat u doen en per wanneer?

Antwoord op vragen 2,3 en 4

Dierenmishandeling is een misdrijf (artikel 2.1 en artikel 8.11 van de Wet dieren). Het is ingevolge artikel 2.1 van de Wet dieren verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen. Overtreding van dit verbod is strafbaar gesteld in artikel 8.11 van de Wet dieren. Het is aan de rechter om in een concreet geval te beoordelen in hoeverre het gebruik van een elektronische halsband of andere hulpmiddelen gelet op dit artikel strafbaar is. Het schoppen van dieren en het gebruik van de prikband zijn sowieso verboden handelingen op grond van artikel 1.3 van het Besluit houders van dieren.

Het OM en de politie zijn een opsporingsonderzoek gestart, zoals bij iedere melding van dierenmishandeling. Nu het opsporingsonderzoek gaande is, kunnen er geen mededelingen over worden gedaan.

Vraag 5

Worden de mishandelde honden in beslag genomen en krijgen ze de noodzakelijke zorg zoals vereist in het Besluit houders van dieren?

Antwoord op vraag 5

Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek en de daaropvolgende mogelijke strafrechtelijke procedure, kan inbeslagname volgen. Vervolgens worden de honden dan, zoals in dat geval gebruikelijk, ondergebracht bij een hiervoor aangewezen opslaghouder, waar zij de noodzakelijke zorg zullen krijgen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het standpunt van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV), inhoudende dat “het niet aan het bestuur van de KNPV is om het verbod te handhaven”, niet juist en/of onhoudbaar is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 6

De Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) is een zelfstandige, private vereniging en heeft ruim 300 aangesloten verenigingen. De wijze waarop de KNPV omgaat met het handhaven van het verbod is een zelfstandige verantwoordelijkheid van de vereniging. Indien het bestuur of een ander lid van de KNPV constateert dat een lid een dier tijdens een training mishandelt, heeft deze de morele verplichting hiertegen op te treden. Indien er een wettelijk gebod of verbod wordt overtreden, kan hierop van overheidswege worden gehandhaafd.

Vraag 7

Bent u bereid ervoor te zorgen dat op regelmatige basis en steekproefsgewijs anonieme controles plaatsvinden om misstanden te constateren en de betreffende vereniging(en) en/of de betreffende leden hiervoor te (laten) straffen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 7

Het steekproefsgewijs anoniem controleren zal niets opleveren. Een onbekende bij een training zal altijd opvallen. Ik onderschrijf evenwel het belang van een goed toezicht op de training van honden. Ik zal hierover in overleg treden met de sector en nagaan op welke wijze beter kan worden gecontroleerd. Het zal hierbij van belang zijn dat er voldoende concrete aanwijzingen zijn om de strafbare feiten aannemelijk te maken.

Vraag 8

Bent u bereid om er in dat kader (ook) voor te zorgen dat de betreffende vereniging de erkenning verliest?

Antwoord op vraag 8

De KNPV heeft geen erkenning en kan deze dan ook niet verliezen.

Vraag 9

Deelt u de mening dat de politie een voorbeeldfunctie heeft in die zin dat juist een overheidsinstantie geen honden dient te kopen die zijn ‘getraind’ met behulp van verboden materialen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 9

De politie heeft inderdaad een voorbeeldfunctie. Als bekend is dat een africhter dieren mishandelt of verboden materialen gebruikt, dan neemt de politie bij deze africhter geen honden af.

Vraag 10

Deelt u de mening dat de reactie van de politie op de betreffende uitzending te zwak is, omdat er "wordt gestreefd alleen zaken te doen met mensen die honden op een diervriendelijke wijze africhten"? Zo ja, gaat u ervoor zorgen dat bij de aankoop van een (politie)hond door/namens de politie een bewijs nodig is dat de verkopende partij de betreffende hond op een juiste en conform de wet geregelde wijze heeft opgeleid? Zo nee, waarom, niet?[1]3

 

Antwoord op vraag 10

De politie heeft in 2017 per brief aan het hoofdbestuur van de KNPV kenbaar gemaakt dat stroomgebruik bij het africhten van honden ongewenst is.

Zolang de nieuwe regelgeving van de minister van LNV met betrekking tot het gebruik van stroombanden nog niet in werking is getreden, kunnen en mogen particulieren op dit moment hun honden nog africhten met dergelijke middelen. Dat betekent dat op dit moment niet kan worden uitgesloten dat sommige particulieren bij het africhten gebruik maken van middelen die wel als dieronvriendelijk kunnen worden aangemerkt, maar nog niet zijn verboden.

Dit laat onverlet dat voor het trainen van honden alleen die methoden toegepast mogen worden die niet in strijd zijn met artikel 2.1 van de Wet dieren. Ook als een handeling nog niet expliciet is opgenomen als verboden handeling in artikel 1.3 van het Besluit houders van dieren, kan van strijdigheid met artikel 2.1 van de Wet dieren sprake zijn.

De politie wil geen honden afnemen van africhters die niet in staat zijn gebleken honden op een diervriendelijke wijze te trainen. Bij de selectie van een geschikte hond worden met individuele africhters afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in een koopcontract. Mocht blijken dat een africhter zich niet aan deze afspraken houdt, dan wordt de relatie met deze africhter per direct verbroken.

Op dit moment wordt de mogelijkheid onderzocht of het mogelijk is om dit koopcontract aan te scherpen met een boeteclausule. Als na de koop blijkt dat de hond niet overeenkomstig de afspraken is getraind, kan de africhter dan een boete worden opgelegd.

Vraag 11

Indien dit juridisch dan wel praktisch te lastig is of eenvoudig te omzeilen zou zijn, bent u dan bereid om ervoor te zorgen dat de politie geen hond meer koopt van een bij de KNPV aangesloten vereniging waar een/meerdere misstanden in de training van de hond(en) is/zijn geconstateerd?

Antwoord op vraag 11

De politie koopt zijn honden niet bij een vereniging maar van een particulier. Deze particulier kan lid zijn van een vereniging, maar dat hoeft niet. Het lidmaatschap van een vereniging biedt geen garantie dat de trainer zijn honden op een welzijnsvriendelijke manier traint.

De politie wil geen honden afnemen van africhters die niet in staat zijn gebleken honden op een diervriendelijke wijze te trainen. Mocht de politie erachter komen dat een particulier waarvan honden worden gekocht de dieren tijdens het africhten en trainen mishandelt, dan wordt de relatie met de betreffende particulier direct beëindigd. Zie verder mijn antwoord op vraag 10.

3 Website politie, 19 maart 2020 - Reactie op uitzending Undercover over honden (https://www.politie.nl/nieuws/2020/maart/19/reactie-op-uitzending-undercover-over-honden.html)