Antwoord op vragen van de leden Lodders en Omtzigt over de planning van het onderzoek budgetneutrale overstap WLTP

AH 2779

2019Z26232

 

Antwoord van staatssecretaris Vijlbrief (Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 15 mei 2020)

 

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2020, nr. 1427

 

Vraag 1

Herinnert u zich de aangenomen motie van de leden Omtzigt en Lodders over een onafhankelijk onderzoek naar de budgetneutraliteit van de overstap naar de Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure (WLTP)[1]?

 

Vraag 2

Herinnert u zich dat de vraag expliciet was:

constaterende dat de NEDC1-meetmethode in stappen is omgezet naar de WLTP-meetmethode;

overwegende dat het kabinet heeft aangegeven dat de totale bpm-opbrengst niet zou moeten stijgen of dalen als gevolg van de implementatie van WLTP, en om die reden de bpm-tabellen heeft aangepast;

verzoekt de regering, onafhankelijk te laten toetsen of:

  • de omzetting van NEDC1 naar NEDC2
  • de omzetting van NEDC2 naar WLTP

ieder budgettair neutraal zijn gegaan op zowel macroniveau als voor de tien meest verkochte auto's,

en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te informeren?

 

Vraag 5

Kunt u ervoor zorgen dat de uitkomsten van het onderzoek en de appreciatie van het kabinet ook daadwerkelijk voor 1 juni met de Kamer gedeeld worden, namelijk voor de zomer, zoals gevraagd in de motie?

 

Vraag 6

Begrijpt u dat wij de uitkomsten van deze motie graag voor 1 juni ontvangen aangezien het omzetten van de New European Driving Cycle (NEDC) naar de WLTP al per 1 juli 2020 plaatsvindt?

 

Antwoord op de vragen 1, 2, 5 en 6

Ja.

 

Vraag 3

Waarom is ervoor gekozen de uitkomsten van het onderzoek pas in juli 2020 met de Kamer te delen volgens de planning[2]?

 

Antwoord op de vraag 3

De planning berustte op een inschatting van de benodigde tijd om de motie te kunnen uitvoeren. Deze planning is vanzelfsprekend met enige onzekerheid omgeven.

 

Vraag 4

Kunt u aangeven wie het onderzoek gaat uitvoeren, wat de exacte onderzoeksopdracht is en hoe de onafhankelijkheid van het onderzoek gewaarborgd is?

 

Antwoord op de vraag 4

De motie Omtzigt c.s. vraagt om een onafhankelijke toetsing. De heer prof. dr. C. Koopmans zal in de vorm van een second opinion een onafhankelijke toets uitvoeren op de budgettair neutrale omzetting van de bpm-tabel naar de CO2-uitstoot volgens de WLTP-testmethode. Prof. dr. C. Koopmans is een deskundige onderzoeker en onafhankelijk. Hij is onderzoeksdirecteur bij SEO Economisch Onderzoek en tevens hoogleraar beleidsevaluatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

 

De implementatie van de WLTP-testmethode in de autobelastingen wordt in twee fasen uitgevoerd:

De eerste fase van implementatie is bij de Wet Overige fiscale maatregelen 2017 per 1 januari 2017 uitgevoerd. In deze wet is geregeld dat voor de berekening van de bpm op WLTP-geteste auto’s gebruik gemaakt kan worden van de NEDC-CO2-uitstoot van deze WLTP-auto’s.

Om de NEDC-CO2-uitstoot van deze auto’s om te rekenen wordt gebruik gemaakt van het door de EU ontwikkelde CO2MPAS rekenmodel of wordt dubbel getest.

De tweede fase van de implementatie van de WLTP-testmethode in de autobelastingen betreft de implementatie van de WLTP-testmethode als enige voorgeschreven testmethode bij het vaststellen van de bpm. Hierbij wordt overgegaan van de NEDC-CO2-uitstoot naar de WLTP-CO2-uitstoot. De bpm-tabel wordt per 1 juli 2020 hierop aangepast.

In beide fasen van de implementatie is uitgegaan van de resultaten van het TNO-onderzoek[3]. De drie onderzoeksrapporten zijn gepubliceerd in juli 2018, oktober 2018 en juli 2019.[4] In september 2019 heeft TNO nog een aanvullend rapport gemaakt voor de plug-inhybride voertuigen.[5]

De second opinion heeft betrekking op voornoemde onderzoeksrapporten. Daarmee kan worden getoetst of de implementatie in beide fasen budgetneutraal is uitgevoerd. De toezegging ten aanzien van budgetneutraliteit heeft betrekking op het macroniveau en niet op de tien meest verkochte auto’s zoals de motie Omtzigt c.s. vraagt. Niettemin zal worden getoetst in hoeverre de omzetting voor de tien meest verkochte auto’s budgettair neutraal is gegaan. De exacte onderzoeksvragen luiden:

In hoeverre is de conclusie van TNO terecht dat de (teruggerekende) NEDC-CO2-uitstoot volgens het rekenmodel CO2mpas gemiddeld 6-7 gr/km hoger is dan de (oude) NEDC, maar dat die toename vrijwel volledig toe te schrijven is aan veranderde voertuigkenmerken: de WLTP-auto’s zijn zwaarder en krachtiger?

In hoeverre kloppen de achterliggende berekeningen en de resultaten in de onderzoeksrapporten, waarin TNO concludeert dat de omrekenformule voor de omzetting moet zijn WLTP=110% NEDC + 15 g/km?

In hoeverre heeft het ministerie van Financiën de bpm-tabel per 1 juli 2020 aan de hand van de omrekenformule van TNO correct aangepast, zodanig dat macro budgetneutraliteit is bereikt?

In hoeverre is de omzetting voor de tien meest verkochte auto’s budgettair neutraal gegaan?

In de bijlage van deze Kamerbrief is de onderzoeksopdracht opgenomen[6]. Verzocht is om de second opinion voor 1 juni 2020 uit te voeren.

Vraag 7

Kunt u deze vragen binnen de reguliere termijn van drie weken beantwoorden?

 

Antwoord op vraag 7

Helaas heeft de beantwoording langer geduurd dan de geldende reguliere termijn.

 

 

[1] Kamerstuk 35 302, nr. 48.

[2] Bijlage bij Kamerstuk 35 300 IX, nr. 13.

[3] Handeling 2019-2020, nr. 23 item 8

[4] TNO 2018 R10732 Aspecten van de NEDC-WLTP overgang in relatie tot CO2-waarden van personenauto’s – fase 1: de probleemschets; TNO 2018 R11145 Aspects of the transition from NEDC to WLTP for CO2 values of passenger cars - phase 2: preliminary findings; TNO 2019 R10952 Aspects of the transition from NEDC to WLTP for CO2 values of passenger cars - Phase 3: After the transition.

[5] TNO 2019 R11310 Aspects of the transition from NEDC to WLTP - aanvullend rapport: CO2 waarden van plug-in voertuigen.

[6] Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Indiener(s)