Antwoord op vragen van de leden Weverling en Koopmans over de gezondheidszorg in Afrikaanse landen om een uitbraak van het coronavirus het hoofd te bieden

Hierbij bieden wij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Weverling en Koopmans (beiden VVD) over de gezondheidszorg in Afrikaanse landen om een uitbraak van het coronavirus het hoofd te bieden. Deze vragen werden ingezonden op 19 maart 2020 met kenmerk 2020Z05345.

De Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking,

Sigrid A.M. Kaag

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

Antwoorden van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Weverling en Koopmans (beiden VVD) over de gezondheidszorg in Afrikaanse landen om een uitbraak van het coronavirus het hoofd te bieden

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de capaciteit van de gezondheidszorg in Afrikaanse landen om een uitbraak van het coronavirus het hoofd te bieden? Kunt u daarbij ook aangeven of, en zo ja, in welke landen er een gevaar is dat zij onvoldoende stappen (kunnen) nemen om uitbraken op te sporen en in te dammen, of niet in staat zijn besmette personen medische zorg te bieden?

Antwoord

Het gezondheidssysteem is in veel Afrikaanse landen zwak – medicijnen en elementaire medische voorzieningen schieten tekort, kwaliteit en kwantiteit van medisch personeel laat te wensen over, toegang tot zorg is ongelijk, en de financiële middelen schieten tekort om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden. Mocht COVID-19 lokale epidemieën tot gevolg hebben in Afrikaanse landen, dan zal de medische en sociaal-economische impact daarvan vele malen dramatischer zijn dan in Europa, en zal bestrijding het uiterste vergen van een zwakke medische infrastructuur.

Zoals op nationaal niveau het RIVM de autoriteit is, is op internationaal niveau de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de autoriteit die informatie van alle landen monitort en analyseert. Regelmatige WHO briefings zijn de basis voor onze beleidsbeslissingen. Steeds meer landen delen data over hun situatie en noden, zodat de WHO een overzicht heeft als basis voor internationale besluitvorming. Op basis van de financieringsbehoefte en de robuustheid van het gezondheidssysteem worden landen ingedeeld in risico categorieën.[1]

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de analyse [2] dat het coronavirus in Afrika niet alleen voor grote gezondheidsproblemen kan zorgen, maar landen ook economisch hard kan raken of de politiek kan ontwrichten?

Antwoord

Afrikaanse landen worden naar verwachting fors geraakt door het coronavirus. Dit is de grootste crisis buiten oorlogstijd. De Verenigde Naties voorspellen dat het virus minstens de helft van alle banen in Afrikaanse landen op de tocht zal zetten.

Maatregelen om de verspreiding tegen te gaan, inclusief steeds meer lockdowns van landen, raken vooral de informele economie. Daar is 85% van de bevolking in Afrika werkzaam. Tientallen miljoenen mensen kunnen ’s avonds alleen eten op tafel zetten van het geld dat ze dezelfde dag verdienen. Niet kunnen werken heeft dan rampzalige gevolgen. Voor dagloners betekent de lockdown geen inkomen, honger en wordt toegang tot medische zorg nog moeilijker. Het ontbreekt overheden in veel Afrikaanse landen aan de middelen om sociale vangnetten te creëren om de effecten te verzachten. Naarmate de lockdowns langer duren kan dit sociale cohesie alsook de economie ontwrichten, en politieke stabiliteit bedreigen. Mondiale solidariteit is van doorslaggevend belang om deze pandemie en de gevolgen ervan het hoofd te kunnen bieden.

Deze crisis komt bovenop een al zorgwekkende schuldensituatie in veel Afrikaanse landen. De recente enorme kapitaalvlucht (nu al ruim 83 miljard dollar) betekent dat landen hun schuld moeilijk kunnen herfinancieren. De grote tekorten aan buitenlandse valuta zullen voor veel Afrikaanse landen de import van goederen bovendien moeilijk of onmogelijk maken. Het continent Afrika is een netto-voedselimporteur. Bij dalende buitenlandse valuta ontstaat het risico van voedseltekorten, maar ook tekorten in andere essentiële producten, zoals benzine en diesel. Ook lokale, regionale en internationale markten worden sterk geraakt, waardoor ondernemers hun afzetmarkten sterk zien krimpen. Een aantal Afrikaanse economieën is bovendien zeer afhankelijk van de inkomsten van toerisme – een sector die volledig stil is komen te liggen. Tot slot, zullen de remittances naar verwachting dalen als gevolg van deze crisis. De Wereldbank heeft in eerdere studies laten zien hoe remittances bijdragen aan armoede verlichting, tegengaan van ondervoeding en toegang tot gezondheidszorg in lage en middeninkomens landen. In een land als Somalie bijvoorbeeld bedragen remittances een kwart van het BNP. Het wegvallen daarvan heeft gevolgen op macro-economisch en huishoudniveau.

