Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de veiligheidssituatie in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg te Scheveningen

AH 1488

2019Z22486

Antwoord van minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 27 januari 2020)

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019-2020, nr. 1038

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat er onlangs brand is gesticht in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ)? 1)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is de veiligheid van personeel en gedetineerden gegarandeerd bij calamiteiten zoals celbranden? Zo ja, op welke manier?

Antwoord 2

De veiligheid van personeel en gedetineerden is gegarandeerd bij calamiteiten zoals celbranden. In geval van brand wordt via een goedgekeurde en gecertificeerde brandmeldingsinstallatie en rookmelders een alarm doorgegeven aan de centrale meldkamer. Hierdoor kan de professionele bedrijfshulpverlening (BHV) conform protocol in actie komen om het brandincident op veilige wijze beheersbaar te maken en de brand te blussen. Tegelijkertijd wordt een alarmsignaal doorgegeven aan de brandweer, zodat ook de hulpdiensten direct in actie kunnen komen. Daarnaast wordt gezorgd dat gedetineerden en personeel weten wat zij moeten doen in geval van een brandincident. Het personeel is opgeleid en wordt frequent getraind om te anticiperen op en om te gaan met calamiteiten. Bovendien vinden regelmatig brandoefeningen plaats om zeker te stellen dat de veiligheid van personeel en gedetineerden bij brand is geborgd.

Vraag 3

Hoe kan het incident, de brandstichting zoals beschreven in het artikel, hebben plaatsgevonden? Was er voldoende personeel aanwezig ten tijde van het incident?

Antwoord 3

Het incident is ontstaan doordat een gedetineerde enkele papieren van zijn strafdossier in de cel had aangestoken. Door de rookontwikkeling werd de brandmeldinstallatie geactiveerd, waardoor op hetzelfde moment het personeel in de centrale meldkamer en de hulpdiensten werden gewaarschuwd. Er was op dat moment voldoende personeel aanwezig. De bedrijfshulpverleners (BHV’ers) waren binnen enkele minuten ter plaatse. Zij hebben het brandende papier onmiddellijk kunnen doven. De brandweer die op hetzelfde moment werd gealarmeerd, was conform procedure binnen tien minuten in het JCvSZ, waar zij rook hebben afgezogen, een nacontrole hebben uitgevoerd en de brandmeldinstallatie hebben gereset.

Vraag 4

Kunt u nader uiteenzetten welke 'verbeterpunten' er door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na haar laatste bezoek aan het JCvSZ waren geconstateerd zoals u in antwoord op eerdere Kamervragen (vraag

1 en 2) van het lid Van Nispen schreef? Zijn inmiddels al deze punten inderdaad verbeterd? 2)

Vraag 5

Op welke specifieke punten voldoet het JCvSZ niet aan de gestelde hygiënenormen? Hoe kan dit?

Antwoord 4 en 5

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft in het kader van een landelijk onderzoek gericht op infectiepreventie 12 willekeurig gekozen penitentiaire inrichtingen bezocht in de periode september 2018 t/m september 2019. Daarbij bezocht zij ook het JCvSZ. De inspectie concludeert dat de JCvSZ inrichting op veel thema’s voldoende scoort. Verbeteringen zijn noodzakelijk op het gebied van algemene hygiëne (gedrag), bouw en inrichting, en de medische intake. De inspectie heeft gevraagd om verbeteringen door te voeren zodat de kwaliteit van zorg voldoet aan de norm.

Alle 12 instellingen zijn op dit moment bezig met het doorvoeren van verbeteringen op basis van het bezoek, zo ook het JCvSZ. De inspectie rapporteert het totaal aan bevindingen, in het kader van het landelijk onderzoek gericht op infectiepreventie, in het voorjaar van 2020.

Vraag 6

Kunt u garanderen dat melders van eventuele misstanden niet opgejaagd dan wel tegengewerkt of anderszins benadeeld zullen worden als zij eventuele misstanden aankaarten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

DJI staat altijd open voor signalen vanaf de werkvloer en melders van eventuele misstanden worden, conform de wet- en regelgeving inzake klokkenluiders, serieus genomen. Dit houdt onder meer in dat melders alle gelegenheid krijgen hun melding intern toe te lichten en beschermd worden tegen benadeling als ze hun melding te goeder trouw en naar behoren hebben gedaan. Meldingen van een vermeende misstand worden vervolgens onderzocht, zowel intern als ook extern. Over de bevindingen uit deze onderzoeken worden melders geïnformeerd. Eventuele uit deze onderzoeken voortkomende verbeterpunten worden door DJI opgepakt. De voortgang van deze verbetertrajecten wordt gemonitord. Dit gebeurt zowel in het kader van het toezicht op DJI door de IJenV en de IGJ, als door controles en audits die DJI intern uitvoert.

Vraag 7

Zijn bij de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) signalen van een angstcultuur binnen het JCvSZ bekend? Zo ja, wanneer heeft de IJenV deze signalen voor het eerst ontvangen en wat hebben de Inspectie en uzelf sindsdien met die signalen gedaan?

Antwoord 7

Op verzoek van de ambtelijke leiding van het departement medio vorig jaar, heeft de Inspectie een oriëntatie uitgevoerd, dit om buiten iedere twijfel te hebben dat er sprake zou zijn van een (acute) gevaarzetting voor gedetineerden en personeel, zoals door een interne melder herhaaldelijk werd aangevoerd. Op 8 januari zijn de uitkomsten hiervan door mijn ministerie ontvangen. De uitkomsten van deze oriëntatie heb ik op 20 januari 2020, gezamenlijk met mijn reactie op uw brief over misstanden in het JCvSZ, uw Kamer toegezonden. Voor de uitkomsten daarvan verwijs ik u naar die brief.

Vraag 8

Kunt u deze vragen vóór het AO Gevangeniswezen beantwoorden?

Antwoord 8

Ja.

1) AD, 15 november 2019 https://www.ad.nl/binnenland/celbrand-in-gevangenisvleugel-van-vader-ruinerwold-en-verdachte-bioscoopmoorden~afe84bf0/

2) Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1944

Indiener(s)