2019Z26165
(ingezonden 23 december 2019)
Vragen van de leden Omtzigt en Van der Molen (beiden CDA) aan de ministers
van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het
onderzoek naar de nevenfuncties van professor Kochenov van de
Rijksuniversiteit Groningen
1. Herinnert u de Kamervragen die u eerder beantwoord heeft over de
(huidige en eerdere) nevenfuncties van professor Kochenov, zoals zijn
advieswerk voor de regering van Malta, het feit dat hij lid was van de
regeringsdelegatie van Malta bij de Europese Commissie, lid van de
non-executive advisory board van Henly & Partners, voorzitter van de
Investment Migration Council in Geneve en directeur van de investment
migration council Ltd. in Valetta, Malta? (1)
2. Klopt het dat de Rijksuniversiteit Groningen hierna een extern onderzoek
zou laten doen?
3. Kunt u aangeven of en wanneer dat onderzoek nu eindelijk gestart is en
wie het uitvoert?
4. Kunt u aangeven wat de onderzoeksvraag is van het onderzoek en of die
onderzoeksvraag in ieder geval meeneemt of voldaan is aan de Nederlandse
Gedragscode Wetenschapsbeoefening (2014) voor de relevante periode, aan de
Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit (2018) en aan de
sectorale regeling nevenwerkzaamheden aan universiteiten?
5. Heeft de Inspectie van het Onderwijs de resultaten van het onderzoek al
ontvangen en u al geadviseerd? Wat was dat advies?
6. Neemt u het advies over en welke acties onderneemt u naar aanleiding van
het advies?
7. Indien de Inspectie van het Onderwijs het onderzoek nog niet ontvangen
heeft, is er dan een deadline waarvoor het onderzoek klaar moet zijn?
8. Wilt u bevorderen dat de conclusies van het onderzoek openbaar worden?
En wilt u het rapport aan de Tweede Kamer doen toekomen?
9. Heeft u zich al een mening gevormd over het feit dat professor Kochenov
voorkwam in de Paradise Papers?
10. Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019-2020, nr. 527