Vraag 3
Welke ruimte is er binnen de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking van Nederland, andere lidstaten van de Europese Unie, en van de EU zelf om Afrika hulp te bieden?

Vraag 4
Welke stappen wilt u zetten om van deze ruimte gebruik te maken?

Antwoord op vraag 3 en 4

Huidige programma’s binnen alle OS-thema’s zijn gericht op het bereiken van de SDGs en dus grotendeels relevant voor ondersteuning in het kader van de pandemie. Daarnaast heeft Nederland een bedrag van EUR 100 miljoen gealloceerd voor het bestrijden van de corona crisis. De Nederlandse bijdrage gaat voornamelijk via de multilaterale organisaties die krachten kunnen bundelen en direct slagkracht hebben. Deze bijdragen zijn bedoeld voor:

  • Preventie om verdere verspreiding tegen te gaan.
  • Humanitaire respons, waar psychosociale hulp een belangrijke component is; en
  • Vergroten van sociaaleconomische weerbaarheid.

Maatschappelijke organisaties krijgen binnen de bestaande subsidiebeschikking ruimte om hun programma’s aan te passen aan de nieuwe realiteit van de corona crisis.

Het kabinet heeft op dit moment nog geen compleet beeld van beschikbare middelen van andere EU-lidstaten; de Europese Commissie werkt aan een overzicht. Op 8 april heeft de Europese Commissie in een Mededeling de mondiale inzet op COVID-19 gedeeld, waaronder een financieel steunpakket van EUR 15,6 mrd. De Commissie focust in hun aanpak op de meest getroffen landen met kwetsbare gezondheidssystemen en sociaaleconomische stabiliteit. Voor een toelichting van de EU inzet verwijs ik u graag naar het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking van 8 april[3].

De Verenigde Naties heeft op 25 maart een geaggregeerd plan uitgebracht[4] om juist de allerarmste landen en meest kwetsbare mensen te ondersteunen.

Nederland draagt daarnaast ongeoormerkt bij aan meerdere internationale organisaties, voor zowel humanitaire als ontwikkelingsactiviteiten. Deze bijdragen kunnen ook worden ingezet voor de COVID-19 response in lage- en middeninkomenslanden. De organisaties maken daarvoor zelf een afweging.

Vraag 5

Deelt u de analyse dat Europese landen hun initiatieven voor hulp maximaal moeten coördineren, en zo ja, bent u bereid daar bij uw collega’s voor te pleiten?

Antwoord

Het gezamenlijk optreden van de internationale gemeenschap is noodzakelijk, ook omdat problemen van vandaag niet in of door één land kunnen worden opgelost (mondiale SDG’s). Het kabinet zet erop in op de Europese Unie internationaal leiderschap en coördinatie toont.

Wij zijn in nauw contact met de Europese Commissie en EU lidstaten. Er wordt gestreefd naar een gezamenlijke aanpak, de Team Europe benadering, waarbij creatief en efficiënt moet worden omgegaan met de beschikbare financiële middelen. Nauwe samenwerking binnen de EU is ook van groot belang gezien de beperkte lokale capaciteit van partnerlanden en de noodzaak tot afstemming met de lokale behoeften.

Vraag 6

Bent u bereid om, gezien de ernst van de coronacrisis, ontwikkelingssamenwerkingsfondsen voor andere doeleinden tegen het licht te houden om te bezien of van hieruit geld richting de aanpak van corona geschoven kan worden? Is het mogelijk om hiervoor naast de noodhulpfondsen ook gelden voor andere programma’s in te zetten? 

Antwoord

We verwachten dat de impact van de pandemie in Afrikaanse landen groot zal zijn. De thematische focus in de BHOS nota maakt de huidige Nederlandse OS-programmering relevant in deze crisis. Ook de ongeoormerkte bijdragen via multilaterale kanalen kunnen snel en effectief worden ingezet waar de noden het hoogst zijn. Door de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is binnen de begroting reeds nu ruimte gemaakt voor een effectieve respons op de corona crisis van EUR 100 miljoen. Het betreft hier een breed palet aan programma’s dat slechts deels uit noodhulpfondsen komt. Naast humanitaire hulp zet Nederland in op preventie en de versterking van gezondheidssystemen. Daarnaast is het bestrijden van de sociaaleconomische gevolgen van de crisis een prioriteit, met aandacht voor werkgelegenheid, sociale zekerheid en private sector ontwikkeling.

[1] Updated Country Preparedness and Response Status for COVID-19 as of 23 March 2020 https://www.who.int/internal-publications-detail/updated-country-preparedness-and-response-status-for-covid-19-as-of-23-march-2020

[2] Center for Strategic & International Studies, 18 maart 2020, "COVID-19 Is an African Political Crisis as Much as a Health and Economic Emergency", https://www.csis.org/analysis/covid-19-african-political-crisis-much-health-and-economic-emergency

[3] Het verslag van Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking van 8 april (aan uw Kamer verstuurd op 14 april jl.)

Indiener(s)

Stef  Blok