2019Z22344
(ingezonden 18 november 2019)
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister voor Milieu en Wonen
over de aanhoudende klachten rond windturbines en de onduidelijkheid over
de geldende regels, de inspraak en de participatie bij het voornemen tot
plaatsing van windturbines.
1. Bent u bekend met de klachten van omwonenden in de nabijheid van
windturbines? 1)
2. Bent u bekend met de klachten van betrokken omwonenden over de geldende
regels, het effect van de inspraak en de participatie bij projecten rond
windenergie?
3. Kunt u aangeven hoe het kan dat, ondanks dat wordt voldaan aan regels
rond afstand en overlast, er toch mensen verhuizen door overlast van
windturbines? Zijn in de Hoeksche Waard de molens niet te dicht bij de
bewoonde wereld geplaatst? Is dit niet een drama voor de inwoners daar?
Kunt u dit toelichten?
4. Bent u bereid om te onderzoeken of de huidige klachten rond windturbines
gerechtvaardigd zijn, de Kamer hierover te informeren en afhankelijk van de
uitkomst van dit onderzoek een voorstel te doen om de geldende regels aan
te passen?
5. Bent u het er mee eens dat op het plaatsen van windturbines in de
omgeving van bewoning het voorzorgsbeginsel van toepassing dient te zijn,
aangezien er inmiddels in ruime mate aanwijzingen zijn dat windturbines tot
gezondheidsklachten kunnen leiden? En dat op grond daarvan de afstand tot
bewoning veel groter dient te zijn dan nu gangbaar is (te meer daar ook
veel nog niet bekend is)? 2) 3)
6. Bent u bereid om het Deense onderzoek naar laagfrequent geluid ook in
Nederland uit te voeren, de Kamer hierover te informeren en afhankelijk van
de uitslag van dit onderzoek een voorstel te doen de regelgeving in ons
land aan te passen? Zo neen, waarom niet?
7. Hoe groot moet de afstand tot bewoning zijn bij een windmolen van circa
200 meter hoog? Kan hierbij uitgegaan worden van een vuistregel van 10 maal
de hoogte van de turbine waarbij de afstand dus 2 km zou moeten zijn? Zo
neen, wat moet de afstand dan zijn en op basis van welke rekenmethode komt
u tot die afstand?
8. Vindt u dat de huidige geluidsnormering van windturbines de omwonenden
voldoende beschermen tegen geluidshinder? , Vindt u de ‘nevenschade’
redelijk, nu uit de Nota van Toelichting van de wijziging van milieuregels
voor windmolens blijkt dat de norm van 47 Lden is gebaseerd op een beperkt
aantal studies van voor 2011 en dat bij deze waarde circa 9% ernstige
hinder mag worden verwacht, en bent u bereid te onderzoeken of omwonenden
voldoende beschermd worden en tot die tijd het voorzorgsprincipe toe te
passen door de norm tijdelijk te verlagen totdat die duidelijkheid er is?
Kunt u dit toelichten? 4)
9. Bent u ervan op de hoogte dat de Lden normering een jaargemiddelde is?
10. Is het niet zo dat je een jaargemiddelde niet kunt meten en handhaven
doordat de windmolens op sommige momenten minder hard draaien of stil staan
en er ook momenten zijn dat ze harder draaien en meer geluid produceren
hetgeen leidt tot geluidsoverlast?
11. Vindt u dat er een maximale norm moet gelden die niet uitgaat van
jaargemiddelden en een norm die meet- en handhaafbaar is? Kunt u uw
standpunt motiveren?
12. Klopt het dat bij het plaatsen van meerdere windmolens er sprake is van
een cumulatie van geluid? Klopt het dat het meenemen van cumulatie niet
verplicht is bij het berekenen van de geluidsbelasting en er in
werkelijkheid dus sprake is van een hogere geluidsbelasting dan dat er
berekend is? Zo ja, bent u bereid de rekenmethodiek hierop aan te passen?
13. Kunt u zich voorstellen dat het toevoegen van een
geluidsbron/windturbine in een stiller gebied relatief voor meer hinder kan
zorgen dan wanneer u dezelfde geluidsbron in een minder stille omgeving
plaatst?
14. Wilt u de geluidsnorm verlagen in gebieden met een lager
achtergrondniveau om daardoor de geluidshinderbeleving te verlagen, gezien
het feit dat het meenemen van het achtergrondniveau geen onderdeel uitmaakt
van de beoordeling van de toetsing aan de geluidsnorm?
15. Kunt u aangeven of, en zo ja, hoe er voorafgaande aan de
vergunningverlening van windturbines wordt onderzocht of er voor dit
besluit voldoende draagvlak is onder de omwonenden?
16. Is het verkrijgen van voldoende draagvlak een voorwaarde voor
vergunningverlening en op welke manier wordt ‘voldoende’ dan beoordeeld?
17. Kunt u aangeven wanneer er sprake is van onvoldoende draagvlak en hoe,
als hiervan sprake is, dit wordt meegewogen bij het uiteindelijke
plaatsingsbesluit of de vergunningverlening?
