Antwoord op vragen van de leden Hijink en Kwint over de sluiting van de onderwijstak van De Hoenderloo Groep

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van VWS het antwoord op de vragen van de leden Hijink en Kwint (SP) van uw Kamer inzake de sluiting van de onderwijstak van de Hoenderloo Groep.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2020Z03106.

De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Arie Slob

2020Z03106

(ingezonden 17 februari 2020)

Vragen van de leden Hijink en Kwint (beiden SP) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de sluiting van de onderwijstak van De Hoenderloo Groep

Vraag 1

Hoe oordeelt u over de beslissing van Pluryn om de onderwijstak af te stoten?

Antwoord vraag 1

Het besluit tot het sluiten van Het Hoenderloo College blijkt een onvermijdelijk gevolg van het besluit tot het sluiten van beide jeugdhulplocaties van De Hoenderloo Groep. Pluryn heeft vooral allereerst besloten om de zorglocaties Hoenderloo en Kop van Deelen te sluiten. Als redenen voor de sluiting noemt Pluryn zorgen over de kwaliteit van de hulpverlening, de structureel slechte financiële resultaten van de Hoenderloo Groep en de wens om complexe zorg meer gezinsgericht en in de regio de organiseren. De afbouw van deze zorglocaties zorgt er automatisch voor dat er in de loop van dit jaar geen jongeren meer zijn die gebruik maken van het erbij gelegen Hoenderloo College. En daarmee heeft Pluryn besloten om de afzonderlijk stichting Hoenderloo College te sluiten. Voor de jongeren die in de zomer elders binnen Pluryn hun behandeling en verblijf vervolgen, moet dus ook naar continuïteit van onderwijs worden gekeken. Pluryn geeft aan dat te kunnen bieden. Het bestuur van Pluryn sluit niet haar onderwijstak, alleen de onderwijsstichting Hoenderloo College.

Vraag 2

Vindt u het acceptabel dat personeel in een stichting is gezet, waardoor zij geen onderdeel meer zijn van Pluryn en daarmee geen beroep meer kunnen doen op opgebouwde rechten?

Antwoord vraag 2

Ik heb kennis genomen van mediaberichten waarin wordt getwijfeld aan het motief van het bestuur van Pluryn om het onderwijs in Hoenderloo met ingang van 14 november 2019 in een aparte stichting te zetten. Ik vind het van belang dat de rechten van het personeel geborgd zijn. Pluryn heeft mij verzekerd zich maximaal in te spannen om de onderwijsmedewerkers van werk naar werk te begeleiden. Onderwijsmedewerkers krijgen zoveel mogelijk voorrang bij vacatures binnen andere scholen van Pluryn. De raad van bestuur van Pluryn geeft in haar sluitingsplan Hoenderloo College aan dat zij op dit moment in overleg is met de vakbonden om voor de onderwijsmedewerkers een apart sociaal plan uit te werken.

Vraag 3

Vindt u het geloofwaardig dat Pluryn stelt dat de oprichting van deze stichting niets te maken zou hebben met het afstoten van De Hoenderloo Groep door Pluryn? Bent u bereid tot de bodem uit te zoeken wat hier precies gebeurd is? Zo neen, waarom niet?

Antwoord vraag 3

Zoals altijd wanneer een onderwijsorganisatie in zwaar weer komt, is de Inspectie van het Onderwijs nauw betrokken. Dat is ook nu gebeurd. Sinds de banken bijzonder beheer hebben ingesteld bij Pluryn, vooral door de ontwikkelingen in de zorg, heeft de Inspectie intensief overleg met Pluryn over de ontwikkelingen bij en de gevolgen voor het onderwijs van Pluryn, waaronder ook de ontwikkelingen in Hoenderloo.

