Antwoord op vragen van het lid Diks over bestaan van een onderzoek naar Nieuw-Milligen als nieuwe locatie voor een marinierskazerne

 

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Diks (GroenLinks) over bestaan van een onderzoek naar Nieuw-Milligen als nieuwe locatie voor een marinierskazerne. Deze vragen zijn ingezonden op 5 februari 2020 met kenmerk 2020Z02135.

 

De STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

 

 

Drs. B. Visser

 

 

 

Vragen van het lid Diks (GroenLinks) over bestaan van een onderzoek naar Nieuw-Milligen als nieuwe locatie voor een marinierskazerne, ingezonden op 5 februari 2020 met kenmerk 2020Z02135.

 

1.

Bent u bekend met het bericht 'Verhuizing mariniers van Doorn naar Vlissingen al in november op losse schroeven'?

 

Ja.

 

2.

Ligt er een onderzoek naar de wenselijkheid van Nieuw-Milligen als locatie voor het Korps Mariniers op uw ministerie?

3.

Bent u bereid alle afgeronde onderzoeken op uw ministerie naar locaties voor de huisvesting van het Korps Mariniers per ommegaande aan de Kamer te sturen? Zo nee, kunt u beargumenteren welk rijksbelang gediend is bij het achterhouden van deze informatie tot u uw besluit publiceert?

 

Ik verwijs u naar mijn brief ‘voorgenomen besluiten inzake verhuizing Korps Mariniers en compensatie Zeeland’ die op 14 februari aan uw Kamer is verzonden. Bijgesloten bij die brief vindt u een viertal nota’s die de stapsgewijze selectie aan de hand van het afwegingskader beschrijven.

 

4.

Deelt u de mening dat het kwetsbaar is dat betrokken bestuurders in Zeeland en Vlissingen nu via de media vernemen dat de conclusie over het niet doorgaan van de verhuizing van de Van Braam Houckgeestkazerne naar Vlissingen al in november vorig jaar op uw ministerie is getrokken? Zo ja, welke lessen trekt u hieruit? Zo nee, waarom niet?

 

Ik realiseer mij dat het proces tot nu toe niet goed is verlopen en dit betreur ik. Het vertrouwen van Zeeland in het kabinet is hierdoor geschaad en wij beseffen dat dit moet worden hersteld. Duidelijkheid is voor alle partijen van groot belang, zoals ook naar voren kwam in de gesprekken die inmiddels met Zeeland zijn gevoerd. Het kabinet neemt daarom twee voorgenomen besluiten. Daarvoor verwijs ik u naar mijn hiervoor genoemde brief.

 

5.

Kunt u aangeven waarom u nog geen contact heeft gelegd met de gemeente Apeldoorn over de optie om het Korps Mariniers in Nieuw-Milligen te vestigen? Is de stem van de gemeente in dit besluit voor u geen relevante factor?

 

Er is de afgelopen periode in vertrouwelijkheid met de gemeente Apeldoorn gesproken.

 

6.

Kunt u aangeven welke concrete stappen u de komende weken gaat zetten richting alle betrokken gemeenten en provincies om in goede samenspraak te komen tot een nieuw besluit dat recht doet aan de belangen van het Korps Mariniers, de kosten voor het rijk, en de belangen van de betrokken gemeenten en provincies?

7.

Bent u reeds, eventueel in samenspraak met andere bewindspersonen, aan het onderzoeken of, en zo ja welke, andere overheidsdiensten op de locatie in Vlissingen gevestigd zouden kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is hierbij het uitgangspunt dat de beloofde economische ontwikkeling voor Zeeland overeind blijft?

 

Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar mijn brief ‘Voorgenomen besluiten inzake verhuizing Korps Mariniers en compensatie Zeeland’.

Indiener(s)