Antwoord op vragen van de leden Omtzigt, Van Helvert en Van den Berg over het Coronafonds van de Europese Commissie en over het Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI)-initiatief van de G20

Antwoorden van de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Financiën, alsmede de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat op vragen van de leden Omtzigt, Van Helvert en Van den Berg (allen CDA) over het Coronafonds van de Europese Commissie en over het Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI)-initiatief van de G20.

Vraag 1

Klopt het dat u akkoord gegaan bent met het volgende in de slotverklaring van de Europese Raad van 26 maart jl.: “Met het Commissievoorstel voor een investeringsinitiatief coronavirusrespons zal 37 miljard EUR aan investeringen in het kader van het cohesiebeleid worden vrijgemaakt om de gevolgen van de crisis aan te pakken. Met de voorgestelde wijziging van het Solidariteitsfonds van de EU kan dat fonds ook worden gebruikt voor noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, zoals de uitbraak van COVID-19. Wij zien ernaar uit dat deze voorstellen spoedig worden aangenomen.“? Klopt het dat deze begroting ondertussen is goedgekeurd door de regeringsleiders?

Antwoord

Nederland heeft op 26 maart ingestemd met de gemeenschappelijke verklaring van leden van de Europese Raad, waarin onder andere werd opgeroepen het ‘coronavirusrespons investeringsinitiatief’ (CRII) en de wijzigingen in het Europese Solidariteitsfonds snel aan te nemen. Zowel het voorstel voor het CRII, bestaande uit een set wijzigingen in de verordeningen van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESIF), als de wijzigingen in het Solidariteitsfonds zijn ondertussen, zonder wijzigingen, goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement.

Vraag 2
Klopt het dat de 37 miljard euro, een zeer aanzienlijk bedrag, als volgt verdeeld wordt tussen de landen (selectie):

Polen: 7,4 miljard euro;
Hongarije: 5,6 miljard euro;
Italië: 2,3 miljard euro;
Nederland: 0,03 miljard euro?

Vraag 5

Kunt u een lijst geven met per lidstaat de hoogte van de bijdrage die het krijgt uit dit fonds?

Antwoord op de vragen 2 en 5

Op basis van informatie van de Commissie van 13 maart, toen het voorstel gepresenteerd werd, zijn de onderstaande resterende bedragen uit de ESI-fondsen (2014-2020) per lidstaat nog beschikbaar om te investeren onder het CRII. Dit is echter een indicatie. Op basis van de daadwerkelijke implementatie kunnen er mogelijk verschillen optreden.

Lidstaat

Beschikbare CRII-middelen (in mln. EUR)

België

66

Bulgarije

812

Cyprus

45

Denemarken

38

Duitsland

826

Estland

295

Finland

48

Frankrijk

650

Griekenland

1.776

Hongarije

5.603

Ierland

3

Italië

2.318

Kroatië

1.158

Letland

792

Litouwen

1.487

Luxemburg

2

Malta

48

Nederland

25

Oostenrijk

19

Polen

7.435

Portugal

1.813

Roemenië

3.079

Slovenië

586

Slowakije

2.475

Spanje

4.145

Tsjechië

1.163

Zweden

46

Vraag 3
Kunt u aangeven waarom de grootste sommen geld naar Polen en Hongarije gaan, die volgens de statistieken nauwelijks getroffen zijn door de Coronacrisis, terwijl het zwaar getroffen Italië veel minder krijgt en Nederland nagenoeg niets? 2)

Vraag 6
Is er volgens u een relatie tussen de wijze waarop een land getroffen is (bijvoorbeeld het aantal besmettingen, de zorgkosten, de economische schade) en de bijdrage uit dit fonds? Zo nee, hoe komt dat?

Vraag 7

Kunt u ervoor zorgen dat de zwaarst getroffen gebieden en regio’s in de EU ook in aanmerking komen voor de (meeste) hulp uit de EU-begroting en voor effectieve hulp?

Antwoord op de vragen 3, 6 en 7

De middelen die beschikbaar zijn onder het Corona Response Investment Initiative (CRII) zijn bestaande middelen uit de huidige Europese Structuur- en Investerings Fondsen (ESIF) binnen het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het betreft hier de nog resterende middelen van de allocatie die elke lidstaat heeft gekregen onder het Cohesiebeleid aan het begin van het huidige MFK, dat bijna op zijn einde loopt (2014-2020). De middelen van het cohesiebeleid worden over Europese lidstaten en regio’s verdeeld op basis van voornamelijk economische welvaart, waarbij de armste lidstaten en regio’s de meeste middelen toebedeeld krijgen. De resterende middelen die nu nog per lidstaat beschikbaar zijn voor het CRII, zijn daarmee afhankelijk van de omvang van de allocatie van een lidstaat en de voortgang van de implementatie.

