2019Z23382
(ingezonden 27 november 2019)
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de minister van
Justitie en Veiligheid over het rapport 'EU Drug Markets Report 2019'
1. Heeft u kennisgenomen van het rapport 'EU Drug Markets Report 2019' van
het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction en Europol? 1)
2. Wat vindt u van het gegeven dat Nederland, naast Spanje, een centrale
rol speelt in de cannabishandel binnen de Europese Unie (EU) en vaak het
bronland vormt van inbeslaggenomen cannabis? Hoe verklaart u dit en denkt u
dat het Nederlandse softdrugsbeleid bijdraagt aan deze negatieve
koploperspositie?
3. Wat vindt u van het gegeven dat Nederland, naast België en Spanje, een
centrale rol speelt in de binnenkomst en verhandeling van cocaïne en
heroïne? Hoe verklaart u dit? Op welke wijze draagt de normalisering van
harddrugsgebruik bij aan een “gunstig ondernemersklimaat” voor
cocaïnehandelaren in Nederland?
4. Wat vindt u van het gegeven dat Nederland het centrale land is geworden
voor de productie van MDMA en amfetaminen? Hoe verklaart u deze
ontwikkeling? Op welke wijze draagt de normalisering van harddrugsgebruik
bij aan een “positief ondernemersklimaat” voor producenten van, en
handelaren in MDMA en amfetaminen in Nederland?
5. Wat vindt u van het gegeven dat 61% van het online aanbod van heroïne in
de Europese Unie, 47% van het online aanbod van cocaïne en 50% van het
online aanbod van MDMA vanuit Nederland wordt aangeboden?
6. Hoe duidt u de ontwikkeling dat Mexicaanse drugsbendes steeds nauwer
betrokken lijken te raken bij de Europese drugsmarkt en de Nederlandse in
het bijzonder? Bent u bereid de aanbeveling over te nemen om de
bedreigingen die dit met zich meebrengt in kaart te brengen om hier
vervolgens indien nodig tegen op te treden?
7. Heeft u kennisgenomen van de constatering dat naast grote havens (zoals
Rotterdam) ook kleinere havens (zoals Vlissingen) gebruikt worden in de
drugshandel? In hoeverre vindt er samenwerking en afstemming plaats tussen
havensteden op landelijk en internationaal niveau ten einde gezamenlijk,
consistente maatregelen te treffen tegen drugshandel? Kan een nadere
intensivering van deze uitwisseling gewenst zijn zoals ook de onderzoekers
adviseren?
8. Heeft u kennisgenomen van de vele aanbevelingen die toezien op het
creëren van groter bewustzijn ten aanzien van gezondheidsschade, financiële
schade, milieuschade, corruptie en werving van kwetsbare jongeren? Ziet u
deze aanbevelingen als een ondersteuning om te komen tot meer bewustwording
en een stevige aanpak van normalisering van drugs conform de aangenomen
motie Voordewind/Van Dam? 2)
9. Heeft u kennisgenomen van de aanbevelingen die toezien op de relatie van
drugshandel en andere criminele handelingen zoals mensenhandel? Bent u
bereid zich in te spannen om in Europees verband de aanbeveling over te
nemen om partnerschappen in de bestrijding van deze vormen van
criminaliteit te versterken?
10. Deelt u de constatering dat het rapport duidelijk laat zien dat
Nederland een zeer negatieve en prominente rol vervult binnen de Europese
productie en handel van drugs? Welke mogelijkheden biedt dit gegeven, in
combinatie met de aanbevelingen om juist te investeren in de bestrijding
van drugscriminaliteit indrug hubs, om ook Europese financiële
ondersteuning te vragen bij de aanpak van ondermijning en
drugscriminaliteit?
1) European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction, november 2019,
http://www.emcdda.europa.eu/publications/joint-publications/eu-drug-markets-report-2019_en
2) Kamerstuk 24077, nr. 442.