Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Smeulders en Snels (beiden GroenLinks) over de bedreiging van de publieke taak van woningcorporaties.
De minister voor Milieu en Wonen,
2020Z02263
(ingezonden 6 februari 2020)
Vragen van de leden Smeulders en Snels (beiden GroenLinks) aan de minister voor Milieu en Wonen en de staatssecretaris van Financiën over de bedreiging van de publieke taak van woningbouwcorporaties
Woningmarktregio |
Winst (€ miljoen) |
waarvan door waardeveranderingen vastgoed (€ miljoen) |
Amersfoort / Noord-Veluwe / Zeewolde |
474 |
456 |
Arnhem / Nijmegen |
1.161 |
1.079 |
Drechtsteden / Hoekse Waard |
513 |
475 |
Food Valley |
679 |
643 |
Fryslân |
777 |
742 |
Groningen / Drenthe |
844 |
724 |
Haaglanden / Midden-Holland / Rotterdam |
7.569 |
6.982 |
Holland Rijnland |
997 |
935 |
Limburg |
1.377 |
1.215 |
Metropoolregio Amsterdam |
8.599 |
7.798 |
Metropoolregio Eindhoven |
1.365 |
1.221 |
Noord-Holland Noord |
618 |
516 |
Noordoost Brabant |
885 |
796 |
Oost Nederland |
1.083 |
981 |
U16 |
2.625 |
2.403 |
West-Brabant / Hart van Brabant |
1.582 |
1.468 |
Woongaard |
575 |
490 |
Zeeland |
189 |
143 |
Zwolle - Stedendriehoek |
1.204 |
1.104 |
Hierbij merk ik op dat het voor corporaties om nieuwe activiteiten te ondernemen relevant is hoeveel additionele ruimte zij hebben binnen de wettelijke financiële ratio’s. Jaarlijks informeer ik uw kamer hoeveel additionele investeringsruimte (bovenop de voorgenomen investeringsprogramma’s) corporaties naar schatting hebben. De laatste raming ( 2 oktober 2019 naar de Kamer gezonden) van deze zogeheten Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties[1] bedroeg ca. € 29 miljard.
Zoals ik in mijn aanbiedingsbrief bij de Staat van de Corporatiesector heb aangegeven kunnen aan de achterblijvende realisaties meerdere oorzaken ten grondslag liggen, zoals oplopende bouwkosten, tekort aan locaties, trage gemeentelijke procedures en hoge bouweisen, tekort aan productiecapaciteit en verminderde financiële haalbaarheid van de projecten. De Autoriteit woningcorporaties (Aw) zal, zoals eveneens aangegeven in de aanbiedingsbrief, in haar governancetoezicht in pilots de oorzaken van achterblijvende bouwrealisaties nader bezien.
Om te kunnen beoordelen of corporaties hun maatschappelijke opgaven op termijn in financiële zin geheel kunnen realiseren, moeten de maatschappelijke opgaven eenduidig (gekwantificeerd) in beeld zijn gebracht. Om te kunnen beoordelen of corporaties op lange termijn aan de volkshuisvestelijke opgaven kunnen voldoen, is inzage vereist in de maatschappelijke opgaven afgezet tegen de financiële ontwikkeling. In de ene regio kunnen de grenzen eerder worden bereikt dan in de andere. In het onderzoek naar opgaven en middelen naar aanleiding van de motie Ronnes, waarvan de Kamer voor de zomer de resultaten kan verwachten, zal dit nader worden bezien.
Corporaties dienen hun middelen in te zetten voor de volkshuisvesting. Door de Aw is geconstateerd dat corporaties investeringscapaciteit in de niet-DAEB onbenut laten. Daarbij gaat het om ca. € 5 miljard aan financiële middelen, waarvoor corporaties, na ‘dividend’-uitkering aan de DAEB, voor bijna € 7 miljard aan sociale huurwoningen zouden kunnen bouwen. Ook kunnen ze er voor kiezen om deze middelen niet over te hevelen naar de DAEB, maar aan te wenden voor de bouw van middeldure huurwoningen. In dat geval kan er voor maximaal € 9 miljard aan middeldure huurwoningen worden gebouwd. Ik deel dan ook de oproep van de Aw dat corporaties in overleg met hun lokale partners een visie moeten ontwikkelen hoe zij dit vermogen gaan inzetten. Het bouwen en verhuren van middeldure huurwoningen behoort ook tot de toegestane werkzaamheden van corporaties. Onlangs heb ik met de vereenvoudigde marktverkenning een voorstel gedaan om de bouwprocedures van niet-DAEB-woningen te versoepelen.
Zoals ik in mijn aanbiedingsbrief bij de Staat van de Corporatiesector heb aangegeven wil ik primair dat lokale prestatieafspraken een meer bindend karakter krijgen voor iedereen die een rol heeft bij de totstandkoming van die afspraken en daarmee dus ook het nakomen van die afspraken. Ik ga in overleg met VNG en Aedes bezien hoe dit uitgangspunt concreet vorm kan krijgen.
https://fd.nl/opinie/1333392/daling-nettokasstroom-bedreigt-publieke-taak-van-woningcorporaties
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Nijboer (PvdA), ingezonden 6 februari 2020 (vraagnummer 2020Z02260).
[1] TK 29.453, nr.493
[2] TK 29.453, nr.493
[3] Brief van 31 oktober 2019, TK 35.302, nr.20