Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het bericht 'Computer zegt nee. Hoe Saskia twintig jaar vastliep in het systeem'

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Alkaya(SP) over de antwoorden op de schriftelijke vragen over het bericht ‘Computer zegt nee. Hoe Saskia twintig jaar vastliep in het systeem’. Deze vragen werden ingezonden op 18 februari 2020, met kenmerk 2020Z03222.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties


drs. R.W. Knops

Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over de antwoorden op de schriftelijke vragen over het bericht 'Computer zegt nee. Hoe Saskia twintig jaar vastliep in het systeem' (ingezonden 18 februari 2020)

Vraag 1
Herinnert u zich uw toezegging aan de Kamer in het vragenuurtje op 17 december 2019 dat u met een passende oplossing zult komen voor deze kwestie? Waarom is dat nog niet gelukt?


Vraag 2
Wat is de stand van zaken bij de zoektocht naar een passende oplossing in deze complexe situatie, die u zelf “hemeltergend” heeft genoemd in het vragenuurtje? Streeft u nog steeds naar compensatie?


Antwoord op vraag 1 en 2:
Tijdens het vragenuurtje heb ik aangegeven dat ik nog een laatste poging wilde doen om te komen tot een oplossing voor mevrouw. Toen ik op 4 juni 2018 hoorde van de situatie van mevrouw heb ik de zaak naar BZK toe getrokken om namens alle betrokken partijen naar een totaaloplossing te zoeken. Begin juli 2018 heb ik de directeuren van de betrokken overheidsorganisaties om de tafel gezet om inzicht te krijgen in de situatie. Sinds september 2018 ben ik met mevrouw en de vertegenwoordiging van mevrouw in gesprek om te bezien hoe zo spoedig mogelijk tot een in alle opzichten redelijke totaaloplossing te kunnen komen. We hebben in deze gesprekken ons uiterste best gedaan om tot een oplossing te komen waar alle partijen zich in konden vinden en hierbij de grenzen van het juridisch mogelijke opgezocht. Helaas heeft deze laatste poging niet tot een voor mevrouw afdoende resultaat geleid. Hiermee moet ik helaas constateren dat mijn rol als coördinator van deze casus ten einde komt en dat er geen vervolggesprekken meer zullen plaatsvinden.

Vraag 3
Heeft de politie-eenheid Rotterdam haar fout in deze kwestie toegegeven? Was hun optreden in deze kwestie volgens u proportioneel en zou een disproportionele en onterechte behandeling door de politie niet ook moeten leiden tot ruimhartige compensatie voor materiële en immateriële schade?


Antwoord op vraag 3
:
Ja, aangezien er niet onomstotelijk is vast komen te staan dat mevrouw op de hoogte is gebracht van het terugvinden van de auto, heeft de politie vast moeten stellen dat de politie in gebreke is gebleven. Daar zijn excuses voor aangeboden. De verzekeraar van de politie is met mevrouw in gesprek gegaan over een passende compensatie. Ik heb begrepen dat de verzekeraar toen niet met mevrouw tot een oplossing is gekomen. De vraag of door de politie proportioneel of disproportioneel is gehandeld, speelt in deze kwestie niet. De (verzekeraar van de) politie heeft bij het bepalen van het voorstel voor de omvang van de compensatie rekening gehouden met de situatie.


Vraag 4

Wat is de totale materiële schade die de mevrouw in kwestie heeft geleden als gevolg van fouten bij overheidsinstanties, buiten haar eigen schuld om? Bent u bereid om zo snel mogelijk de mevrouw in kwestie in ieder geval te compenseren voor alle onterecht geïnde kosten door RDW en de belastingdienst vanaf 1998?

Vraag 5
Bent u bereid om vervolgens ruimhartig met de mevrouw in kwestie te spreken over compensatie voor alle immateriële schade? Is het bijvoorbeeld waar dat zij al jaren en nog steeds afgesloten is van stadsverwarming, en zo ja, wat vindt u daarvan?


Vraag 6
Hoe hoog was het laatste bod dat de regering de mevrouw in kwestie heeft geboden ter compensatie van alle materiële en immateriële schade, en hoe verhoudt dit zich tot de daadwerkelijk geleden schade? Is deze verhouding gebruikelijk?


Antwoord op vraag 4, 5 en 6:
Er heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden over alle aspecten van de situatie met mevrouw zelf en haar vertegenwoordiging. Daarnaast hebben de betrokken organisaties - voor zover kan worden teruggegaan - de betaalde sancties, verhogingen, deurwaarderskosten en aanslagen gecorrigeerd.

Het staat mij, mede gelet op de privacy van betrokkene, niet vrij om mededelingen te doen over de omvang van de door mevrouw gevorderde schade en het aan haar aangeboden voorstel. Als Rijksoverheid hebben wij gezocht naar een totaaloplossing voor mevrouw waarbij we alle aspecten van de situatie hebben meegenomen. In onze zoektocht hebben we hierbij de grenzen van het juridisch mogelijke opgezocht. In zijn algemeenheid kan ik wel zeggen dat ik erg teleurgesteld ben dat het niet is gelukt om tot een oplossing te komen.


Vraag 7
Deelt u de mening dat materiële schade, die burgers ondervinden buiten hun eigen schuld door fouten bij de overheid, altijd volledig gecompenseerd moet worden?


Antwoord op vraag 7:

De vraag of en zo ja, in hoeverre burgers een schadevergoeding kunnen ontvangen in geval van fouten door de overheid, dient te worden beantwoord aan de hand van het daarvoor geldende wettelijke kader en kan per geval anders zijn. In algemene zin sta ik er uiteraard voor dat de overheid haar verantwoordelijkheid in geval van fouten neemt.



Vraag 8
Is er in deze complexe situatie ook sprake geweest van een foutieve of dubbele registratie in systemen?

Antwoord op vraag 8:
Zoals ik ook in mijn eerdere beantwoording heb aangegeven was er in dit geval sprake van een verzuim om een wijziging in de juridische situatie van de kentekenregistratie op het juiste moment door te geven. Dit heeft ertoe geleid dat de gegevens in de registratie achteraf bezien onjuist waren. Vervolgens was sprake van onvoldoende communicatie tussen organisaties en afdelingen, waardoor dit verzuim niet tijdig is herkend en opgelost.

Vraag 9
Bent u bereid om namens de regering excuses aan te bieden aan de mevrouw in kwestie?

Antwoord op vraag 9:

In november 2018 heb ik, tijdens mijn gesprek met mevrouw, aangegeven dat het mij spijt dat ze door de overheid verkeerd is behandeld.

Indiener(s)