De situatie van de vogelopvang in Naarden en de steun voor wildopvangcentra in Nederland.

Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de situatie van de vogelopvang in Naarden en de steun voor wildopvangcentra in Nederland (ingezonden 19 december 2019).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat de vogelopvang in Naarden nog steeds in de problemen zit?1

Vraag 2

Welke stappen heeft u ondernomen sinds uw toezegging tijdens het debat (VAO)2 over dierenwelzijn op 12 december jongstleden, waarbij u zei dat u diezelfde dag nog in contact zou treden met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het Vogelhospitaal in Naarden, om de vogelopvang in Naarden te helpen de zorg voor de dieren voort te kunnen zetten?

Vraag 3

Wist u dat wildopvangcentra in het hele land niet alleen financiële problemen kennen door gebrekkige financiering, maar ook tegen wet- en regelgeving aanlopen die niet is toegespitst op de dagelijkse praktijk?

Vraag 4

Het kan toch niet de bedoeling zijn van de regels dat de hulp aan gewonde wilde dieren, die slachtoffer zijn geworden van menselijk handelen, niet door kan gaan, zoals nu het geval is bij de vogelopvang in Naarden?

Vraag 5

Kunt u een overzicht geven van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de manier toelichten waarop de NVWA deze regelgeving handhaaft?

Vraag 6

Klopt het dat wildopvangcentra voor ieder ziek of gewond dier een gespecialiseerde dierenarts moeten inschakelen voor het stellen van een diagnose, de behandeling en het voorschrijven en toedienen van medicatie?

Vraag 7

Wist u dat de vogelopvang in Naarden jaarlijks zo’n 6000 vogels binnen krijgt?

Vraag 8

Kunt u zich voorstellen dat met dergelijke aantallen dieren, de beperkte financiële middelen van opvangcentra en het beperkte aanbod van gespecialiseerde dierenartsen, het bijzonder moeilijk is om te voldoen aan deze regelgeving?

Vraag 9

Bent u bereid om samen met de wildopvangcentra, provincies, gemeenten en andere betrokkenen naar een oplossing te zoeken die voor alle partijen werkbaar is?

Vraag 10

Bent u bereid in de tussentijd het niet strikt naleven van de wet- en regelgeving door wildopvangcentra te gedogen, zolang het geen negatieve invloed heeft op het dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Bent u bereid te onderzoeken of een wettelijke grondslag voor het werk van wildopvangcentra gecreëerd kan worden die voor opvangcentra praktisch en haalbaar is, waarmee hun werk in de toekomst veilig gesteld wordt, en waarbij gevallen zoals de sluiting van de vogelopvang in Naarden in de toekomst voorkomen kunnen worden? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u hiervoor? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Kunt u de Kamer informeren over de ondernomen stappen in samenhang met de uitvoering van de aangenomen motie Wassenberg/Graus over een landelijke richtlijn voor vergoedingen aan wildopvangcentra?3

Indiener(s)