De oprichting van een afzonderlijke stichting voor onderwijs in Hoenderloo is in de zomer van 2019 aan de Inspectie toegelicht, als onderdeel van een algemene defusie (juridische splitsing) van de zorgtak en onderwijstak van Pluryn. In de zomer van 2019 werd aan de Inspectie van het Onderwijs toegelicht dat een defusie van De Hoenderloo Groep in november zou plaatsvinden (de defusie heeft op 14 november 2014 plaatsgevonden) om het daarmee te kunnen laten fuseren met de andere zes stichtingen voor onderwijs. Deze beoogde fusie van de zeven onderwijsstichtingen heeft de Inspectie van het Onderwijs destijds beschouwd als een positieve ontwikkeling, omdat enkele van deze onderwijsstichtingen er financieel zeer slecht voor staan. Met de beoogde fusie zal naar verwachting een financieel gezonde stichting voor onderwijs ontstaan. Alleen zal het Hoenderloo College er door het besluit om de zorglocaties te sluiten, niet meer binnen voortbestaan. Het is onzeker of de overige stichtingen voor onderwijs met elkaar fuseren of dat enkele stichtingen een andere weg kiezen, op dit moment werkt het bestuur hiervoor scenario’s uit.

Vraag 4

Acht u het wenselijk dat leraren op deze manier behandeld worden ten tijde van een enorm lerarentekort?

Antwoord vraag 4

Het is te allen tijde belangrijk dat de rechten van het onderwijzend personeel geborgd zijn.

Met de onderwijsbonden wordt momenteel gewerkt aan een separaat sociaal plan voor het personeel van het Hoenderloo College. Onder het personeel is uiteraard grote bezorgdheid voor leerlingen en boosheid over het stoppen van hun eigen werk, getuige de acties van 17 en 18 februari. Pluryn geeft aan dat het met het onderwijspersoneel alsmede de medezeggenschap en vakbonden in gesprek is om voor zoveel mogelijk personeel een nieuwe plek binnen Pluryn te vinden. Dit proces loopt nog en ik heb vooralsnog het vertrouwen dat alle betrokkenen hier op een goede manier met elkaar uitkomen.

Vraag 5

Is het waar dat door de keuze van het opzetten van een stichting financiële middelen die toebehoorden aan de leraren van De Hoenderloo Groep nu beschikbaar komen van Pluryn? Wilt u dit uitzoeken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord vraag 5

Gelden ontvangen in het kader van onderwijsbekostiging en voor leraren horen uiteraard ook aan onderwijs en de leraren besteed te worden. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op naleving van wet- en regelgeving en als blijkt dat er onrechtmatigheden zijn begaan dan zal de inspectie passende maatregelen nemen. De Inspectie van het Onderwijs heeft vooralsnog geen concrete aanwijzing dat hiervan sprake is, maar ziet hier op toe in de nog te ontvangen jaarrekeningen. De Inspectie van het Onderwijs volgt intensief alle 7 onderwijsstichtingen: met het bestuur is de afspraak gemaakt dat de Inspectie elke maand de financiële exploitatiecijfers ontvangt.

Vraag 6

Hoe verhoudt de beslissing van Pluryn om de onderwijstak af te stoten, zich met de aangenomen motie Hijink c.s. om u maximaal in te zetten om een doorstart mogelijk te maken en de motie Hijink/Westerveld om geen onomkeerbare stappen te zetten zolang dit proces nog loopt?  

Antwoord vraag 6

Zoals beschreven in de brief van 20 februari[2] heeft de minister van VWS zich, in lijn met de motie Hijink cs, maximaal ingespannen om met de initiatiefnemers van “Klein Hoenderloo” te verkennen of een doorstart van de Hoenderloo Groep mogelijk is. Tegelijkertijd sprak hij met Pluryn af dat, conform de motie Hijink-Westerveld, gedurende dit proces geen onomkeerbare stappen zouden worden genomen in de sluiting van de Hoenderloo Groep. Het plan van de initiatiefnemers van “Klein Hoenderloo” zag niet alleen toe op een doorstart van de zorg, maar betrok daarbij ook het onderwijs en het Hoenderloo College. Alle betrokken partijen, waaronder daarmee ook mijn ministerie en de Inspectie van het Onderwijs, hebben elk vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid het businessplan “Klein Hoenderloo” beoordeeld. Ook heeft een derde onafhankelijke partij het plan beoordeeld. Uit dit alles bleek dat het businessplan “Klein Hoenderloo”, dat uitgaat van een faillissement van de Hoenderloo Groep, te veel onzekerheden oplevert voor continuïteit en kwaliteit van zorg. Bovendien past de ontwikkeling niet in het kleinschaliger organiseren van deze zorg.

