Antwoord op vragen van de leden Van Weyenberg en Groothuizen over de positie van arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis

 

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Van Weyenberg en Groothuizen (beiden D66) over de positie van arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis.

 

de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

 

 

 

 

  1. Koolmees

 

 

Vragen van de leden Van Weyenberg en Groothuizen (beiden D66) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de positie van arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis (ingezonden 26 maart 2020)

 

  1. Bent u bekend met het bericht ‘Arbeidsmigranten vrezen ontslag, besmetting en reisbeperkingen door corona’? 1)

 

Antwoord vraag 1: Ja, ik ben bekend met dit bericht.

 

  1. Herkent u het geschetste beeld dat sommige werkgevers hun werknemers testen op koorts, niet laten werken indien er sprake is van koorts, maar wel met alle andere medewerkers weer naar huis sturen aan het einde van de dag? Zo ja, hoe beoordeelt u deze gang van zaken?

 

Antwoord vraag 2: Van alle werkgevers wordt verwacht dat zij de richtlijnen van het RIVM volgen. Zeker in deze tijd is het van belang dat een werkgever zieke mensen niet laat doorwerken, maar een werknemer de ruimte en tijd geeft om te herstellen, zodat deze na herstel weer gezond aan het werk kan en bovendien een besmetting van andere werknemers kan worden voorkomen. De richtlijnen hierover van het RIVM zijn helder: werknemers dienen thuis te blijven bij ziekte- en verkoudheidsverschijnselen. Werkgevers mogen hun personeel niet controleren op corona. Alleen een (bedrijfs-)arts mag werknemers daarop controleren. Wanneer werkgevers vervoer van en naar huis voor werknemers verzorgen, moet dit volgens de richtlijnen van het RIVM gebeuren om te voorkomen dat een mogelijke besmetting zich verspreidt onder de werknemers.

 

  1. Waar kunnen mensen zich melden als zij niet onder veilige omstandigheden kunnen werken of verblijven en hun werkgever geen maatregelen treft om daar verandering in te brengen?

 

Antwoord vraag 3: Het is van algemeen belang dat de richtlijnen van het RIVM worden gevolgd om verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Op grond van de Arbowet is de werkgever verantwoordelijk om de risico’s bij de arbeid te voorkomen of te beperken en in te grijpen wanneer nodig. Als de werkgever niet de nodige voorzorgsmaatregelen treft, kan de werknemer, ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of vakbond een melding doen bij de Inspectie SZW. Indien de Inspectie SZW meldingen ontvangt zal per geval worden bekeken wat met de melding kan worden gedaan. Zo kan de Inspectie zelf actie ondernemen, bijvoorbeeld door de werkgever aan te spreken op zijn verantwoordelijkheid. Indien nodig, kunnen meldingen ook worden doorgeleid naar andere instanties, zoals bijvoorbeeld gemeentes.

 

  1. Wat is uw eerste inschatting van hoeveel arbeidsmigranten en uitzendkrachten, ondanks het aangekondigde economisch pakket, toch hun baan verliezen?

 

Antwoord vraag 4: Volgens een recent onderzoek van de CNV[1] zijn er veel uitzendkrachten die als gevolg van de crisis helaas hun baan in onder andere de horeca, de detailhandel en de industrie hebben verloren. Het is echter nog te vroeg om concrete uitspraken over de aantallen getroffen arbeidsmigranten te kunnen doen. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat terwijl sommige sectoren een krimp ervaren, er bij andere sectoren zoals de logistiek en de glas- en tuinbouw juist een grote vraag naar personeel bestaat. Voor veel arbeidsmigranten en uitzendkrachten zou dit dus kunnen betekenen dat ze bij een andere werkgever aan de slag kunnen gaan waar hun inzet op dit moment hard nodig is.

 

  1. Hoe lang kunnen arbeidsmigranten als zij geen werk meer hebben nog gebruik maken van hun huisvesting?

 

Antwoord vraag 5: Hoelang iemand in een woning mag verblijven hangt af van zijn of haar huurcontract. Sommige arbeidsmigranten zijn voor zowel hun werk als hun woning afhankelijk van hun werkgever. Ik vraag werkgevers hun verantwoordelijkheid te nemen en goed te zorgen voor de gezondheid van arbeidsmigranten. In lijn met de oproep van het kabinet om de komende tijd goed voor elkaar te zorgen, houdt dit bijvoorbeeld in dat werkgevers arbeidsmigranten niet op straat moeten zetten als het werk stopt of wanneer ze ziek worden.

 

  1. Heeft u een beeld van hoeveel arbeidsmigranten op dit moment op straat zijn gezet, hoeveel arbeidsmigranten naar huis zijn gereisd en hoeveel arbeidsmigranten in Nederland zijn zonder huisvesting?

