Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over de berichten dat de meeste bedrijven in de vleessector de RIVM-richtlijnen niet naleven

Geachte Voorzitter,

 

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Ouwehand (PvdD) over de berichten dat de meeste bedrijven in de vleessector de RIVM-richtlijnen niet naleven, ingezonden 8 mei 2020 met kenmerk 2020Z08230.

 

 

 

 

Carola Schouten

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

 

 

2020Z08230

1

Heeft u gezien dat vakbonden de noodklok hebben geluid over de situatie in de vleessector, omdat bij de meeste bedrijven de maatregelen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) niet worden nageleefd en er desondanks toch wordt doorgeslacht?

 

Antwoord

Ik heb de brief van de vakbonden, waarin zij stellen dat bij de meeste bedrijven de maatregelen van het RIVM niet worden nageleefd, inderdaad gelezen.

 

2

Hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraak (in antwoord op Kamervragen) dat indien de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) constateert dat slachthuizen zich niet houden aan alle RIVM-richtlijnen, er ook geen keuringen (en dus slachtingen) plaatsvinden?

Antwoord

Allereerst hebben slachterijen zelf de verantwoordelijkheid om de richtlijnen van het RIVM na te leven en maatregelen te treffen.

 

De NVWA heeft vanaf het begin van de coronacrisis duidelijk aangegeven dat het werk voor toezichthouders op slachthuizen op een veilige manier moet kunnen worden uitgevoerd.

 

Daar waar ondanks de door de slachterijen genomen maatregelen de toezichthouders niet conform de RIVM-richtlijnen kunnen werken dan kan de NVWA haar werkzaamheden staken, totdat aan deze onveilige situatie een einde is gekomen en bedrijven er werk van hebben gemaakt om de naleving van de RIVM-richtlijnen beter te implementeren. Dit heeft er enkele malen toe geleid dat de NVWA op een slachthuis haar werkzaamheden tijdelijk heeft opgeschort. De Inspectie SZW houdt toezicht op de naleving van die wetgeving. De Inspectie SZW heeft haar meldingenproces aangepast naar aanleiding van Corona. Handhaving vindt plaats overeenkomstig de toelichting op de website van de inspectie. In bijlage vindt u ook de reactie van mijn ministerie op de brief van de vakbonden.

 

3

Is het waar dat de NVWA(-leiding) er al langer van op de hoogte is dat er op diverse slachthuizen niet volgens de RIVM-richtlijnen gewerkt kan worden maar dat de werkzaamheden toch blijven plaatsvinden? Zo ja, sinds wanneer is de NVWA hiervan op de hoogte en welke managementlagen hadden hier kennis van?

Antwoord

De situatie op de slachthuizen wordt dagelijks binnen de NVWA besproken. Om extra voeling te houden met de situatie op de slachthuizen is een groep van drie ervaren dierenartsen (pluimvee, roodvlees en levend vee) gevraagd om signalen die ook zij vanuit het werkveld opvangen onder de aandacht van het management te brengen. Naar aanleiding van signalen vanuit de NVWA-medewerkers is een arbeids­hygiënisch onderzoek bij een aantal slachthuizen gestart om na te gaan of slachthuizen op een adequate manier invulling geven aan hun verplichting om conform RIVM-richtlijnen te werken en de NVWA-medewerkers een veilige werkomgeving te geven. Dit onderzoek wordt op zeer korte termijn afgerond.

 

In afwachting van de uitkomsten heeft de NVWA besloten om alle dierenartsen op slachthuizen de beschikking te laten hebben over mondmaskers. Tot nu toe was de verplichting tot het dragen van een mondmasker alleen voorgeschreven bij het uitvoeren van de ante mortem keuringen op pluimveeslachthuizen. Nu kunnen alle dierenartsen er bij de uitvoering van hun werkzaamheden op slachthuizen over beschikken. Het is geen verplichting, maar dierenartsen kunnen dit op vrijwillige basis doen. De uitkomst van het nog lopende arbeidshygiënisch onderzoek zal bepalend zijn voor het antwoord op de vraag of en, zo ja, welke aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen er voor NVWA voorgeschreven moeten worden om op slachthuizen hun werk RIVM-veilig te kunnen doen.

 

4

Kunt u bevestigen dat de vakbonden en andere partijen in de vleessector deze zorgen ook al eerder kenbaar hebben gemaakt aan uw ministerie? Zo ja, wanneer, hoe vaak en wat heeft uw ministerie met deze zorgen gedaan?