18. Kunt u aangeven hoeveel bezwaren er in Nederland zijn gemaakt tegen de
plaatsing van windmolens en wilt u aangeven wat de strekking van de
bezwaren is, of en hoeveel bezwaren gegrond zijn verklaard en of er
wijzigingen en maatregelen zijn genomen om tegemoet te komen aan deze
bezwaren?
19. Bent u het ermee eens dat de periode tussen het vaststellen van een
bestemming en de realisatie hiervan vaak zo lang is dat bij de realisatie
van het project niet zondermeer vaststaat dat belanghebbende hebben kunnen
deelnemen aan het democratische proces van inspraak?
20. Bent u bereid te onderzoeken of het democratische proces rond inspraak
kan worden verbeterd zodat recht wordt gedaan aan alle belanghebbende, ook
als de realisatie van een project langer duurt dan vijf jaar?
21. Bent u bereid om te onderzoeken en de Kamer te informeren over hoe, bij
windturbine projecten op land, in de regel de opbrengsten (inclusief
subsidies) zijn verdeeld als het gaat om de verdeling tussen: a.
initiatiefnemer, b. grondeigenaar, c. omwonenden, bevolking betreffende
gemeente/regio?
22. Kunt u de Kamer informeren hoe de business cases van windmolens eruit
zien? Klopt het dat vijf windmolens in de Hoeksche Waard €56 miljoen
subsidie ontvangen, de grondeigenaar €3,7 miljoen subsidie ontvangt en de
omwonenden €700.000 voor landschap, isolatie en het verenigingsleven? Vindt
u dit een eerlijke verdeling van baten en lasten tussen enerzijds de
profiteurs en anderzijds de omwonenden?
23. Vindt u het redelijk dat er, vergelijkbaar met de warmtewet,
gecontroleerd gaat worden door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op
het maximeren van het rendement voor dit type investeringen omdat er in
hoge mate gebruik wordt gemaakt van subsidies en omdat de lusten beperkt
moeten zijn met het oog op de maatschappelijke lasten in de omgeving?
24. Vindt u dat bij windturbineprojecten tenminste 50% van de opbrengsten
ten goede moet komen aan de omwonenden en bevolking? Kunt u dit toelichten?
25. Waar zou, volgens u, op basis van welke criteria er ruimte zijn voor
het plaatsen van windmolens? Kunt u aangeven hoe volgens u een
windmolenladder eruit behoort te zien in vergelijking met de zonneladder?
26. Kunt u aangeven hoe de relatie precies ligt tussen de opbrengst van
energie via windmolens en hectares zonnepanelen? Is de vergelijking juist
dat om net zoveel energie op te wekken als bij een windmolen met een
opbrengst van circa 4 MW er 12 hectares aan zonneweiden nodig zijn? Kunt u
dit toelichten?
27. Bent u bereid, in lijn met het advies van het Planbureau voor de
Leefomgeving en het advies ‘via Parijs’ van rijksadviseurs, richting te
geven aan de Regionale energiestrategie (RES)-regio’s inzake de vraag in
welke gebieden het wenselijk wordt geacht om in verhouding meer of minder
op te wekken met windmolens en wat de meest gunstige locaties zijn ten
aanzien van landschappelijke kwaliteiten, wind en de mate van dichtheid van
bevolking? 5) 6)
28. Op welke manier wilt u een confetti aan windmolens in het Nederlandse
landschap tegengaan aangezien volgens het Planbureau van de Leefomgeving
landschap vaak een sluitpost is? Bent u bereid aanpassingen te doen in het
Besluit Kwaliteit Leefomgeving en een Ladder meervoudig ruimtegebruik te
realiseren om het landschap te beschermen en te versterken? 7)
1) Brabants Dagblad, 9 november 2019, Dit zijn windmolens in de Hoeksche
Waard. Zó willen ze het niet in Heesch en Ravenstein
(https://www.bd.nl/oss-e-o/dit-zijn-windmolens-in-de-hoeksche-waard-zo-willen-ze-het-niet-in-heesch-en-ravenstein~a2c02d71/)
2) RIVM,
Windturbines: invloed op de beleving en gezondheid van omwonenden
GGD Informatieblad medische milieukunde Update 2013
(https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/200000001.pdf)
3) Medisch Contact, Windmolens maken wel degelijk ziek
(https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/windmolens-maken-wel-degelijk-ziek.htm)
4) https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2010-749.html
5) Solar Magazine, College van Rijksadviseurs: verbied zonnepanelen op
natuur- en landbouwgrond
(https://solarmagazine.nl/nieuws-zonne-energie/i19692/college-van-rijksadviseurs-verbied-zonnepanelen-op-natuur-en-landbouwgrond)
6) Rijksoverheid, Via Parijs
(https://www.collegevanrijksadviseurs.nl/adviezen-publicaties/publicatie/2019/10/17/via-parijs)
7) Planbureau voor de Leefomgeving, Zorg voor Landschap
(https://www.pbl.nl/sites/default/files/downloads/pbl-2019-zorg-voor-landschap-3346_0.pdf)