 

Antwoord vraag 6: Hoewel deze ontwikkelingen onze continue aandacht hebben, zijn er op dit moment geen eenduidige cijfers over het aantal arbeidsmigranten die naar huis zijn gereisd of die als gevolg van de coronacrisis hun huisvesting kwijt zijn geraakt. Wel kan ik aangeven dat de richtlijn voor maatschappelijke opvang per 27 maart jl. is aangepast[2], waardoor de noodopvang bij centrumgemeenten nu ook open wordt gesteld voor kwetsbare groepen zoals arbeidsmigranten die normaliter daar niet voor in aanmerking zouden komen.

 

  1. Bent u bereid om met uitzendwerkgevers in gesprek te gaan over het eventueel langer aanbieden van huisvesting, ook als er geen werk is?

 

Antwoord vraag 7: Op verschillende niveaus zijn er contacten tussen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de uitzendbranche over de gevolgen van het coronavirus voor arbeidsmigranten, waarbij ook het aanbieden van huisvesting, ook als er geen werk is, aan de orde komt.

 

  1. Wat kunnen gemeenten doen om deze mensen eventueel op te vangen?

 

Antwoord vraag 8: Er wordt op dit moment samengewerkt met werkgeversorganisaties, vakbonden, gemeenten en ambassades om de problemen die nu ontstaan voor arbeidsmigranten en werkgevers, zo goed mogelijk aan te pakken en waar nodig handhavend op te treden. Naast gebruik te maken van de eerder genoemde aangepaste richtlijn voor maatschappelijke opvang1, waardoor de noodopvang bij centrumgemeenten nu ook open wordt gesteld voor arbeidsmigranten die normaliter daar niet in aanmerking voor komen, zijn er ook andere acties die gemeenten kunnen ondernemen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld in overleg treden met hotels of vakantieparken om de leegstaande kamers, huizen of caravans ter beschikking te stellen aan arbeidsmigranten. Het kabinet monitort de ontwikkelingen en beziet of er extra stappen nodig zijn.

 

  1. Kunnen arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa als zij dat willen op dit moment nog naar huis reizen?

 

Antwoord vraag 9: De Europese Commissie heeft een mededeling met richtsnoeren betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers tijdens de uitbraak van COVID-19 uitgebracht[3]. Hierin wordt beschreven hoe lidstaten van de Europese Unie gedurende de COVID-19 crisis om zouden moeten gaan met werknemers die werken in een ander land dan waar zij wonen. Uiteraard staan lidstaten met elkaar in contact hierover. De Commissie acht het van belang dat deze werkenden, zeker als zij werkzaam zijn in vitale beroepen[4] zonder belemmeringen de grenzen kunnen passeren om hun werkzaamheden uit te voeren. Dat betekent ook dat zij terug moeten kunnen keren. Daarbij mag niet gediscrimineerd worden tussen eigen burgers en inwoners uit andere lidstaten. Uiteraard kunnen lidstaten bij terugkeer verzoeken aan personen om in quarantaine te gaan. Het kabinet onderschrijft het uitgangspunt van de Europese Commissie dat mobiele werkenden van en naar hun werkplek moeten kunnen reizen, zeker als zij werkzaam zijn in vitale beroepen. Snelle, volledige en eenduidige implementatie van deze richtsnoeren is gewenst.

 

  1. Deelt u het beeld dat er grote tekorten zullen ontstaan bij de oogst de komende maanden als er een tekort aan arbeidsmigranten ontstaat? 2) In hoeverre wordt hier binnen het kabinet over gesproken? Welke oplossingen ziet u hiervoor?

 

Antwoord vraag 10: Dit beeld ligt mijns inziens genuanceerder. Hoewel het voor een aantal seizoenarbeiders in de agrarische sector door de crisis momenteel lastig, of zelfs onmogelijk is om naar Nederland te komen, ziet de Glastuinbouw Nederland juist een ruim aanbod van arbeidskrachten die zich al in Nederland bevinden. Ook Nederlanders die (tijdelijk) geen werk hebben, melden zich om bij de oogst te helpen. Zowel individuele medewerkers als uitzendbureaus maken goed gebruik van bemiddelingsplatforms[5]. Ook telers die daar gebruik van maken zijn enthousiast en positief over de snelheid waarmee de ontwikkeling van de platforms tot stand is gekomen.

 

  1. In hoeverre zijn deze werkzaamheden mogelijk met inachtneming van de huidige voorschriften van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)?

 

Antwoord vraag 11: Het is van algemeen belang dat de richtlijnen van het RIVM worden gevolgd om verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, ook op de werkvloer. Op grond van de Arbowet is de werkgever verantwoordelijk om de risico’s bij de arbeid te voorkomen of te beperken en in te grijpen wanneer nodig. Het ministerie van SZW is in gesprek met sociale partners om te kijken hoe de RIVM-richtlijnen goed kunnen worden toegepast in woon-, werk- en reissituaties. Daarnaast treffen werkgevers maatregelen om de werkplek en de huisvestingslocatie zo in te richten dat de kans op besmetting zo klein mogelijk wordt gemaakt.

