Antwoord op vragen van het lid Groothuizen over algoritmische analyse van vonnissen

Antwoorden Kamervragen van het lid Groothuizen (D66) aan de minister voor Rechtsbescherming over algoritmische analyse van vonnissen

(ingezonden 18 februari 2020, nr. 2020Z03232)

 

 

Vraag 1

Bent u bekend met de artikelen “Namen en rugnummers, s’il vous plaît” en “Software weet wat de judge graag hoort; Ravel Law RELX-dochter ontwikkelt profielen van rechters en hun gedrag”? 1)

 

Antwoord vraag 1

Ja.

 

Vraag 2

Wat is uw reactie op de ontwikkelingen in de Verenigde Staten waar een bedrijf digitale profielen van rechters maakt om op deze wijze advocaten te assisteren en waarbij wordt gekeken naar data als hoe vaak gaat een rechter mee in het betoog van de officier van justitie, welke zaak citeert een rechter vaak, welke woorden gebruikt de rechter? Vindt u deze ontwikkeling wenselijk? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

 

Vraag 3

Kunt u de mogelijke gevolgen schetsen die u voorziet bij het gebruik van algoritmische analyse van vonnissen? Bent u van mening dat dit ondermijnende processtrategieën tot gevolg kan hebben of ziet u het als een mogelijkheid tot betere kennis van het recht? Wat betekent het in uw opzicht voor de positie van de individuele rechter?

 

Antwoord vragen 2 en 3

Het analyseren van uitspraken is van alle tijden. Professionele procespartijen, zoals advocaten en officieren van justitie, delen van oudsher intern informatie die betrekking heeft op de wijze waarop rechters recht spreken. De inzet van nieuwe technologie maakt het mogelijk dergelijke informatie op veel grotere schaal te ontsluiten, in hogere mate van detail te bestuderen, op veel efficiëntere wijze te analyseren en overzichtelijker ter beschikking te stellen. Die ontwikkeling speelt in de Verenigde Staten, maar ook in verschillende andere landen.

 

Meer inzicht in eventuele verschillen tussen (de motivering van) vonnissen, en het voor een grotere doelgroep beschikbaar stellen van dat inzicht, kan voordelen bieden. Zo kunnen ook anderen dan professionele procespartijen over dat inzicht beschikken. Ook zou dergelijk inzicht kunnen worden benut voor discussie in de Rechtspraak, hetgeen de kwaliteit van gerechtelijke uitspraken verder zou kunnen bevorderen.

 

Aan de andere kant is ook denkbaar dat vergaande profilering van rechters leidt tot misplaatste negatieve aandacht voor de persoon van de rechter. Of dat inzichten alleen ter beschikking komen van partijen die daarvoor veel geld betalen. Dat acht ik onwenselijk.

 

Zie ook het antwoord op vraag 7.

 

Vraag 4

Hoeveel procent van het aantal gerechtelijke uitspraken wordt in Nederland online gepubliceerd?

 

 

 

 

Antwoord vraag 4

Het percentage van het aantal gerechtelijke uitspraken in Nederland dat online wordt gepubliceerd ligt tussen 2-3% en is licht stijgende. In het kader van het prijsakkoord 2020-2022 heb ik met de Raad voor de rechtspraak afgesproken dat dit percentage in de komende drie jaar stijgt naar 5%.

 

Vraag 5

Bent u bekend met de toepassing van kunstmatige intelligentie op gerechtelijke uitspraken in Nederland naast de ontslagrechtdatabank Lexalyse? 2) Zo ja, welke toepassingen kent u? Hoe staat u tegenover deze toepassingen?

