Antwoord op vragen van het lid Wiersma over de antwoorden op eerdere vragen inzake het bericht "Ruzie met de universiteit over een briljant idee"

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Wiersma (VVD) van uw Kamer inzake antwoorden op eerdere vragen inzake het bericht "Ruzie met de universiteit over een briljant idee".

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2020Z02989.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Ingrid van Engelshoven

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Wiersma (VVD) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake antwoorden op eerdere vragen inzake het bericht "Ruzie met de universiteit over een briljant idee" (ingezonden d.d. 14 februari 2020).

Vraag 1

Uit antwoorden op eerdere schriftelijke vragen blijkt dat de werkwijze van de Technische Universiteit (TU) Eindhoven uw aandacht heeft aangaande de werkwijze rondom intellectueel eigendom van studenten, waarom en op welke manier heeft deze werkwijze uw aandacht? 1)

Vraag 2

Bent u het eens met de ‘studentenafstandsverklaring’ waar studenten automatisch mee akkoord gaan wanneer zij zich inschrijven aan de TU Eindhoven? Zo nee, waarom bestaat deze studentenafstandsverklaring dan nog steeds?

Antwoord 1 en 2

Universiteiten moeten studenten zo veel mogelijk stimuleren en niet hinderen bij de valorisatie van door hen ontwikkelde intellectueel eigendom. De wettelijke regelingen voor intellectueel eigendom, met name de Rijksoctrooiwet en de Auteurswet, kennen een duidelijke hoofdregel. De hoofdregel bij uitvindingen is dat degene die de uitvinding heeft gedaan, ook degene is aan wie de aanspraak op octrooirechten toekomt. De twee wetten kennen ook uitzonderingen op de hoofdregel. En er is ruimte voor afspraken tussen partijen. Gezien bijvoorbeeld de heersende leer rond het auteursrecht kan het intellectueel eigendom mogelijk bij de student liggen (zie mijn antwoord op vraag 4 van 7 januari 2020, zie noot 1). Ik vind de werkwijze van de TU Eindhoven met de studentverklaring in deze vorm gelet hierop wel ver gaan. Geschillen op dit punt van auteursrecht tussen studenten en de TU Eindhoven zijn overigens niet bekend. De VSNU is nu bezig een richtsnoer voor te bereiden dat meer duidelijkheid geeft in welke situatie wie eigenaar is van intellectueel eigendom. Daar zal ook goed over worden gecommuniceerd. Het richtsnoer kan bijdragen aan evenwichtige afspraken. De universiteiten, ook de TU Eindhoven, gaan hun eigen handelswijze herbeoordelen in het kader van het richtsnoer. Huidige werkwijzen kunnen pas goed worden beoordeeld als het richtsnoer er is. Ik ga ervan uit dat de universiteiten, waaronder de TU Eindhoven, de herbeoordeling voortvarend oppakken na het verschijnen van het richtsnoer in het voorjaar. Ik ga er daarbij ook van uit dat de universiteiten die besluiten om hun werkwijze te wijzigen naar aanleiding van het richtsnoer, duidelijkheid scheppen over hoe zij omgaan met eerder gemaakte afwijkende afspraken.

Vraag 3

In 2015 riep de toenmalige Eindhovens burgemeester Rob van Gijzel de TU Eindhoven al op om studenten een betere uitgangspositie te geven, op welke manier heeft de TU Eindhoven hier gehoor aan gegeven? 2)

Antwoord 3

De TU Eindhoven heeft mij bericht dat zij destijds contact heeft gehad met de Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel en dat zij daarbij heeft aangegeven dat de TU Eindhoven geen intellectueel eigendom bezit dat aan studenten toebehoort. Ook heeft de TU Eindhoven mij bericht dat zij, al vanaf 2013, fors heeft geïnvesteerd in het ondersteunen van studentondernemerschap. Een mooi voorbeeld daarvan is de vorig jaar geopende Innovation Space op de campus.

Vraag 4

Klopt het dat momenteel studenten van TU Eindhoven nog steeds bij het begin van hun studie een verklaring moeten ondertekenen waarin ze afstand doen van hun intellectuele eigendom? Zo ja, waarom vindt deze werkwijze nog doorgang terwijl u aandacht heeft voor deze werkwijze? Waarom stopt de TU Eindhoven niet tijdelijk, of definitief, met de studentenafstandsverklaring totdat het helemaal goed geregeld is? Welke rol gaat u spelen om deze afschaffing, of tijdelijke stopzetting, te versnellen?

