Antwoord op vragen van de leden Wilders en Kops over anti-Israƫlstraatnaamborden in Eindhoven

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de leden Wilders en Kops over ‘de anti-Israëlstraatnaamborden’ van de gemeente Eindhoven. Deze vragen werden ingezonden op 17 februari 2020 met het kenmerk 2020Z03110.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,







drs. R.W. Knops

 

2020Z03110

Vragen van de leden Wilders en Kops (beiden PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over anti-Israëlstraatnaamborden in Eindhoven (ingezonden 17 februari 2020) 

  1. Bent u bekend met het bericht 'Eindhoven volhardt in feitelijke onjuistheid'?

Antwoord 1

Ja.

  1. Deelt u de conclusie dat de onderschriften ‘berg in Palestina’ / ‘stad in Palestina’ op de straatnaamborden van de Eindhovense Tabor-, Sion-, Jeruzalem-, Tiberias- en Nazarethstraat feitelijk onjuist zijn? Deelt u de conclusie dat deze bergen en steden in de joodse staat Israël gelegen zijn en nergens anders? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

De Taborberg, Zionberg, Tiberias en Nazareth bevinden zich binnen Israël op basis van de grenzen van 1967, en maken dan ook onderdeel uit van het grondgebied van de staat Israël.

Voor wat betreft Jeruzalem zijn ook de grenzen van 1967 leidend. Dit betekent dat volgens het internationaal recht, waaronder VN-Veiligheidsraad resolutie 478, Oost-Jeruzalem geen onderdeel uitmaakt van het grondgebied van de staat Israël, maar ook dat het naar de mening van het kabinet feitelijk onjuist is om te stellen dat Jeruzalem een ‘stad in Palestina’ is.

 

  1. Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Eindhoven reeds in 2014 heeft toegezegd deze straatnaamborden bij ‘reguliere vervanging’ aan te passen, maar dat dat anno 2020 nog altijd niet is gebeurd? Deelt u de mening dat de reden van de gemeente ‘dat bordjes niet snel slijten’ een heel slap excuus is en het anti-Israëlbeleid van Eindhoven pijnlijk blootlegt?
  2. Heeft de halsstarrige houding van de gemeente te maken met de veelal Turkse en Marokkaanse inwoners van de betreffende wijk? 
  3. Deelt u de mening dat dit anti-Israëlbeleid het toenemend antisemitisme voedt en direct moet stoppen?
  4. Bent u ertoe bereid ervoor te zorgen dat de gemeente Eindhoven deze anti-Israëlborden onmiddellijk aanpast? Zo nee, waarom niet?
  5. Indien de gemeente Eindhoven blijft weigeren dit op korte termijn te herstellen, mogen wij dat dan doen?

Antwoord 3, 4, 5, 6 en 7

Waar het eerst de intentie was van de gemeente Eindhoven om te wachten met het vervangen van de staatnaamborden tot het regulier onderhoud, heeft de gemeente nu besloten dit naar voren te halen en naar eigen zeggen nog dit voorjaar de straatnaamborden te vervangen. Daarmee handelt de gemeente conform de toezeggingen uit 2014. In het straatnamenregister zijn de onderhavige onderschriften reeds aangepast.

 

Het kabinet heeft tot slot geen enkele reden om aan te nemen dat de straatnaambordjes in kwestie het resultaat zijn van ‘anti-Israëlbeleid’ van de gemeente Eindhoven.

 

 

 

Indiener(s)


Stef  Blok