 

  1. Heeft u een beeld van hoe het nu staat met het initiatief van Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) helponsoogsten.nl?

 

Antwoord vraag 12: De twee bemiddelingsplatforms, helponsoogsten.nl en werkenindelandentuinbouw.nl , bestaan nu ongeveer twee weken. Volgens LTO worden via de platforms inmiddels 7.000 arbeidskrachten aangeboden. Dit betreft individuele medewerkers, uitzendkrachten en in beperkte mate personen die via collegiale in- en uitleen aan het werk gaan. Er zijn ook ongeveer 170 ondernemers geregistreerd die werknemers zoeken. De platforms voorzien er in dat regionaal kan worden gezocht. De eerste matches zijn inmiddels gerealiseerd en volgens de LTO zijn individuele telers die gebruik maken van deze platforms enthousiast en positief over de snelheid waarmee de ontwikkeling van de platforms tot stand is gekomen.

 

  1. Op welke manier kunnen de mensen die nu mogelijk hun baan verliezen, of niet aan het werk kunnen door de coronacrisis, bijvoorbeeld in de horeca, worden ingezet?

 

Antwoord vraag 13: Het kabinet roept allereerst werkgevers op om werknemers niet te ontslaan, maar in dienst te houden en gebruik te maken van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW).

 

Mensen die onverhoopt als gevolg van de coronacrisis toch hun baan verliezen, kunnen solliciteren in andere sectoren waar er op dit moment door de crisis juist tekorten zijn ontstaan. Voorbeelden van zulke sectoren zijn de glas-, land- en tuinbouw, maar ook de logistiek.

 

  1. Wat zijn de mogelijkheden om, als er gebruik wordt gemaakt van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), bij een andere werkgever aan de slag te gaan waar tekorten zijn?

 

Antwoord vraag 14: In de NOW worden werkgevers opgeroepen om werknemers, ongeacht de contractvorm, zo veel mogelijk in dienst te houden en hun loon door te blijven betalen. Uiteraard blijft de mogelijkheid voor werknemers open om van baan te veranderen en naar een andere sector te gaan, rekening houdend met de eventuele voorwaarden en/of opzegtermijnen in hun arbeidscontract.

 

  1. Welke rol kunnen het UWV en de uitzendkoepels spelen bij het matchen van mensen uit sectoren waarin nu geen werk is, met sectoren waar de tekorten de komende weken steeds groter zullen worden?

 

Antwoord vraag 15: Zowel het UWV als uitzendkoepels en individuele uitzendorganisaties leveren een belangrijke bijdrage aan het koppelen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, zeker in sectoren waar de tekorten door de coronacrisis zijn toegenomen. Zo is bijvoorbeeld UWV Werkbedrijf bezig snel de omslag te maken om aan deze vraag te kunnen voldoen. Belangrijk te benoemen is ook de ondersteuning die uitzendkoepels aan hun leden bieden om vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen.

Daarnaast gaan VNO-NCW, MKB Nederland, LTO, UWV, VNG, gemeenten, vakbonden, private intermediairs, SBB, MBO raad en de ministeries van SZW en OCW aan de slag om snel matches mogelijk te maken voor de cruciale beroepen. De partijen hebben het platform www.NLwerktdoor.nl opgezet, waar werkgevers met hun vraag naar personeel in (cruciale) functies naar toe kunnen gaan en dat meerdere regionale en sectorale initiatieven met elkaar verbindt. Vanuit dit platform wordt de vraag van werkgevers doorgeleid naar de loketten/instanties waar ze terecht kunnen, zodat er in de arbeidsmarktregio’s en branches snelle matches tot stand komen.

 

1) NOS, 21 maart 2020, 'Arbeidsmigranten vrezen ontslag, besmetting en reisbeperkingen doorcorona' (https://nos.nl/artikel/2327863-arbeidsmigranten-vrezen-ontslag-besmetting-en-reisbeperkingen-doorcorona.

html)

2) De Telegraaf, 25 maart 2020, ‘Oogst dreigt verloren te gaan’

 

 

[1] https://www.cnv.nl/actueel/nieuws/nieuwsdetail/cnv-onderzoek-helft-uitzendkrachten-op-straat-door-corona-crisis/

[2] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/richtlijnen/2020/03/27/richtlijn-opvang-van-dak--en-thuisloze-mensen

[3] 2020/C 102 I/03, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ:JOC_2020_102_I_0003

[4] De Commissie heeft een lijst met vitale beroepen opgenomen in de mededeling. Nederland heeft zelf ook een lijst vastgesteld: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestelde-vragen-per-onderwerp/kinderopvang/cruciale-beroepen.

[5] Zie bv www.helponsoogsten.nl en www.werkenindelandentuinbouw.nl

Indiener(s)