Antwoord 4

Het klopt dat deze verklaring nog steeds geldt. Zoals ik ook in de beantwoording van de eerdere vragen 6 en 9 heb laten weten (zie noot 1), wordt deze werkwijze herbeoordeeld in het kader van het aankomende richtsnoer van de VSNU over studenten en intellectueel eigendom. Tot dit richtsnoer er is, is er geen ander richtsnoer waarin met name ook de belangen van derde partijen gewaarborgd worden, zoals van bedrijven die met de universiteit samenwerken. Ik verwijs verder naar het antwoord op de bovenstaande vragen 1 en 2. De stand rond het beoogde richtsnoer is dat de VSNU op korte termijn een bijeenkomst met stakeholders, waaronder studentvertegenwoordigers, organiseert om een concept van het richtsnoer te bespreken.

Vraag 5

Uit de gegeven antwoorden blijkt dat verschillende universiteiten nu aan de slag gaan met de richtsnoer van de Vereniging van Universiteiten (VSNU), gepubliceerd april 2018, om intellectueel eigendom van hun studenten beter te beschermen, waarom gaan universiteiten nu pas aan de slag met deze richtsnoer? 3) In hoeverre mogen universiteiten afwijken van de richtsnoer? Welke universiteiten wijken momenteel af van het VSNU richtsnoer? Vindt u het wenselijk dat universiteiten afwijken van het VSNU richtsnoer? Kunt u dit nader toelichten?

Antwoord 5

Ik ga ervan uit dat met de vraag gedoeld wordt op het “Richtsnoer omgang met intellectuele eigendomsrechten richting academische start-ups” dat de VSNU -hoewel in de vraag het jaartal 2018 wordt genoemd- in 2016 heeft uitgebracht. Dit richtsnoer ziet op situaties waarin een medewerker van een universiteit (onderzoeker) betrokken is bij een op intellectueel eigendom gebaseerde startup (zie ook het antwoord op de eerdere vraag 9, zie noot 1). Dit richtsnoer ziet dus niet op verhoudingen met studenten. Eerder is de behoefte aan duidelijkheid rond studenten en intellectuele eigendomsrechten, over de vraag van wie het intellectueel eigendom in welke situatie is, niet zo breed gevoeld als nu. De VSNU is daarom nu aan de slag voor een aanvulling bij het bestaande richtsnoer van 2016. Het richtsnoer wordt toegepast volgens “comply or explain”: pas toe of leg uit. Afwijking met uitleg is in een concreet geval bij goede redenen toegestaan. Ik vind het uitgangspunt van “comply or explain” een goed uitgangspunt, omdat het zo voor universiteiten mogelijk is om gezamenlijk landelijke uitgangspunten te formuleren die in beginsel moeten worden toegepast (hetgeen duidelijkheid en uniformiteit geeft) en tegelijkertijd bij toepassing van het richtsnoer in een concrete situatie afwijking mogelijk is met een goede reden. De VSNU geeft op basis van informatie van de knowledge transfer offices van de universiteiten en umc’s aan dat de universiteiten en umc’s volgens het richtsnoer van 2016 handelen (”comply”) en er dus niet van hebben afgeweken.

Vraag 6

Op welke termijn kunnen studenten verbetering verwachten aangaande de bescherming van hun intellectuele eigendom? Welke oplossing wordt er geboden aan huidige studenten die al verplicht een studentenafstandsverklaring hebben moeten ondertekenen? Welke rol gaat u hierin spelen?

Antwoord 6

Zie het antwoord op de vragen 1 en 2.

1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019-2020, nr. 1580

2) https://www.ed.nl/regio/studenten-tu-e-moeten-rechten-van-uitvinding-afstaan~a704c1d5/?referrer=https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=3&ved=2ahUKEwj_j8WlmsznAhVQ3aQKHSPRDlYQFjACegQIAhAB&url=https%3A%2F%2Fwww.ed.nl%2Fregio%2Fstudenten-tu-e-moeten-rechten-van-uitvinding-afstaan~a704c1d5%2F&usg=AOvVaw2quG7OVc6-83uZtdK46sq2

3) https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=2ahUKEwj0pN_ElsznAhXQ2qQKHXkBDzwQFjAAegQIAxAB&url=https%3A%2F%2Fwww.nfu.nl%2Fimg%2Fpdf%2F18.5820_KTO_Richtsnoer_omgang_met_aandelenbelangen.pdf&usg=AOvVaw2OxDcL47JYhoe1HsGIaNo2

Indiener(s)