 

Antwoord vraag 5

Ja, daar ben ik mee bekend. Zo wordt bij de Rechtbank Oost-Brabant een promotieonderzoek uitgevoerd onder de naam Kunstmatige Intelligentie Kennissysteem voor de Rechtspraak. Dit project ziet op het analyseren van ingevoerde data (processtukken), het zoeken op vergelijkbare Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) zaken en het inzichtelijk maken van de tien meest vergelijkbare WAHV‑zaken. Daarnaast voert het OM een experiment uit om met kunstmatige intelligentie jurisprudentie te analyseren met als doel een officier voor te bereiden op een zaak of zitting. Ik moedig dergelijke experimenten aan. Op dit moment beschik ik niet over een overzicht van toepassingen van private partijen, waarbij Nederlandse gerechtelijke uitspraken met toepassing van kunstmatige intelligentie worden geanalyseerd. Dat dit gebeurt, blijkt naast de databank Lexalyse bijvoorbeeld ook uit een onderzoek van Deloitte, waarover recent door het Financieele Dagblad is bericht.[1]

 

Vraag 6

Wat is het wettelijk kader voor de toepassing van kunstmatige intelligentie op gerechtelijke uitspraken in Nederland?

 

Antwoord vraag 6

Daarvoor geldt geen specifiek wettelijk kader.

 

Vraag 7

Wat is uw reactie op de hervorming in Frankrijk waarbij enerzijds is besloten dat alle uitspraken openbaar toegankelijk worden en anderzijds dat het verboden is uitspraken te gebruiken voor analyses op basis van identiteitsgegevens van rechters? Hoe verhoudt dit verbod zich tot de vrijheid van meningsuiting?

 

Antwoord vraag 7

Het is niet aan mij om een oordeel te vellen over de wijze waarop maatregelen van de Franse wetgever zich verhouden tot de vrijheid van meningsuiting. In het algemeen kan ik wel het volgende opmerken. Op dit moment wordt, zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven, een gering deel van de Nederlandse uitspraken openbaar gemaakt. Omdat alle uitspraken die worden gepubliceerd, dienen te zijn geanonimiseerd volgens anonimiseringsrichtlijnen, ontbreekt op dit moment de capaciteit om alle uitspraken te publiceren. Daarnaast dienen potentiële negatieve consequenties van het publiceren van alle uitspraken te worden bezien. Van belang is een goede balans tussen openbare Rechtspraak aan de ene kant en bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen (burgers en professionals) aan de andere kant. Daarbij spelen ook de begrijpelijkheid van de uitspraak en de toegang tot de rechter een rol.

 

Rekening houdend met het voorgaande, verdient het overweging om te onderzoeken of, en zo ja, hoe, op grotere schaal analyse van Nederlandse gerechtelijke uitspraken plaats kan vinden. Ik denk daarbij aan doeleinden ten behoeve van de Rechtspraak zelf, zoals het analyseren van uitspraken ten behoeve van het verhogen van inzicht in eventuele verschillen in motivering. Verder zie ik onder meer potentieel meerwaarde in de analyse van gerechtelijke uitspraken ten behoeve van anderen dan professionele procespartijen. Denk bijvoorbeeld aan het geval waarin een burger zou kunnen raadplegen welke gerechtelijke uitspraken zijn gedaan in situaties die vergelijkbaar zijn met zijn situatie. De Raad voor de rechtspraak heeft oog voor dergelijke mogelijkheden en ontwikkelt momenteel een Visie op Data. Daarin onderzoekt hij ook het spanningsveld tussen de openbaarheid van de Rechtspraak en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ik blijf hierover graag met de Raad in overleg.

 

 

1) Jim van Mourik & Jouke Tegelaar, Ars Aequi december 2019 Namen en rugnummers, s’il vous plaît!”, p. 931. en NRC.Next, 10 februari 2020, “Software weet wat de judge graag hoort; Ravel Law RELX-dochter ontwikkelt profielen van rechters en hun gedrag”.

2) NRC.NEXT, 12 september 2019, “Ontslag na ruzie, dan naar Den Haag”.

 

 

 

 

[1] Mogelijk relevante ontwikkelingen met betrekking tot onder andere Nederlandse toepassingen worden bijvoorbeeld in kaart gebracht door de initiatiefnemers van Dutch Legal Tech, www.dutchlegaltech.nl. Zie daarnaast het Financieele Dagblad, ‘Grote verschillen tussen rechters bij beoordelen van fiscale zaken’, d.d. 5 maart 2020.

Indiener(s)