Daarnaast heeft de minister van VWS, conform de motie Voordewind cs., samen met gemeenten andere mogelijkheden dan het businessplan Klein Hoenderloo onderzocht om in een passende vervolgplek te voorzien. Daartoe heeft Pluryn met spoed een viertal doorstartmogelijkheden uitgewerkt. Onafhankelijke toetsing van deze opties wees uit dat een doorstart van de zorg van de Hoenderloo Groep wel op andere locaties van Pluryn, maar niet op de locaties van de Hoenderloo Groep, mogelijk is. Daarmee kunnen de zorglocaties Hoenderloo en Kop van Deelen worden gesloten en is ook het stoppen van het Hoenderloo College onafwendbaar.

Vraag 7

Klopt het dat het bestuur van Pluryn de afgelopen jaren aantoonbaar wetten niet heeft nageleefd en daarmee onder andere de medezeggenschap onmogelijk heeft gemaakt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord vraag 7

Uit het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs blijkt inderdaad dat Pluryn de wet niet voldoende naleefde. Het gaat dan vooral om de kwaliteitszorg van het onderwijs, maar bijvoorbeeld ook om het feit dat de informatievoorziening aan de medezeggenschapsraad ontoereikend is geweest. Daarvoor zijn er herstelopdrachten gegeven waarbij de Inspectie van het Onderwijs toeziet op uitvoering daarvan. Deze herstelopdrachten lopen nog.

Vraag 8

Welke maatregelen gaat u nemen in deze situatie? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord vraag 8

Op basis van de beleidsregel financiële sancties krijgen besturen eerst van de Inspectie een opdracht tot herstel. Wanneer besturen er na afloop van de hersteltermijn niet in zijn geslaagd de tekortkoming in de naleving te herstellen, kan de Inspectie van het Onderwijs namens mij de bekostiging opschorten of inhouden. Bij signalen van onrechtmatigheid kan de Inspectie van het Onderwijs onderzoek uitvoeren en indien nodig maatregelen nemen. Dit alles is door het onvermijdelijke sluiten van het Hoenderloo College, door de sluiting van de zorglocaties, niet meer relevant voor deze ene stichting. Het is wel zaak dat Pluryn hier, in algemene zin en voor haar andere onderwijsstichtingen, mee aan de slag gaat.

Vraag 9

Gaat u ervoor zorgen dat de betreffende onderwijsmedewerkers van Pluryn alsnog krijgen waar zij recht op hebben en wat hen toegezegd is, namelijk een sociaal plan en een nieuwe werkplek? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 9

Ik ga er vanuit dat Pluryn haar beloftes waar maakt, namelijk (1) om met de vakbonden ook voor het onderwijspersoneel tot goede afspraken te komen, en (2) dat ze haar best doet om zoveel mogelijk onderwijzend personeel een passende plek te bieden elders binnen Pluryn. Het bestuur is vanuit de verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige aanwending van middelen, ook verantwoordelijk voor het aan personeelsleden toekennen waar zij recht op hebben en het nakomen van gemaakte afspraken. Ik verwacht dat het bestuur van Pluryn zijn middelen rechtmatig en doelmatig besteedt en dat de raad van toezicht van Pluryn hier gedegen op toeziet. De instellingsaccountant controleert als eerstelijns toezichthouder de rechtmatigheid van bestedingen. Indien de Inspectie van het Onderwijs signalen ontvangt van onrechtmatigheden zullen zij onderzoek doen en waar nodig maatregelen nemen.

  1. Kamerstukken 31839, nrs. 705 en 706

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kuiken (PvdA), ingezonden 13 februari 2020 (vraagnummer 2020Z02854).

Indiener(s)