De herbenoeming van burgemeesters

Vragen van de leden Den Boer (D66) en Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de herbenoeming van burgemeesters (ingezonden 20 december 2019).

Vraag 1

Kent u artikel 61A van de Gemeentewet dat ziet op de herbenoeming van burgemeesters?

Vraag 2

Herinnert u zich uw beantwoording bij het algemeen overleg over lokale democratie, gehouden op 27 juni 2019, waar u aan het lid Drost (CU) toezegde de huidige herbenoemingsprocedure van burgemeesters te bespreken tijdens uw reguliere overleg met de Commissarissen van de Koning?

Vraag 3

Herinnert u zich het antwoord op vraag nr. 108, ingediend bij de feitelijke vragenronde van de Begroting Binnenlandse Zaken 2020 en uw toezegging om op 25 november 2019 over dit onderwerp te spreken tijdens het reguliere overleg met de Commissarissen van de Koning en dat u hierna de Tweede Kamer zou informeren over de uitkomsten?

Vraag 4

Wat was de uitkomst van het gesprek?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de bevoegdheden van de gemeenteraad bij een herbenoeming van een burgemeester, nadat hij of zij al aan de media bekendmaakt op te willen gaan voor een nieuwe termijn? Bent u het eens dat de gemeenteraad dan geen mogelijkheden heeft om een nieuw profiel op te stellen of gesprekken te voeren met andere kandidaten?

Vraag 6

Deelt u de mening dat een gemeente in zes jaar tijd ingrijpend kan veranderen en dat het daardoor wenselijk zou kunnen zijn om, alvorens een herbenoemingsprocedure te starten, de gemeenteraad een nieuw profiel op te laten stellen voor de functie van burgemeester? Bent u bereid de gemeentewet daarop aan te passen?

Vraag 7

Kent u het principe van het «3-5-7-loopbaanbeleid» bij het Rijk en ziet u, met dat principe in het achterhoofd, kansen om dit principe ook toe te passen in de herbenoemingsprocedure van Burgemeesters? Hoe staat de Minister tegenover het onderzoeken van de lengte van de termijn van de burgemeester bij een herbenoeming?