Antwoord op vragen van het lid Nijboer over de gedwongen huisuitzetting van een familie in Elst

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Nijboer (PvdA) over de gedwongen huisuitzetting van een familie in de Elst, ingezonden op 23 januari 2020 (kenmerk 2020Z01023).

De minister voor Milieu en Wonen,





S. van Veldhoven – van der Meer

2020Z01023

(ingezonden 23 januari 2020)

Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de minister voor Milieu en Wonen over de gedwongen huisuitzetting van een familie in Elst.

1
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Rechter: ‘Zet de familie Bakker nog niet op straat’’? [1]

Ja.


2
Heeft u contact gehad met de gemeente Overbetuwe over de schrijnende situatie van de familie Bakker? Om welke redenen dringt de gemeente sinds 2014 aan op ontruiming?

Ja, naar aanleiding van de situatie van de familie is ambtelijk contact geweest met de gemeente Overbetuwe. De gemeente laat weten dat er de afgelopen 17 jaar diverse juridische procedures zijn geweest. Momenteel lopen ook nog een aanvraag voor herziening van het bestemmingsplan en een aanvraag voor een omgevingsvergunning. In de gevoerde gerechtelijke procedures is vastgesteld dat zowel permanente als recreatieve bewoning strijdig is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en daarom niet is toegestaan. Bij herhaling is het voornemen tot het toestaan van bewoning belemmerd door de aanwezigheid van het naastgelegen veehouderijbedrijf. Door ligging binnen de geurcirkel wordt niet voldaan aan de eis van een goede ruimtelijke ordening en milieueisen.

De gemeente is bevoegd om handhavend op te treden en zij wordt in de regel ook geacht van deze bevoegdheid gebruik te maken vanwege het algemeen belang dat gediend is met handhaving. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag de gemeente afzien van handhavend optreden. Dit kan bijvoorbeeld indien concreet zicht op legalisatie van de situatie bestaat. Ook kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

Gezien de gemeente Overbetuwe concludeerde dat er geen perspectief op legalisatie van de bewoning was, heeft zij besloten over te gaan tot handhaving. In 2013 is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe een last onder bestuursdwang opgelegd. De Raad van State heeft dit besluit in stand gelaten, waarna de familie de woning in het najaar van 2014 daadwerkelijk heeft verlaten. In september 2019 is de familie teruggekeerd. Daarom wil de gemeente de last onder bestuursdwang uit 2013 alsnog daadwerkelijk effectueren en zal de familie de woning spoedig moeten verlaten.

De gemeente heeft mij tevens laten weten dat zij de familie in december 2019 via bemiddeling vervangende woonruimte in de sociale huursector heeft aangeboden. De familie heeft daar geen gebruik van gemaakt.

3
Hoe is het mogelijk dat zowel gemeenteambtenaren, de wethouder als de Raad van State oordelen dat de woning geschikt is voor permanente bewoning, maar hier niet is overgegaan tot legalisatie?

Uit de hiervoor geschetste situaties en procedures komt naar voren dat het voor de gemeente tot op heden niet mogelijk is gebleken de situatie van de familie te legaliseren, omdat er planologisch- juridische belemmeringen zijn.

4
Vindt u net als de rechter dat de gemeente Overbetuwe voorlopig van de huisuitzetting zou moeten afzien, daar de gemeenteraad in een later stadium mogelijk alsnog permanente bewoning gaat toestaan? Gaat u ingrijpen om een huisuitzetting te voorkomen?

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft in zijn uitspraak van 8 januari 2020 aan de gemeente in overweging gegeven om met de uithuiszetting te wachten tot de beslissing van de gemeenteraad over een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe is voornemens om het verzoek tot herziening van het bestemmingsplan en het vaststellen van de geurverordening af te wijzen. Ook eventuele positieve beslissingen hierop door de gemeenteraad kunnen weer aan de rechter wordt voorgelegd, waarmee geen definitieve zekerheid over legalisatie van de bewoning ontstaat. De gemeente Overbetuwe geeft aan het waarschijnlijk te achten dat de eerdere belemmeringen waar in procedures op is gestuit (zoals de ligging in de directe nabijheid van een agrarisch bedrijf en diens geurcirkel) opnieuw een rol in diens overwegingen zullen spelen. Daardoor zou volgens de gemeente een eventueel voornemen tot legalisatie alsnog stranden.

Gelet op de bevoegdheden van de gemeente, de geschetste uitkomst van diverse juridische procedures en de nog openstaande rechtsmiddelen van de familie om tegen de last onder bestuursdwang in verweer te komen, past het mij niet in deze situatie te interveniëren.



[1] De Gelderlander, 8 januari 2020, 'Rechter: ‘Zet de familie Bakker nog niet op straat’' ( https://www.gelderlander.nl/overbetuwe/rechter-zet-de-familie-bakker-nog-niet-op-straat~a6192dc8/ )

Indiener(s)