De structurele problemen in de jeugdzorg

Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de structurele problemen in de jeugdzorg (ingezonden 26 november 2019).

Vraag 1

Deelt u de mening dat de problemen in de jeugdzorg inmiddels zo acuut en structureel zijn dat men niet meer kan spreken van incidentele problemen, maar een falend systeem? Zo nee, waarom niet?

Vraag 2

Kunt u zich inbeelden dat ouders van kinderen die als laatste redmiddel voor ontbrekende zorg voor hun kind bij een verantwoordelijke wethouder aankloppen en worden afgescheept met de redenering dat hun situatie een uitzondering is ten einde raad zijn?1 Welke boodschap wilt u deze ouders en kinderen geven? Is er iets dat zij hadden moeten doen om deze ernstige situatie te voorkomen volgens u?

Vraag 3

Bent nu nog steeds van mening dat jeugdzorgaanbieders over voldoende middelen en manieren beschikken om te lage tarieven aan te vechten en te veranderen? Zo ja, waarom is er wekelijks een instelling die dreigt om te vallen of daadwerkelijk failliet gaat vanwege tarieven die niet kostendekkend zijn?2

Vraag 4

Bent u bereid direct actie te ondernemen om reƫle tarieven voor zorg te garanderen zodat instellingen niet failliet gaan en kinderen die zeer specialistische hulp nodig hebben deze hulp blijven krijgen?

Vraag 5

Kunt u een tijdspad aangeven voor wanneer gemeenten duidelijkheid krijgen over hoe de zorg in de toekomst georganiseerd dient te worden?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het uiterst onwenselijk is dat gemeenten nu plannen ter verbetering van de jeugdzorg in de koelkast zetten omdat zij niet weten waar zij aan toe zijn?3

Vraag 7

Bent u het eens met de stelling dat deze situatie voorkomen had kunnen worden als u eerst duidelijke plannen had geformuleerd en deze met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Tweede Kamer had besproken, voordat u NRC Handelsblad vroeg een stuk te schrijven over uw plannen?

Indiener(s)