Antwoord op vragen van het lid Van der Graaf over “de coronacrisis en gevolgen voor ondernemers in de grensregio”

Hierbij zend ik u - mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) over “de coronacrisis en gevolgen voor ondernemers in de grensregio”.

de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

  1. van Ark

2020Z06026

Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de coronacrisis en gevolgen voor ondernemers in de grensregio (ingezonden 2 april 2020)

  1. Bent u bekend met de precaire situatie waarin ondernemers in de grensregio’s zich begeven wanneer zij in het ene land wonen en in het andere land ingeschreven staan als ondernemer?
  1. Op welke termijn verwacht u meer duidelijkheid te kunnen geven over de ondersteuning van deze groep? Vindt bij de uitwerking hiervan ook afstemming plaats met de grensinfopunten om knelpunten en oplossingsrichtingen zo helder mogelijk te krijgen?
  1. Kan bij de uitwerking hiervan worden bezien hoe voor deze groep ondernemers omstandigheden kunnen worden geformuleerd waarin bijvoorbeeld het woon- of vestigingsvereiste kan worden losgelaten bij aanvraag voor steunmaatregelen, of het land waar men sociaal verzekerd is als richtlijn kan worden gehanteerd, zodat zij niet op de bijstand zijn aangewezen en/of het voortbestaan van hun onderneming acuut in gevaar zou komen?

Antwoord:

Het kabinet heeft vanwege de coronacrisis voor ondernemers een aantal maatregelen genomen, zoals de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Het kabinet is bekend met de vragen en zorgen die leven over de situatie van grensarbeiders, waarover onder andere met de Grensinfopunten contact is.

Het kabinet wil voorkomen dat in grenssituaties de zelfstandige ondernemers tussen wal en schip terechtkomen. Daarom wordt erin voorzien dat de zelfstandige die in Nederland woont en buiten Nederland zijn bedrijf heeft c.q. zijn zelfstandig beroep uitoefent, aanspraak kan maken op bijstand voor levensonderhoud en andersom (wonen buiten Nederland maar bedrijf/beroep in Nederland) aanspraak kan maken op bijstand voor bedrijfskapitaal.

Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat zelfstandig ondernemers die in Nederland woonachtig zijn, óf hun bedrijf in Nederland hebben gevestigd, op goede wijze ondersteund kunnen worden, rekening houdend met het territorialiteitsbeginsel uit de bijstand. Dit is uitgewerkt in een ministeriële regeling.

De ‘reguliere’ uitvoering van de Tozo wordt verzorgd door gemeenten. De staatssecretaris van SZW heeft met de gemeenten besproken op welke wijze de uitvoering van de Tozo in grenssituaties op de beste wijze vorm kan worden gegeven. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd middels een brief op 24 april jongstleden (TK 2019/2020, 35420, nr. 31). De in deze brief aangekondigde ministeriële regeling is op 1 mei gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt 2020, nr. 24833) en treedt op 8 mei 2020 in werking.

De zelfstandige die in de buurlanden woont en in Nederland zijn bedrijf heeft c.q. zijn zelfstandig beroep uitoefent, kan aanspraak maken op bijstand voor levensonderhoud (het reguliere “Leefloon” in België en het tijdelijk versoepelde “Arbeitslosengeld II” in Duitsland). En andersom, de zelfstandige die in Nederland woont maar in de buurlanden zijn bedrijf heeft c.q. zijn zelfstandige beroep uitoefent, kan aanspraak maken op bijstand voor bedrijfskapitaal in zijn werkland (de nog te introduceren “Corona-lening” in Vlaanderen en de KfW-Schnellkredit in Nedersaksen of Noordrijn-Westfalen).

Rechtspersonen of natuurlijke personen die in het buitenland gevestigd zijn en werkgever zijn van in Nederland sociaalverzekerde werknemers, kunnen ook een beroep doen op de NOW. Buitenlandse werkgevers komen derhalve ook in aanmerking voor subsidie voor zover zij werknemers in dienst hebben die in Nederland sociaalverzekerd zijn. Voor zover een werkgever werknemers in dienst heeft voor wie niet geldt dat ze sociaal verzekerd zijn in Nederland, worden de lonen van die werknemers niet meegeteld voor de berekening van de loonsom waarover subsidie ontvangen wordt. Zie daarvoor ook de Kamerbrief over de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid van 31 maart 2020 (TK 2019/2020, 35420, nr. 8).

Indiener(s)