AH 1613
2019Z20771
Antwoord van minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 5 februari
2020)
1
Bent u bekend met het artikel 'Overheid hielp tuinders Europese CO2-prijs
te ontwijken'?
Antwoord
Ja.
2
Herkent u het beeld dat in het artikel wordt geschetst dat er door de
onttrekking van Nederlandse tuinders tientallen miljoenen euro’s minder
gelden aan het Europese emissiehandelssysteem (ETS) zijn betaald? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
Nee, veel glastuinbouwbedrijven vallen sinds de afgelopen jaren om
legitieme redenen niet langer onder het ETS. Om misbruik te voorkomen,
houdt de NEa hierop toezicht.
3
Hoe verklaart u dat er slechts 15 van de ruim 100 Nederlandse
tuinbouwbedrijven die oorspronkelijk in het ETS deelnamen over zijn?
Antwoord
Er zijn drie redenen dat bedrijven niet meer deelnemen aan het ETS:
Bedrijven hebben het vermogen van hun installaties verminderd;
Bedrijven hebben zich opgesplitst;
Bedrijven voldoen op basis van de ‘back-up regeling’ niet langer aan de
ETS-criteria.
Al deze redenen zijn in lijn met de ETS-regels en nauwkeurig getoetst door
de NEa om te voorkomen dat er misbruik gemaakt wordt van deze regels
4
Wat bedoelde de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) volgens u precies toen
zij vorig jaar sprak van een ‘georganiseerde uittocht’ van de glastuinbouw
uit het ETS? Doelde zij daarmee impliciet op de hulp die de Nederlandse
overheid gaf om dit systeem te ontwijken?
Antwoord
Uit navraag bij de NEa blijkt dat de NEa erop doelt dat de sector actief en
georganiseerd de mogelijkheden heeft verkend om binnen de grenzen van de
wet uit het ETS te treden. De NEa toetst de vergunningaanvragen van
bedrijven waardoor ze niet langer onder het ETS vallen aan het wettelijk
kader zodat geen misbruik gemaakt kan worden van de regels. Hierin maakt de
NEa geen onderscheid tussen aanvragen van glastuinbouwbedrijven of
bedrijven uit andere sectoren.
5
Welke CO2-reductie had er gerealiseerd kunnen worden als de ruim 100
bedrijven onder het ETS waren gebleven en in hoeverre is dit van invloed op
het behalen van de doelstelling uit het Urgenda-vonnis?
Antwoord
De reductie binnen het ETS vindt plaats op Europese schaal en kan niet
eenduidig vertaald worden naar één specifieke sector in Nederland. Met de
glastuinbouwsector is een wettelijk vastgelegde CO2-doelstelling
afgesproken die geldt voor de gehele glastuinbouw, en deze is dus inclusief
de emissies van de glastuinbouwbedrijven die onder het ETS vallen. De
inspanningen van de sector om te voldoen aan deze CO2-doelstelling dragen
dus bij aan de doelstelling uit het Urgenda-vonnis.
6
Is de berekening van het NRC juist dat er 20 tot 30 miljoen euro minder is
betaald voor uitstootrechten dan er betaald had moeten worden? Zo nee, om
welk bedrag gaat het dan?
Antwoord
Zoals aangegeven in mijn antwoord bij vraag 2 en 3 vallen deze bedrijven
niet onder het ETS. Er is derhalve geen sprake van “uitstootrechten die
betaald hadden moeten worden”.
7
Is het juist dat de betrokken bedrijven op twee manieren door de overheid
werden ‘geholpen’ bij ontwijking van het ETS, door de mogelijkheid te
creëren om het bedrijf te splitsen waardoor het onder de drempel bleef of
gasketels als ‘reserve’ aan te merken?
Antwoord
De mogelijkheid om te splitsen volgt uit de Wet milieubeheer, maar ook uit
de Europese ETS-Richtlijn. Daarmee vallen alleen bedrijven boven een
bepaalde capaciteit onder het ETS. De Nederlandse regels zijn er juist op
gericht om misbruik van de mogelijkheid tegen te gaan. Er worden met de
Nederlandse regels geen nieuwe mogelijkheden gecreëerd, alleen wordt
misbruik verhinderd.
8
Deelt u de mening, dat het onacceptabel is wanneer een lidstaat zich niet
aan de afgesproken Europese regels houdt waarmee vervuiling wordt
ingeprijsd?
Antwoord
Het kabinet deelt die mening zeer zeker. In dit geval is daar echter geen
sprake van.
9
Wat was de overweging van eerdere kabinetten en u om te besluiten de
afgesproken Europese regels te omzeilen en daarmee het halen van de
klimaatdoelen in gevaar te brengen?
Antwoord
De regels die zijn opgesteld over de glastuinbouw in relatie tot het ETS
zijn bekend bij de Europese Commissie en in lijn met de ETS-richtlijn.
Eerdere kabinetten en het huidige kabinet omzeilt de regels niet, maar
hebben juist kaders gesteld om misbruik te voorkomen.
10
Is het juist dat nieuwe gegevens erop wijzen dat de glastuinbouw haar
klimaatdoelen niet haalt?
