Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het bericht dat het kabinet de productie van kolencentrales omlaag wil brengenĀ­

Geachte Voorzitter,

Op 3 april jl. heeft het lid Stoffer (SGP) schriftelijke vragen gesteld over het bericht dat het kabinet de productie van kolencentrales omlaag wil brengen. Hierbij stuur ik de beantwoording op de gestelde vragen (kenmerk 2020Z06122).

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat

 

1

Klopt het bericht dat het kabinet inzet op verlaging van de productie van kolencentrales om aan de Urgenda-opgave te voldoen? [1]

2

Hoeveel CO2-reductie wilt u hiermee behalen?

3

Hoeveel budget heeft u beschikbaar voor de genoemde productieverlaging?

4

Kunt u een schets geven van het traject dat u wilt volgen?

6

Hoeveel CO2-reductie zal naar verwachting gerealiseerd worden vanwege de economische terugval en de enorme beperking van het aantal verkeersbewegingen als gevolg van de coronacrisis?

7

Acht u het investeren van overheidsgeld in de genoemde productieverlaging, gelet op voornoemde beperkte effect op de Europese CO2-reductie, op de verwachte CO2-reductie als gevolg van de coronacrisis en op het feit dat door de crisissituatie veel bedrijven op omvallen staan en steun nodig hebben, opportuun?

8

Bent u bereid uw inzet op productieverlaging van kolencentrales te heroverwegen?

Antwoord op vraag 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8
Het kabinet werkt op dit moment aan een pakket met aanvullende maatregelen om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Ook maatregelen rondom de kolencentrales worden hierin meegewogen. Ik zal de Kamer op zeer korte termijn informeren over de resultaten hiervan. Met deze brief zullen ook uw vragen worden beantwoord. Ik kan hier nu niet op vooruitlopen.


5

Deelt u de mening dat de hoeveelheid CO2-reductie op Europees niveau heel beperkt zal zijn, gelet op het Europese emissiehandelssysteem en het waterbedeffect?

Antwoord
Bij een nationale ingreep op de elektriciteitsmarkt rondom de kolencentrales zal er sprake zijn van weglekeffecten omdat een deel van de weggevallen elektriciteitsopwekking in Nederland zal worden overgenomen door productie in onze buurlanden. Dit zal daarmee leiden tot extra CO2-uitstoot aldaar waarmee een deel van de in Nederland behaalde CO2-reductie teniet wordt gedaan. Hoe groot het weglekeffect is, zal afhankelijk zijn van zowel de vormgeving van een nationale ingreep rondom de kolencentrales als de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt.

Met het waterbedeffect wordt bedoeld dat CO2-reductie op de ene plek ertoe leidt dat ergens anders binnen het ETS-systeem ruimte ontstaat om meer CO2-emissies uit te stoten. In het ETS-systeem is sinds vorig jaar een mechanisme in werking getreden waarmee overtollige emissierechten, onder meer ten gevolge van extra emissiebeperkende nationale maatregelen, stapsgewijs worden weggenomen en vernietigd. Met de invoering van dit mechanisme (de marktstabiliteitsreserve, MSR) en het vernietigen van rechten uit de MSR leiden emissiebeperkende maatregelen, zoals een nationale ingreep rondom de kolencentrales, niet automatisch tot een toename van emissies op EU-niveau.

Dit betekent ook dat vermeden emissies in Nederland, zoals als gevolg van een nationale ingreep rondom kolencentrales, niet automatisch en direct leiden tot meer emissies elders. Met andere woorden, het waterbedeffect zal naar verwachting in de periode tot 2030 slechts een beperkte rol spelen.

[1] Nos.nl, 2 april 2020, 'Kabinet neemt toch nu klimaatmaatregelen; productie kolencentrales omlaag' (https://nos.nl/artikel/2329160-kabinet-neemt-toch-nu-klimaatmaatregelen-productie-kolencentrales-omlaag.html)

Indiener(s)