Aangezien Nederland als welvarende lidstaat weinig cohesiemiddelen ontvangt en deze middelen voor een groot deel al heeft vastgelegd, is het bedrag dat Nederland onder de noemer van het CRII zou kunnen uitgeven beperkt. Landen met een grotere allocatie en/of minder voortgang in de implementatie, hebben meer middelen tot hun beschikking. De omvang van het beschikbare CRII-budget per lidstaat staat dus los van de omvang van de COVID-19-crisis in de betreffende lidstaat.

Met het CRII maakt de Commissie het mogelijk dat middelen onder het cohesiebeleid (gericht op sociaaleconomische investeringen op de lange termijn) snel gemobiliseerd kunnen worden en dat lidstaten deze middelen zo gericht mogelijk kunnen inzetten voor de huidige crisissituatie. Dit heeft de Commissie onder andere gedaan door meer flexibiliteit in de uitvoeringsregels aan te brengen, zodat lidstaten en regio’s zelf maatwerk kunnen aanbrengen in het type maatregelen dat zij treffen om de crisis het hoofd te bieden. In lijn met deze aanpak wordt voor 2020 het volledige bedrag aan voorfinanciering uitgekeerd, wat normaal gesproken gebaseerd is op daadwerkelijke implementatie. Dit zorgt voor extra liquiditeit.

Op 2 april heeft de Europese Commissie een nieuw voorstel gepresenteerd met meer flexibiliteit en dit initiatief verbreed naar andere fondsen onder het Cohesiebeleid om zo de inzet van middelen uit de EU-begroting in reactie op de COVID-19 uitbraak verder te faciliteren. Onderdeel van dit pakket is ook een instrument voor noodhulp ten behoeve van de zwaarst door COVID-19 getroffen gebieden. U zult hierover in een aparte Kamerbrief over meerdere Europese maatregelen in reactie op COVID-19 worden geïnformeerd.

Vraag 4

Kunt u een lijst geven met per EU-lidstaat (inclusief het Verenigd Koninkrijk dat nog steeds aan deze begroting meedoet) het aantal doden dat het Coronavirus geëist heeft per miljoen inwoners?

Antwoord
Het RIVM gebruikt gegevens die verzamelt worden door de Johns Hopkins universiteit en publiek beschikbaar zijn op https://coronavirus.jhu.edu/map.html . Hier zijn ook actuele cijfers te vinden van het aantal doden per EU-lidstaat.

Vraag 8

Is het Nederlandse kabinet, dat leiding geeft aan het thuisland van het Europees Medicijn Agentschap (EMA), in staat en bereid om met een plan te komen, waarbij er massaal productiecapaciteit in de EU en in Nederland vrijgemaakt wordt voor een vaccin, zodat dit onmiddellijk op grote schaal geproduceerd kan worden wanneer dat mogelijk en nodig is?

Antwoord
Nederland zal initiatieven die leiden tot een vaccin of een geneesmiddel, met een actieve houding steunen. Hieronder hoort ook het faciliteren van gesprekken met mogelijke fabrikanten en regulators zoals de EMA. Zo heeft een delegatie van Janssen Pharmaceutica (onderdeel van Johnson & Johnson) met een vestiging in Leiden, recent gesproken met de minister-president over hun vaccinontwikkeling voor COVID-19. De ministeries van EZK en VWS zullen deze gesprekken voortzetten.

Vraag 9 

Hoe kijkt het kabinet aan tegen het Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI)-initiatief van de G20 en GAVI, om zo spoedig mogelijk een vaccin te ontwikkelen, de ultieme manier om het Coronavirus te verslaan? Wat zijn de afwegingen van Nederland, gastland van EMA en veel onderzoek, om hier wel of niet aan mee te doen?

Antwoord

Het kabinet staat positief tegenover de Coalition for Epidemic Prepraredness Innovations (CEPI) en ziet in deze coalitie een belangrijk vehikel om vaccinontwikkeling gecoördineerd aan te pakken, te versnellen en de kans op succes te vergroten. Nederland draagt reeds bij aan vaccinontwikkeling via algemene financieringsmogelijkheden zoals de EU en de WHO. Wij willen overwegen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een vaccin voor COVID-19 via CEPI. In het Corona-debat met de minister-president en de minister van VWS op 1 april is toegezegd de Kamer hierover te informeren via de wekelijke Corona-brief aan uw Kamer.

Indiener(s)

Stef  Blok