Antwoord
In het gewijzigde “Convenant CO2 emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem
voor de periode 2013 – 2020” is een CO2-emissieplafond voor 2020
afgesproken. Mocht dit plafond niet gehaald worden, dan is in het convenant
afgesproken dat de overschrijding gecompenseerd moet worden.
11
Waarom heeft u besloten tot het nemen van deze omzeilende regels specifiek
voor een innovatieve sector die juist allerlei kansen heeft om CO2-reductie
te realiseren?
Antwoord
De regels die gevolgd zijn voldoen aan de ETS-regelgeving. Het Rijk is al
jarenlang in een publiek-private samenwerking met de sector - via het
innovatie – en actieprogramma Kas als Energiebron - bezig om CO2-reductie
te realiseren en in het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt voor het
vervolg daarvan.
12
Deelt u de opvatting het argument van het ministerie van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit dat het een ‘meer gelijk speelveld’ wilde scheppen
binnen de tuinbouwsector onhoudbaar is, aangezien dit het hele ETS
ondermijnt? Iedere andere sector die onder het ETS valt zou dit immers ook
kunnen aangrijpen, omdat onder het systeem alleen de grote uitstoters
worden belast?
Antwoord
Bedrijven vallen onder het ETS als hun activiteit genoemd wordt in bijlage
I van de ETS-Richtlijn (2003/87/EG). Een van de genoemde activiteiten is
het “verbranden van brandstof in installaties met een totaal nominaal
thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW”. Glastuinbouwbedrijven vallen
onder het ETS als deze drempelwaarde overschreden wordt. Dit betreft 15
bedrijven van de ongeveer 3500 glastuinbouwbedrijven. Gestreefd wordt naar
een gelijk speelveld voor alle Nederlandse glastuinbouwbedrijven.
13
Hoe rijmt u uw recente oproep in de zomer tot een eerlijke prijs voor
Nederlands groente en fruit, met deze maatregelen van het kabinet waarmee
juist niet een eerlijke prijs voor de productie van groente en fruit wordt
betaald?
Antwoord
Het is belangrijk dat de tuinder een eerlijke prijs voor zijn producten
ontvangt om te kunnen blijven investeren in maatregelen om de klimaatdoelen
te behalen. De glastuinbouwsector moet in reductiemaatregelen investeren om
onder het afgesproken CO2-plafond te blijven. Indien de sector boven het
afgesproken CO2-plafond komt, dan is in het convenant afgesproken dat de
overschrijding gecompenseerd wordt.
14
Klopt de stelling dat de speciale CO2-heffing, welke in 2011 speciaal voor
de tuinbouwsector is opgericht, nog steeds niet van kracht is? Zo niet,
waarom niet?
Antwoord
De afspraken over het CO2-sectorsysteem waarin is afgesproken om een
jaarlijks aflopend CO2-plafond te hanteren, zijn sinds 2011 van kracht. Tot
en met 2016 bleef de CO2-emissie van de sector onder het in wet- en
regelgeving vastgelegde CO2-emissieplafond en hoefde er geen compensatie
betaald worden. Het CO2-plafond is in 2017 met 0,9 Mton overschreden.
Hiervoor moet compensatie betaald worden.
15
Hoe kijkt u tegen de legitimiteit van de ‘tegenprestatie’, in de vorm van
een speciaal verlaagd tarief voor energiebelasting, wanneer de
tuinbouwsector in de afgelopen jaren middels het ETS-systeem noch het
CO2-sectorsysteem heffingen heeft moeten betalen?
Antwoord
Het CO2-sectorsysteem vormt de tegenprestatie van de glastuinbouwsector
voor het lagere tarief in de eerste en tweede tariefschijf van de
energiebelasting. Als het in het convenant vastgestelde en jaarlijks
dalende CO2-plafond wordt overschreden, is de sector over het meerdere een
compensatie verschuldigd gelijk aan de geldende ETS-prijs. Tot en met 2016
is de sector onder het afgesproken plafond gebleven en hoefde er geen
compensatie betaald te worden. In 2017 is het CO2-plafond overschreden en
moet dus compensatie betaald worden.
Het verlaagde tarief is ingesteld om een onbedoelde lastenverzwaring voor
de glastuinbouwsector te voorkomen doordat deze relatief kleinschalige
sector, anders dan de overige energie-intensieve sectoren, onvoldoende
profiteert van de degressieve tariefstructuur. Uit de evaluatie van het
verlaagde tarief die in 2016 is uitgevoerd blijkt dat het verlaagde
energiebelastingtarief voor de glastuinbouw nog steeds bijdraagt aan het
doel.
16
Klopt het dat door de verlaagde energiebelasting de sector volgens de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 100 miljoen euro per jaar bespaarde?
Hoeveel had er moeten zijn afgedragen aan heffingen in het kader van het
CO2-sectorsysteem? Gaat dit met terugwerkende kracht alsnog gebeuren?