 

Antwoord

Ja. Vanaf de start van de Corona-crisis zijn de NVWA, mijn ministerie en de sectoren met elkaar in gesprek over de continuering van het slachtproces binnen de kaders van de RIVM-richtlijnen. Zo heeft de NVWA al op 23 maart aan de slachthuizen een brief gestuurd waarin een dringend beroep werd gedaan op het uitvoeren van de RIVM-richtlijnen. Knelpunten worden besproken en indien aan de orde worden slachthuizen aangesproken om aanvullende maatregelen te treffen.

 

5

Op welk moment werd u zelf geïnformeerd over de zorgen die aan uw ministerie kenbaar zijn gemaakt over de risicovolle omstandigheden in slachthuizen en vleesverwerkende bedrijven?

 

Antwoord

Op 23 maart ben ik door de NVWA geïnformeerd over de brief waarin aan de slachthuizen een dringend beroep werd gedaan op het uitvoeren van de RIVM-richtlijnen.

 

6

Op welk moment was het u zelf bekend dat de NVWA(-leiding) ervan op de hoogte was dat de RIVM-richtlijnen in diverse slachthuizen niet worden nageleefd en dat desondanks de slacht toch door bleef gaan?

 

Antwoord

Ik verwijs hierbij naar mijn antwoord op vraag 2 inzake de handelswijze van de NVWA.

 

7

Kunt u zich herinneren dat er Kamervragen zijn gesteld over het niet (kunnen) naleven van de RIVM-richtlijnen in slachthuizen?

 

Antwoord

Ja.

8

Waarom heeft u (toen) niet aan de Kamer gemeld dat uw ministerie alarmerende signalen had over de risicovolle omstandigheden in slachthuizen en vleesverwerkende bedrijven?

 

Antwoord

De brief van de vakbonden was mij bekend, maar uit navraag bij de NVWA bleek niet dat de RIVM-richtlijnen op grote schaal niet worden nageleefd. Daar waar er wel sprake was van niet naleving van de RIVM-richtlijnen is door de NVWA handelend opgetreden. Dagelijks worden de signalen en meldingen besproken binnen het managementteam van de verantwoordelijke directie binnen de NVWA en wordt actie ondernomen als daar aanleiding toe is.

 

9

Waarom heeft u (toen) niet aan de Kamer gemeld dat de NVWA(-leiding) ervan op de hoogte was dat de RIVM-richtlijnen in diverse slachthuizen niet (kunnen) worden nageleefd en dat de slacht desondanks toch door bleef gaan?

 

Antwoord

Ik herken mij niet in het beeld dat over de hele linie maatregelen niet worden nageleefd. Daar waar maatregelen niet worden nageleefd, worden slachthuizen hier op aangesproken en worden indien nodig maatregelen genomen. Dit heeft in enkele gevallen geleid tot het tijdelijk stilleggen van het slachtproces. Daarnaast heeft de NVWA arbeidshygiënisch onderzoek laten doen op slachthuizen om te bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn voor de veiligheid van de eigen medewerkers. Dit onderzoek wordt op zeer korte termijn afgerond.

10

Waarom schreef u op 7 mei aan de Kamer dat “tot op heden de slachthuizen in samenspraak met de NVWA en sectoren er goed in zijn geslaagd om de aangeboden dieren te slachten” en verzweeg u de problemen rond het niet naleven van de RIVM-richtlijnen in de slachthuizen en vleesverwerkende bedrijven?

Antwoord

Met de door de slachthuizen genomen maatregelen om de RIVM-richtlijnen na te leven was er geen reden om het slachtproces als geheel te stoppen. Zoals uit mijn beantwoording op vraag 8 en 9 blijkt, bestaat niet het beeld dat over de hele linie de RIVM-richtlijnen niet nageleefd worden.

 

11

Erkent u dat u de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd?

 

Antwoord

Nee.

12

Erkent u dat u de Kamer informatie heeft onthouden?

 

Antwoord

Nee.

13

Welke verklaring heeft u daarvoor?

 

Antwoord

Ik herken het gestelde in vraag 11 en 12 niet.

 

14

Heeft u kennisgenomen van de aangenomen motie-Van Esch/Ouwehand (Kamerstuk 25295, nr. 345) die de regering verzoekt af te dwingen dat de RIVM-richtlijnen worden nageleefd in alle slachthuizen en vleesverwerkende bedrijven, aangevuld met het verzoek om binnen een week te laten weten hoe de motie zal worden uitgevoerd?

Antwoord

Ik heb kennisgenomen van de aangenomen motie-Van Esch/Ouwehand. Zeer binnenkort ontvangt u een reactie op de wijze waarop uitvoering aan de motie wordt gegeven.

 

15

Kunt u ook deze vragen één voor één beantwoorden?

 

Antwoord

Ja.

16

Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden?

 

Antwoord

Ik heb uw Kamer deze beantwoording zo spoedig als mogelijk doen toekomen.

Indiener(s)