Antwoord
De informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) was
verouderd en is ondertussen aangepast. Uit de Miljoenennota blijkt dat het
glastuinbouwtarief in 2017 een geraamd budgettair belang kent van 136
miljoen euro. Deze bedrijven vallen niet onder het ETS. Er is derhalve geen
sprake van dat deze bedrijven minder betaald hebben dan zij via het ETS
zouden hebben moeten doen. Zie antwoord op vraag 15 voor de rest van het
antwoord.
17
Zal u erop toezien dat de heffingen binnen het alternatieve
CO2-sectorsysteem wel worden ontvangen?
Antwoord
Indien overeenkomstig de afspraken in het CO2-sectorsysteem en het
convenant de sector het CO2-plafond in een jaar overschrijdt zal de sector
overeenkomstig de artikel 15.51 van de Wet milieubeheer deze compenseren.
Daar zal dan ook op worden toegezien.
18
Waarom heeft u de Kamer zowel in 2012 als in 2015 niet op de hoogte gesteld
van de twee maatregelen?
Antwoord
De zogenaamde ‘back-up regeling’ is opgenomen in artikel 48 van de
Ministeriële regeling handel in emissierechten . Dit artikel is bedoeld om
misbruik tegen te gaan: door de eisen uit de regeling mag en kan een
bedrijf de back-up installatie niet gelijktijdig gebruiken met de
hoofdinstallatie. Omdat het een invulling betreft van de bepalingen uit de
ETS-Richtlijn – waarvan de Europese Commissie op de hoogte is – is deze
regeling niet voorgelegd aan uw Kamer. In de Wet milieubeheer is aan de
minister de bevoegdheid toegekend omtrent dit onderwerp nadere regels te
stellen. Voor de op basis van een dergelijke bevoegdheid vastgestelde
regels in een ministeriële regeling wordt geen advies gevraagd aan de
Afdeling advisering van de Raad van State. Evenmin wordt de ministeriële
regeling aan de Tweede Kamer voorgelegd.
19
Wat onderneemt u om de glastuinbouw echt duurzame koploper te maken in
Europa en de klimaatdoelen van 2020 en 2030 binnen bereik te houden?
Antwoord
Alle glastuinbouwbedrijven die niet onder het ETS vallen moeten voldoen aan
het CO2-sectorsysteem, waarin met het Rijk afspraken zijn gemaakt over een
jaarlijks dalend CO2-plafond voor de sector.
Verder zijn in het Klimaatakkoord afspraken met de glastuinbouwsector
gemaakt over de sectorale klimaatdoelen in 2030. Afgesproken is om de
huidige succesvolle transitie-aanpak voor te zetten. Partijen bouwen
daarbij voort op het Innovatie en Actie Programma ‘Kas als Energiebron’ dat
zich richt op een klimaatneutrale glastuinbouw. Voor het behalen van de
klimaatdoelstellingen is de sector daarnaast afhankelijk van externe
ontwikkelingen en samenwerkingsprojecten met andere sectoren, zoals de
prijsontwikkeling in de vrije energiemarkt, kennis- en
innovatie-ontwikkeling geothermie, benutting restwarmte, duurzame
elektriciteit en voor de sector uiterst belangrijke CO2-afvang en levering.
Samen met de sector zet de Rijksoverheid zich vol in om de vereiste
CO2-reductie te realiseren.
20
Is het technisch en juridisch mogelijk om deze maatregelen weer terug te
draaien en wat zouden daar de implicaties van zijn?
Antwoord
De criteria uit de Wet milieubeheer en de ETS-Richtlijn om te bepalen of er
sprake is van één installatie zijn bedoeld om te voorkomen dat bedrijven
zich opsplitsen, terwijl er eigenlijk nog sprake is van technische,
organisatorische of functionele bindingen. Het schrappen van deze criteria
is zeer onwenselijk en in strijd met Europese regels, zoals de
ETS-Richtlijn en de Richtlijn inzake industriële emissies.
Het schrappen van de back-upregeling brengt een zeer klein aantal
glastuinbouwbedrijven weliswaar formeel weer onder het ETS, maar zij zullen
feitelijk veel minder uitstoten dan hun capaciteit op papier doet
vermoeden: de back-upinstallatie draait immers alleen als de
hoofdinstallatie buiten werking is. Door dit ongedaan te maken wordt een
kleine groep bedrijven geconfronteerd met kosten (zoals het ongedaan maken
van de technische beperking) en administratieve lasten die niet in
verhouding staan tot hun daadwerkelijke uitstoot.
21
Bent u bereid volledige verantwoording af te leggen over de nalatigheid van
de overheid op dit terrein en met nieuwe voorstellen te komen die de
tuinbouwsector op een correcte manier onder het ETS laat vallen, dan wel op
een alternatieve wijze dwingt om de vereiste CO2-reductie te realiseren?
Antwoord
De sector houdt zich aan de regels en via de NEa houdt het kabinet daar ook
toezicht op. Er bestaan op dit moment al ambitieuze afspraken met de
glastuinbouwsector over CO2-reductie, zowel richting 2020 alsook in het
Klimaatakkoord over de transitie richting 2030.
22
Bent u in de gelegenheid om deze vragen te beantwoorden voor de
begrotingsbehandeling van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat?
Antwoord
Nee.